Leen Kempers

De Groot zoekt nieuwe slachtoffers

CPN nader tot Peking


Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, april/mei 1966, jg. 9.
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
De breuk van Roestam Effendi met de CPN
De CPN – De discussie moet nog beginnen
De wording van het communisme in Nederland 1907-1925

De verkiezingsuitslag heeft de bestaande verwarring in de CPN nog vergroot. Elders in dit nummer wordt aangetoond dat de CPN in feite een nederlaag heeft geleden. Weliswaar kreeg de partij, in vergelijking met 1963, 10.000 stemmen meer, maar de grote stroom van nieuwe kiezers ging de deur voorbij. De kleine percentuele achteruitgang is des te erger omdat ook onder de Nederlandse jeugd een groeiende belangstelling merkbaar is voor de politiek. En die belangstelling zet zich zoals de Vietnam-acties en de demonstraties rondom het huwelijk bewijzen in veel gevallen om in een positieve stellingname. De CPN heeft van de radicalisering onder de jeugd niet geprofiteerd. Ze heeft zelfs onder belangrijke delen van het proletariaat (Amsterdam!) aanhang verloren.

De CPN-leiding heeft zich inmiddels beziggehouden met de “verklaring” van een en ander. En het ziet er niet naar uit dat De Groot en de groep van volgzame, kritiekloze bestuurders die hij in de loop der jaren om zich heen heeft verzameld, bereid zijn hun opportunistische, uiterst rechtse lijn, af en toe voorzien van radicale frasen, op te geven.

De eerste reacties van de CPN-leiding wijzen er juist op dat men door zal gaan met de “nieuwe oriëntering” van aanpappen met de reformistische PvdA, vijandigheid ten opzichte van de PSP, capituleren voor de NVV-bureaucratie, handhaving van de stalinistische praktijken in de partij, en van verdere distantiëring van de Sovjet-Unie en toenadering zoeken tot de Chinese standpunten.

Het commentaar van De Waarheid van 24 maart, de dag na de verkiezingen dus, gaf al iets in die richting te zien. De winst van de “schijnradicale” PSP (die wat bv. betreft de NAVO en de republiek inderdaad radicaler is dan de CPN) wordt verklaard door de houding van de PvdA ten opzichte van de PSP als volgt te omschrijven: “Dit (namelijk de stemmenwinst van de PSP op de PvdA) kon gebeuren door het ontbreken van grote sociale strijd en doordat ook in de PvdA een campagne is gevoerd ter popularisering van de PSP. Niet alleen dat de fractievoorzitter van de PvdA Nederhorst zich plotseling geroepen voelde met de PSP te gaan debatteren, bovendien stond de VARA zendtijd af voor verkiezingspropaganda van de PSP”. En iets verder heeft het in het Waarheid-commentaar: “Ongetwijfeld laat de verkiezingsuitslag zien dat de CPN de rol van PSP onvoldoende in een duidelijk daglicht heeft weten te stellen.”

Niets is de heren blijkbaar te dol. Er is natuurlijk helemaal geen actie “ter popularisering” van de PSP in de PvdA gevoerd, maar de PvdA werd door de ontwikkelingen van de laatste maanden en de groeiende ontevredenheid in eigen rijen gedwongen de PSP als een serieuze tegenstander te behandelen. Nederhorst debateerde met de PSP, zoals leiders van andere politieke partijen met de pacifisten discussieerden. De PSP heeft in Amsterdam ook de CPN voor een debat uitgenodigd, maar de CPN antwoordde niet eens op de uitnodiging. De stalinisten moeten zich wel bijzonder onzeker voelen als ze niet eens meer een openbare discussie aandurven met een linkse partij die de steun heeft van een deel van de arbeiders. De groep Wolff-Bakker ziet meer heil in de “dialoog” met christelijke lieden wie af en toe een radicaal geluid ontsnapt een goed milieu voor de CPN om bij herhaling te verzekeren dat ze zo “fatsoenlijk” is geworden. De “zelfkritiek” van De Waarheid wat betreft het “in een duidelijk daglicht stellen” van de “rol van de PSP” zou kunnen betekenen – het wordt namelijk niet nader uitgewerkt – dat men de opportunistische aanvallen op de PSP, die bovendien vaak een zeer persoonlijk karakter droegen, zal vervangen door een politieke bestrijding. Twee artikelen die P. de Groot echter kort daarop in De Waarheid schreef wijzen op het tegendeel.[1] Het eerste artikel droeg duidelijke sporen van de verwarring die er in de CPN-top heerst. Het was opvallend dat De Groot ditmaal weer een felle toon aansloeg tegen de PvdA die, net als de KVP, getypeerd wordt als “het product van de Amerikaanse invloed in Nederland.” Ook de NAVO wordt scherper bestreden dan voorheen, maar ze verkeert nu dan ook in een crisis, voornamelijk veroorzaakt door de houding van De Gaulle. De eenheid van actie die de CPN blijft propageren is nu niet meer in de eerste plaats gericht tegen de dreigende bewapening van West-Duitsland met atoomwapens, maar tegen “het Amerikaanse NAVO-regime”. Dit eerste artikel zou dus kunnen wijzen op een verbetering van het CPN-standpunt dat jarenlang om het agressieve Amerikaanse imperialisme heen draaide in het kader van de “PvdA-oriëntering”.

Het tweede artikel van De Groot laat zien dat deze woorden voornamelijk neergeschreven werden om de pro-Chinezen in de partij ter wille te zijn en om de CPN nog verder op Peking te oriënteren, in de eerste plaats wat betreft het vasthouden aan de stalinistische methoden.

De Groot valt namelijk – indirect – alle opposanten aan: de pro-Chinezen die vinden dat de CPN-lijn nog niet voldoende overeenkomt met die van Peking, en verder de Chroesjtsjov-gezinden.

Bij beide groepen bestaat grote weerstand tegen de “nieuwe lijn” die een paar jaar geleden is ingezet. Maar voor De Groot zijn de Chroesjtsjovisten de grote vijanden. In dat verband is de volgende passage van belang: “Onder andere bestaan in Amsterdam groepen en klieken, buiten en binnen de partij, waaruit bladen als het Algemeen Handelsblad en Vrij Nederland hun venijn kunnen zuigen om twijfel en onbehagen onder de partijleden en kiezers te verwekken, wantrouwen tegen de partijleiding of personen in de partijleiding te stoken”. Wanneer men weet dat er in de twee genoemde bladen de afgelopen tijd artikelen zijn verschenen waarin werd aangetoond dat de CPN-lijn zich steeds verder in pro-Chinese richting ontwikkelt en dat de CPN tegelijkertijd steeds kritischer, vijandiger soms zelfs, tegenover de Sovjet-Unie wordt, dan is duidelijk dat deze passage in de eerste plaats tegen de Chroesjtsjovisten is gericht. De achteruitgang van de partij in Amsterdam (en in meer stedelijke centra) wijt De Groot “aan het feit dat niet alle communisten daar van de nieuwe oriëntering overtuigd zijn en bij voorbeeld de afdelingen in Brabant en Limburg, waar een geheel nieuwe partij is gegroeid, hen daarin vooruit zijn”. Hoeveel verklaringen heeft De Groot in al die jaren dat hij aan de touwtjes trekt al niet gegeven voor de achteruitgang van de CPN? Vroeger waren het de trotskisten, daarna de anarchisten, toen de revisionisten, de titoïsten, de Speidel-knechten en nu zijn het dan de pacifisten en chroesjtsjovisten. Want de fout lag natuurlijk altijd bij de anderen – nooit bij De Groot zelf die nog altijd meent onfeilbaar te zijn, en in die opvatting wordt gesteund door een stel partijbestuurders dat werkelijk te laf is om de krankzinnige “theorieën” en “nieuwe lijnen” te bestrijden.

Wethouderszetel

De Groot heeft in het tweede artikel een “onverzoenlijke strijd tegen obstructie van welke aard ook” aangekondigd en het is duidelijk dat die strijd niet in de eerste plaats gevoerd zal worden tegen de pro-Chinezen die zelfs tot in de hoogste organen van de CPN hun posities hebben behouden. Op 5 april heeft De Groot gesproken voor het Amsterdamse kader van de partij.[2] Niemand anders kwam aan het woord want ook na de pauze was er maar één man die sprak. Mogelijkheid tot discussie was er niet – en de vele ontevredenen hebben dat recht blijkbaar ook niet opgeëist. Wel een bewijs hoe het met de interne democratie is gesteld.

Op deze vergadering heeft De Groot opnieuw de bestrijding aangekondigd van hen die “voort gaan met de verdediging van het revisionisme en Chroesjtsjov”.[3] Bijzonder onthullend is verder dat de achteruitgang in Amsterdam mede wordt “verklaard” door het overlijden van één functionaris. Zouden de Amsterdamse communisten dergelijke smoesjes werkelijk nog slikken?

Het is in ieder geval duidelijk dat er weer koppen zullen vallen, want De Groot heeft al aangekondigd “dat het de hoogste tijd is om in de Amsterdamse partij de leninistische politieke en organisatiebeginselen toe te passen en hen, die naar binnen of naar buiten blijven ageren tegen de partijpolitiek, zoals deze is vastgesteld op het laatste partijcongres, aan de deur te zetten.”

En De Groot zal die slachtoffers in de eerste plaats zoeken bij hen die ageren tegen de steeds verder gaande invloed van Peking in de partij welke De Groot, misschien wel met goedkeuring van de Chinezen, weet te combineren met de verdediging van de monarchie en aanvallen op republikeinen.

Toch heeft De Groot de bezoekers van deze Amsterdamse vergadering beslist niet geheel zonder perspectief voor de nabije toekomst naar huis gestuurd. Hij heeft namelijk bekend gemaakt wat de inzet voor de raadsverkiezingen in Amsterdam zal zijn: een wethouderszetel voor de CPN!

Hoe revolutionair. Maar we herinneren ons de maanden vlak na de laatste oorlog. Ook toen stonden De Groot en zijn bestuur bij Schermerhorn en Drees te dringen om een zeteltje. Toen ging het om een ministerspostje, nu om een wethouderszetel. Misschien typeert dat nog wel het beste de betekenis van alle “koerswijzigingen” die de CPN de laatste twintig jaar te zien heeft gegeven.
(10 april)
LEEN KEMPERS

Naschrift

Nadat wij bovenstaande regels schreven is in DE WAARHEID een communiqué van het partijbestuur van de CPN verschenen waarin een aantal maatregelen bekend worden gemaakt die volkomen in overeenstemming zijn met onze verwachtingen. Het royement van Baruch is namelijk een nieuwe concessie aan de pro-Chinezen in de partij, tegen wie geen enkele maatregel werd genomen. Na zijn royement heeft Baruch verklaringen afgelegd tegenover Het Parool en Vrij Nederland. Hieruit blijkt, zoals men al kon opmaken uit het vroegere communiqué van de CPN waarin zijn schorsing als bestuurder bekend werd gemaakt, dat Baruch in grote lijnen de standpunten van de CPSU onderschrijft en dat hij indertijd in het partijbestuur, als enige, stelling heeft genomen tegen de “nieuwe” politieke lijn van de CPN die meer nog dan een onderschrijven van de Chinese stellingen een scherpe distantiëring van de Sovjet-Unie inhield. Op dit moment, op het ogenblik namelijk dat Baruch het recht van discussie opeiste, was het duidelijk dat De Groot pas tevreden zou zijn als Baruch uit de partij zou zijn verwijderd. Baruchs ontslag als redacteur van De Waarheid in 1965 was een stap op weg naar dat royement. Het blijkt nu dat Baruch zich de mond niet heeft laten snoeren. Hij heeft – waarschijnlijk als eenling, en dus vrij geïsoleerd – een lang artikel geschreven dat een kritiek bevatte op De Groots boek, De Dertiger Jaren, dat ook in De Internationale scherp gekritiseerd is. Nadat hij dit “artikel aan Politiek Cultuur had opgestuurd (waarvan de redactie het natuurlijk weigerde) heeft hij het vermenigvuldigd en aan een groot aantal leden van de CPN opgestuurd. Als lid van de CPN had hij natuurlijk het volste recht een dergelijke kritiek te schrijven maar de uitwerking was dat de recensie betiteld werd als een persoonlijke aanval op De Groot, wat het ten dele ook was. Wat dat betreft heeft Baruch het de partijleiding waarschijnlijk onnodig makkelijk gemaakt – maar een juiste beoordeling daarvan kunnen we niet geven omdat we het stuk van Baruch niet kennen, evenmin als zijn stuk uit 1964 waarmee hij zijn aanval op de CPN-politiek begon.

Het communiqué van 12 april bevat overigens een aantal interessante punten, die zowel door de “Chroesjtsjovisten” (zo worden Baruch en zijn medestanders in de CPN genoemd!) als door de pro-Chinezen begroet worden. In het communiqué wordt namelijk enige afstand genomen van de vriendelijke houding tegenover de PvdA-leiding die in het verleden het “gezamelijke front” van de PvdA en CPN moest “inluiden”. Ook wordt de NAVO-politiek scherper dan in het verleden gekritiseerd. Het feit dat zowel Baruch als Klinkenberg (de ex-Waarheid-journalist wiens royement vrijwel zeker zal volgen) ook tegen deze pro-PvdA politiek bezwaar hebben gemaakt en het zwijgen over de NAVO-politiek hebben afgekeurd maakt duidelijk dat bij Baruch en Klinkenberg beslist niet gesproken kan worden van een rechtse oppositie. In dat verband is het belangrijk wat Baruch aan Vrij Nederland verklaarde:
"Een van mijn bezwaren in het verleden was dat ze aanvankelijk het Vietnam-conflict als een plaatselijke “normale” oorlog beschouwde en dat ze zelf geen actie in Nederland heeft ontwikkeld maar achter de beweging die in Nederland was ontstaan is aangelopen.” Met “ze” bedoelt Baruch de CPN-leiding. Deze kritiek is volkomen juist en we hebben in De Internationale jarenlang in de zelfde trant geschreven. Het communiqué van de CPN zegt over de PSP-winst: “Een belangrijk deel van de kiezers van de PvdA is naar de PSP overgelopen, hetgeen een teken is van protest tegen de NAVO-politiek, de militarisering en de ondersteuning van de Amerikaanse agressie in Vietnam, die door de regering met steun van ministers van de PvdA onveranderd bedreven wordt.”

Hier ontbreekt echter volkomen de erkenning dat zowel de PvdA als de CPN ook stemmen verloren hebben aan de PSP door het pro-republikeinse standpunt dat de pacifisten innamen en dat door de CPN op een volkomen opportunistische manier bestreden werd. Een van de argumenten die tegen Klinkenberg wordt aangevoerd is dan ook het feit dat hij in Panorama een artikel had geschreven over het fascistische milieu van de planters in Tanganyika waar het gezin von Amsberg in verkeerde. Verder wordt Klinkenberg verweten dat hij in het Handelsblad (waaraan Paul De Groot zelf een paar jaar geleden een groot interview heeft afgestaan!) artikelen heeft geschreven, o.a. over Maiski die ambassadeur van de Sovjet-Unie was in Londen ten tijde van het Ribbentrop-Molotov-pact. In het door De Waarheid gepubliceerde communiqué wordt deze Maiski een van de “rechtse elementen in de Sovjet-Unie genoemd. Wij kennen alle opvattingen van Maiski niet en hebben ook zijn door Klinkenberg gerecenseerde boeken niet gelezen, maar we weten wel dat het o.a. Maiski was die scherp heeft geprotesteerd tegen een rehabilitatie van Stalin. In overeenstemming met de opvattingen van de Chinezen noemt De Groot dat natuurlijk “rechts”.

Voorlopig trekken wij uit deze nieuwe ontwikkelingen in de CPN de volgende conclusies:
1. De CPN-leiding heeft zich gedwongen gezien een aantal van haar meest in het oog lopende rechtsopportunistische standpunten bij te schaven. Deze wijziging is echter voorlopig nog een papieren verklaring en de komende maanden zullen uitwijzen of de CPN-leiding bereid is deze wijziging ook in de praktijk door te voeren.
2. De andere taal van het jongste communiqué sluit zowel aan bij de kritiek van de pro-Chinezen als bij die van de Chroestsjovisten.
3. Het feit dat alleen maatregelen genomen werden tegen de laatste groep maakt aannemelijk dat de scherpere houding tegenover NAVO en PvdA in de eerste plaats bedoeld zijn als concessie aan Peking, al was de kritiek in de CPN tegen de rechtse lijn vrij algemeen zoals bleek op een vergadering van het Amsterdamse kader die op vrijdag 8 april werd gehouden. Baruch moest tevens dienen als zondebok voor de CPN-nederlaag bij de verkiezingen.
4. De Groot zal doorgaan met het politiek. Hij heeft daarvoor in het partijbestuur nog steeds een stevige meerderheid. Toch is ook daar verzet tegen zijn door grillige invallen bepaalde lijn. De verwijdering van Jaap Wolff uit het dagelijks bestuur wijst daarop. Tegen iedereen die het, hoe voorzichtig ook, voor Baruch en Klinkenberg zal opnemen, zal dit partijbestuur de royementsbijl hanteren.
5. Het is mogelijk dat de pro-Chinese communisten zullen afzien van hun pogingen een eigen partij op te richten. Vooral de Rotterdamse Chinese groep is blijkens haar maartnummer nogal tevreden over de IN DE CPN behaalde resultaten.

Wij roepen hen op gezamenlijk te strijden voor het recht van discussie en het bezitten van een afwijkende mening. Dat betekent op dit ogenblik concreet: de mogelijkheid dat Baruch in de organen van de CPN (Politiek en Cultuur en De Waarheid in de eerste plaats) zijn bezwaren tegen de lijn van de huidige CPN-leiding bekend kan maken en verdedigen.

Het stalinisme is de grootste vijand van de communistische beweging!
L.K.

_______________
[1] De Waarheid van 30 maart en 1 april.
[2] Voor een verslag: zie De Waarheid van 6 april.
[3] Ook deze verscherping van de strijd tegen Chroesitsjovisten (in het algemeen de opposanten binnen de CPN die niet op een Chinees standpunt staan, De Groot en diens uiterst rechtse lijn bestrijden, en verder opkomen voor meer discussie) ligt geheel in de lijn van de Chinezen.
In dit verband is het ook tekenend dat de CPN naar het 23ste Congres van de CPSU een delegatie van onbetekenende figuren heeft gezonden. Van de 3 delegatieleden is er slechts één (Clerx) lid van het partijbestuur, de tweede (Pothoven) is correspondent van De Waarheid in Moskou en de derde (Swart) is redacteur van De Waarheid. Tot nog toe heeft De Waarheid geen zinnig verslag of beschouwing van het congres gepubliceerd. De delegatie had kennelijk als belangrijkste opdracht gegevens te verzamelen voor De Groot zelf. De lezers van De Waarheid moeten hun informatie maar uit de burgerlijke pers halen.