Redactie

Trotski en de collectivisering


Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, aug. 1965, jg. 8.
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


In het julinummer van ons blad publiceerden wij een deel van de verklaringen die Trotski heeft afgelegd voor de zogenaamde Dewey-commissie die in april 1937 een onderzoek heeft ingesteld naar de beschuldigingen die gedaan zijn tijdens de Moskouse processen. De verklaringen die wij publiceerden hadden betrekking op de industrialisering van de Sovjet-Unie. Nu volgt een deel van de verklaringen die handelen over de collectivisering van de landbouw.
De tekst spreekt voor zichzelf.

Goldman: Wilt u ons in het kort vertellen hoe uw houding was tegenover de collectivisering in 1928?

Trotski: Hij was gelijk aan die tegenover de industrialisering met een zekere verschuiving in de tijd. Onze strijd voor de collectivisatie begon een jaar of achttien maanden later dan onze strijd voor de industrialisering. Onze strijd tegen de haastige collectivisering ook een jaar later dan die tegen de haastige industrialisering. In het Vijfjarenplan dat door het Politbureau was aangenomen – niet de tweede doch de derde versie met het hoge coëfficiënt voor de industrie – stond dat aan het eind van het Vijfjarenplan twintig tot vijfentwintig percent van de boeren in collectieve boerderijen zou zijn ondergebracht. Maar in het derde jaar was het meer dan zestig percent – in het derde jaar van het plan. Er was besloten dat alle boeren gecollectiviseerd moesten zijn tijdens het eerste plan. Wij protesteerden dat dit niet mogelijk was. Wij zeiden: “Jullie hebben niet de noodzakelijke landbouwmachines, tractors enz. Is niet belangrijker, het culturele peil van het land, wegen, geschoolde technici enz.”

Goldman: Wat is uw mening op dit moment over het resultaat van de collectivisering in de Sovjet-Unie?

Trotski: Het is moeilijker dan met de industrie. Ik moet zeggen dat de Sovjet-statistieken – en ik zeg dat met grote spijt – even vals zijn als de beschuldigingen. Ik weet uit eigen ervaring dat eerlijke statistici, die de huidige situatie juist weergaven, gevangen werden gezet en naar Siberië werden gezonden, omdat hun uitkomsten in strijd waren met de plannen van de bureaucratie. Door de wisseling van namen van de leiders van het statistisch bureau te volgen, kan men de verschillende fasen volgen in de ontwikkeling van de ideeën van het Politbureau. De statistiek is gelijkgeschakeld. Daarom moeten lieden die de zaken theoretisch willen benaderen hier empirisch te werk gaan op basis van geïsoleerde feiten uit de Sovjetpers.

Met de industrie is dat gemakkelijker, deze is geconcentreerd. De landbouw is verspreid en daarom is een algeheel overzicht veel moeilijker. Maar ik ontkende de successen van de collectivisering nooit. Integendeel, ik verdedigde de collectivisering tegenover de burgerlijke en reformistische kritiek. Maar tegelijkertijd verdedigde ik de collectivisering tegen de Sovjetbureaucratie. Deze volledige collectivisering in vijf jaar gaf de economie niet de noodzakelijke economische resultaten, maar hij gaf – ik ken de getallen niet precies – honderden, duizenden, miljoenen geliquideerde boeren.

Goldman: U was tegen de collectivisering langs administratieve weg?

Trotski: Dat is juist. Ik stond erop dat de collectivisering, die het hoogste niveau van activiteit van de boeren verlangd, geheel in overeenstemming en met bewuste medewerking van de boeren zelf geschiedde. Dat het noodzakelijk was hen de zaken uit te leggen, hen te onderwijzen en hen te winnen en niet de koelakken te doden. Ik ben niet bang voor de koelakken. Koelakken zijn boeren die andere boeren uitbuiten. De bureaucratie doodde de koelakken en dreef door deze methode de andere boeren in het kamp van de vijandige elementen, omdat zij bang waren.

Dewey: Mr. Goldman, ik verstond dat Mr. Trotski zei, dat bepaalde statistici gevangen werden genomen en verbannen werden omdat zij de zaken alleen eerlijk wilden voorstellen.

Trotski: Ja.

Dewey: Hoe komt u aan deze informaties?

Trotski: Ik kan de naam noemen van een zeer wetenschappelijk man, de autoriteit Bazarow. In zijn jeugd was hij een bolsjewiek, maar hij was voornamelijk een man van de wetenschap. Hij werkte in de Plancommissie en gedurende het proces waarvan hier sprake is, van proces tegen de mensjewieken en tijdens de Industriële Partij waren er twee leden van de Industriële Partij en twee mensjewieken. Het proces tegen de Industriële Partij had tot doel specialisten en ingenieurs van de Plancommissie te beschuldigen van onjuiste plannen. Zij werden de zwarte schapen van het eerste Vijfjarenplan.

Toen kwam het tweede proces tegen de mensjewieken, twee mensjewieken de welbekende Soechanow, de historicus en Groman de econoom. Zij bekenden. Niemand weet waar zij zijn. De derde Bazarow, met hen in verbinding gebracht, weigerde te bekennen. Hij is verdwenen, niemand weet waar hij is. Het was een gevolg van hun werk in de Plancommissie. Bazarow was een van onze beste statistici en mathematici.

Een ander was Popow. Hij was de chef van het Statistisch Bureau van de staat. Hij werd ontslagen en daarna veroordeeld. Ik ken zijn lot niet. Misschien is hij in de gevangenis, misschien in Siberië. Maar de reden ken ik wel. De man die deze actie op touw zette was Yakowlew, die Volkscommissaris voor landbouw werd. Hij presenteerde absoluut vervalste statistieken.

Goldman: Heb ik juist verstaan dat u hebt gezegd; dat de ingenieurs die terechtstonden tijdens het proces tegen de Industriële Partij verantwoordelijk waren voor de eerste versie van het oorspronkelijke Vijfjarenplan?

Trotski: Ja.

Goldman: En dat de Sovjetautoriteiten hen de zwarte schapen maakten voor het langzame tempo?

Trotski: De beide ingenieurs verkleinden de socialistische mogelijkheden. De ingenieurs hadden hun eigen antwoorden niet. Zij toonden wat zij aan het Politbureau overdroegen. Daarna toonden zij met hun potloden de cijfers in hun tabellen en documenten. Toen de situatie veranderd was, zei het Politbureau: “Hun documenten zijn slecht, hun cijfers zijn slecht. Wij moeten ze doodschieten.”

(Uit The Case of Leon Trotski, Report of Hearings on the charges made against him in the Moskow trials. Plaats van de handeling: Coyoacan, Mexico.)