E.J.

Het PSP-congres. Drie slechte resoluties


Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, nov. 1965, jg. 8.
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
Nederland: de ontwikkeling van de arbeidersklasse en de bourgeoisie
Vlaamse en Friese beweging
Rebel in Vlaanderen, stalinist in Nederland

Het PSP-congres dat op 2 en 3 oktober werd gehouden had als grote verdienste dat de partij zich uitsprak tegen de monarchie en voor de republiek. Als men de rest van het congres moet beoordelen naar de drie andere resoluties die werden aangenomen (binnenlandse politiek, buitenlandse politiek en luchtvervuiling) is er voor de arbeiders weinig om over te juichen, en veel om te kritiseren. De drie resoluties zijn weinig precies geformuleerd en stralen door het pacifisme van de partij een reformisme uit dat niet veel verschilt van dat wat wij van de PvdA gewend zijn.

De eerste vier punten van de resolutie over de binnenlandse politiek zijn gewijd aan “het levenspeil van de bevolking”. Na geconstateerd te hebben dat de sociaaleconomische situatie in ons land nog steeds gekenmerkt wordt door het groter worden van de inkomens- en vermogensverschillen waardoor een belangrijk deel van de bevolking van een te laag inkomen moet leven, bepleit en constateert de resolutie: het minimumloon moet tot f 120,- schoon per week worden opgetrokken; dat met ingang van 1966 een maand uitkering als vakantiegeld aan de AOW- en AWW-trekkers moet worden uitbetaald terwijl men ook een uitkering ineens over 1965 bepleit; de voorgestelde verhoging van de indirecte belastingen dienen als onsociaal te worden afgewezen; hetzelfde geldt ten aanzien van de spaarbrief Vondeling van f 100,- de verlaging van de inkomsten- en loonbelasting met één miljard gulden brengt de handhaving en uitbreiding van collectieve voorzieningen in ernstig gevaar en in de vierde alinea zegt men van mening te zijn dat de regering onvoldoende optreedt tegen de voortdurende prijsstijgingen.

Men ziet nergens een fundamentele eis. De begrippen “arbeidersklasse” en “klassenstrijd” zijn zorgvuldig uit de resoluties geweerd en niet eenmaal is er sprake van de strijd voor het socialisme. Men zal ons tegenwerpen dat wij iedereen veroordelen die zich niet in het marxistische “jargon” uitdrukt. Niets is echter minder waar. De marxistische terminologie heeft een zeer precieze betekenis en inhoud en men zal niet kunnen ontkennen dat zij die spreken over “een belangrijk deel van de bevolking”, “collectieve voorzieningen” en van de ondernemersregering verwachten dat hij “iets meer tegen de prijsstijgingen zal doen” niet uitgaan van de strijd van de arbeiders tegen hun patroons en het staatsapparaat van deze patroons. Wij hebben er niets tegen dat de PSP de verhoging van de indirecte belastingen afwijst, dat men de AOW- en AWW-trekkers een uitkering wil laten geven en dat de geldklopperij van Vondeling veroordeeld wordt, maar wel hebben wij er bezwaar tegen dat men de minst betaalde arbeiders met f 120,- naar huis wil sturen terwijl de kosten van levensonderhoud rondom de f 150,- liggen.

Wij vinden het onzin dat de PSP zich druk maakt over collectieve voorzieningen die UIT DE INKOMSTEN- EN LOONBELASTING betaald moeten worden. Hoe komt het dat de PSP niet op de gedachte gekomen is om te propageren dat de progressiviteit van de belastingen moet worden opgevoerd zodat de arbeiders minder en de kapitalisten en kleinburgers meer moeten betalen. Het antwoord klinkt misschien wat onaardig, maar ligt dit niet aan het feit dat er in de PSP teveel mensen zijn die boven de f 10.000,- verdienen en te weinig die genoegen moeten nemen met het minimumloon?

Hetzelfde geldt ten aanzien van dat minimumloon. Waarom komt de PSP niet op voor een minimumloon ter hoogte van de kosten van levensonderhoud. Denkt men misschien, net als in de PvdA en het NVV, dat dit toch niet “haalbaar” is? Over het hoofd heeft men kennelijk ook gezien dat deze eisen RECHTVAARDIG zijn en het klassebewustzijn van de arbeiders scherpen. Ten aanzien van de prijzen ligt de opvatting van de PSP ver achter bij talrijke vakbondsbureaucraten die onder druk van hun gelid reeds hebben moeten erkennen dat men er niet komt met aandringen op prijsmaatregelen van de regering en dat het stellen van de eis van EEN PERMANENTE OPENBREEK-CAUSULE of DE GLIJDENDE LOONSCHAAL, een beter middel is om het levenspeil van de arbeiders tegen de geldontwaarding en de prijsstijgingen te beschermen.[1]

Ten aanzien van het probleem van de woningnood is de resolutie juist wat betreft de eis dat woningbouw en woningbeheer gesocialiseerd (dit woord heeft men niet gebruikt!) moeten worden maar deze juiste eis wordt belast met het oordeel “dat de door de Regering voorgenomen huurverhogingen als middel in de strijd tegen de woningnood afgewezen moet worden.” Een werkelijk onsocialistische opvatting, dat de regering van de huisbazen en ondernemers, huurverhogingen zouden willen gebruiken om de WONINGNOOD te bestrijden. Heeft het PSP-congres (wij werden helaas niet uitgenodigd anders hadden wij het antwoord op de vraag geweten) geen seconde gedacht aan de enorme winsten van bouwondernemers als bv. Zwolsman e.d. Als de PSP zich daarmee wel heeft beziggehouden, dan is men toch verdraaid slordig met formuleren.

Dat het congres zich uitsprak voor de verdediging van het stakingsrecht en tegen het BBA 1945 is verheugend. Het blijven echter sympathieke uitlatingen als het hier niet onmiddellijk de richting wordt aangegeven waarin moet worden gegaan. Het propageren van strijd in de bedrijven en de massavakbeweging voor het bereiken van deze doelen ontbreekt. Een comité ter verdediging van het stakingsrecht (waar wij volkomen achter staan!) is niet voldoende. De vakbeweging ontbreekt trouwens geheel in het stuk. Niet onbegrijpelijk overigens omdat de PSP zich tot nu toe geen duidelijke mening heeft gevormd over de vakbeweging. Een kwestie die naar onze mening reeds lang aan de orde had moeten komen in de partij.

Met het laatste punt van de eerste resolutie zijn wij het geheel oneens. Hij luidt: “spreekt ten slotte uit dat zij het ernstig betreurt dat bij de nieuwe regeling van het radio- en tv-bestel is afgezien van het tot stand brengen van één algemene omroep onafhankelijk van kapitaalbelangen of pressiegroepen.” Waar komt dit nu op neer? In het gunstigste geval betekent dit onder de huidige omstandigheden de verwezenlijking van het nationale omroep-idee van de VPRO. Is dat een algemene omroep zonder kapitalisten? Neen, ook de PSP zal dit niet bedoelen. Wat bedoelt men dan wel? Een BBC? Zijn daar geen kapitaalsgroepen? Een algemene omroep zonder kapitalisten eisen op dit moment, is loflijk maar even onzinnig als de eis dat de rechtspraak geen klassenjustitie mag zijn. De voorlichtingsmedia, pers, radio, tv en de rechtspraak, om maar enkele te noemen, zijn zo onafscheidelijk verbonden met de maatschappij waarin wij leven dat zij pas ontdaan kunnen worden van kapitaal- en pressiegroepen als de structuur van de maatschappij is veranderd. De zuilenomroep heeft het voordeel dat de bourgeoisie de VARA zendtijd moet toestaan. Dat de VARA onder dictatuur van Jan Broeksz, oppercarrièremaker no. 1, er zo beroerd gebruik van maakt, is een andere kwestie, maar Nederland is het enige land in Europa waar de arbeiders een eigen omroep hebben. De eis van een algemene omroep op dit moment is uitschakeling van de VARA vragen.

Buitenlandse politiek

Nadat wij in Bevrijding van 26 juni in een artikel van Bram v. d. Lek over Vietnam het volgende hadden gelezen waren wij uiteraard benieuwd naar de resolutie van het PSP-congres over de buitenlandse politiek.
Van der Lek schreef o.a.: “De Amerikanen geloven aan de noodzaak “in Azië te blijven”. Het zou niet realistisch zijn te eisen dat zij heel Vietnam ontruimen. Het lijkt ons mogelijk overeen te komen dat de VS één of meer bases aan de kust van Zuid-Vietnam behouden voor een nader overeen te komen tijd. Dit zou hen, ook voor hun publieke opinie geruststelling geven dat ze hun gordel van steunpunten rond China houden.” Tot zover de pacifistische hoofdredacteur van Bevrijding. Wij kunnen een dergelijke opvatting niet anders noemen dan pro-imperialistisch en contrarevolutionair. De resolutie van het Congres zit vol “onduidelijke” formuleringen. Laten wij enige voorbeelden noemen.

De resolutie begint aldus: “Van mening, dat met het voortschrijden van de politieke dekolonialisatie ook de economische ontvoogding in de wereld met kracht bevorderd moet worden, constaterende, dat de negatieve houding van de westelijke naties t.a.v. deze ontwikkeling in toenemende mate tot spanningen en zelfs tot oorlogsgevaar leidt, acht het krachtdadig bevorderen van economische hulpverlening een der eerste taken en alleen mogelijk indien eigen economische ontwikkeling hierop afgestemd wordt en voorts indien de hulpverlening geschiedt onder het gezag van de Verenigde Naties.” Wat hier bedoeld wordt heeft met socialistische politiek niets te maken. Economische hulpverlening aan politiek gedekoloniseerde gebieden (welke zijn dat?) via het instituut van het Amerikaanse imperialisme (de Verenigde Naties) betekent niets meer of minder dan bestendiging van het kolonialisme en neokolonialisme in de landen van de zogenaamde Derde Wereld. Hoe stelt de PSP zich voor dat kapitalistisch Nederland bv. zijn economie zal afstemmen op de hulpverlening aan “politiek gedekoloniseerde gebieden”?

Wie gaat de liebesgaben sturen, Philips, AKU, Unilever of Shell? De resolutie beklaagt zich over de negatieve houding van de westelijke naties. Wat verwacht men? Wat de westelijke naties beogen in de koloniale landen wordt gedemonstreerd in Algerije, Congo, Vietnam, heel Latijns-Amerika, terwijl de Amerikaanse spionagediensten de laatste tijd hun partijtje hebben meegeblazen in het geschil tussen India en Pakistan en in Indonesië.

En nog zijn wij niet vergeten welke rol de Verenigde Naties in Korea hebben gespeeld.

Als de PSP zich uitspreekt “voor de uitbouw van de Verenigde Naties tot een wereldregering met wetgevende, rechtsprekende en rechthandhavende macht, gericht op een zo groot mogelijke vrijheid van individu en volk, voor zover dit niet in strijd is met het algemeen belang”,[2] dan wil men niets anders dan bestendiging van de huidige maatschappelijke verhoudingen en is alle gepraat over socialisme (wat men dus in de congresresoluties vermeden heeft!) verkiezingsgepraat om stemmen te vangen.

Socialisten zijn niet voor “het algemeen belang” en voor “een zo groot mogelijke vrijheid van het individu”. Wij zijn tegen de vrijheid van de kapitalisten om de arbeiders uit te buiten. Wij zijn voor de vrijheid van de arbeiders om de kapitalisten uit te schakelen in elk opzicht, economisch, politiek en militair. “De vrijheid van het individu” bestaat niet. Hij zal pas bestaan tijdens de hoogste fase van de socialistische maatschappij HET COMMUNISME, maar dan als vrijheid van het individu in de collectiviteit.

De Nederlandse koloniën in de West zullen lang op hun onafhankelijkheid moeten wachten als het aan de PSP ligt. Deze “acht het noodzakelijk dat Nederland ernst maakt met de politieke en economische onafhankelijkheid van Suriname en de Antillen.” Het woord “onmiddellijk” had men niet in zijn vocabulaire op het congres en aan de economische onafhankelijkheid zou minstens toegevoegd worden, dat de voormalige koloniën volledig schadeloos moeten worden gesteld voor de uitplundering door de Nederlandse imperialisten.

Wat het geschil India-Pakistan over Kasmir aangaat hoopt de PSP “dat het optreden van de Verenigde Naties zal bijdragen tot de uiteindelijke vreedzame oplossing van het probleem.” Over de noodzaak van zelfbeschikkingsrecht voor Kasmir geen woord.

Het uittreden uit de NAVO, ontbreekt niet in de resolutie maar de PSP heeft niet zo’n haast dat men niet bereid zou zijn de “legale weg” te bewandelen en te wachten met uittreden tot 1969 wanneer de verdragsbepalingen daartoe de gelegenheid geven.

Aan het slot van de resolutie “dringt men er bij de mogendheden die beschikken over atomaire wapens op aan, afstand te doen van deze wapens enz.” Ook hier is het streven loflijk maar een oproep tot militant pacifisme tot de arbeiders van dit land ontbreekt. De PSP wenst en constateert, maar schrikt voor de consequentie van zijn woorden bij iedere regel die er op papier komt. Geen woord over de raketbases, atoomkoppen en atoombomkanonnen die zich in Nederland bevinden. Geen woord over het toenemende militaristische gedaas in bepaalde kringen in dit land. Geen woord over enige directe actie tegen de oorlog.

Luchtverontreiniging

De luchtverontreininging is een belangrijke zaak omdat hij in de eerste plaats de arbeiders treft die met honderdduizenden in de grote steden zijn samengepakt. De luchtverontreiniging is een typisch voorbeeld van de roofbouw die de uitbuiters op de mensheid plegen. De strijd tegen deze luchtverontreiniging dient naast de strijd voor de 40-urige werkweek, de vier weken vakantie en andere eisen in de programma’s van de arbeiderspartijen en vakbonden te worden opgenomen. En het zal niet bij programma’s mogen blijven want de luchtverontreiniging bedreigt in steeds heviger mate onze gezondheid.

Maar ook hier heeft de PSP de plank misgeslagen, wat zegt de resolutie namelijk: “... dat het afwegen van het voordeel van industrialisatie tegen het nadeel van de milieuverontreiniging alleen door de overheid en in volle openbaarheid kan en dient te geschieden.”

Weer wordt hier het staatsapparaat van de bourgeoisie een functie toegedacht die hij niet zal vervullen. In plaats van te eisen dat de vakbeweging de strijd tegen de aanslag op de gezondheid van de arbeiders gaat voeren, komt de PSP niet verder dan burgerlijk parlementair gescharrel. Geen arbeider zal een dergelijke eis in zijn hoofd halen. Hij heeft ervaring met overheidsdiensten die voor zijn gezondheid moeten waken. Laten wij denken aan de volkomen corrupte en onhanteerbare Arbeidsinspectie, die voor de uitvoering van de Arbeidswet en de verschillende veiligheidsbepalingen moet zorg dragen. Wij zijn beslist vóór een wet die lucht- en waterverontreiniging strafbaar stelt, maar de uitvoering en de controle kan niet aan de overheid worden toevertrouwd. De arbeiders zullen in hun bedrijven en middels hun vakbonden volledige bevoegdheid moeten krijgen om elke gewenste controle uit te oefenen en maatregelen voor te stellen die de ondernemer moet nemen op straffe van hoge boetes. Dit laatste zou trouwens ook moeten gebeuren ten aanzien van de bedrijfsveiligheid, arbeidstijd e.a.
Men zal niet verbaasd zijn dat wij na het bovenstaande concluderen weinig bewondering te hebben voor de politieke bagage van de PSP. Het congres heeft meer dan ooit onderstreept dat de PSP voorbestaat bij de gratie van zijn vaagheid, die echter duidelijk niet-proletarisch is ook al wordt bij iedere radio-uitzending een stukje van De Internationale gespeeld.
E.J.

_______________
[1] In dit verband is het volgende citaat uit FRONT, orgaan van de Algemene Bond van Werkers in het Mijnbedrijf interessant (september 1965): “Zolang nog geen stelsel uitgevonden is, waarbij de lonen stijgen en de prijzen dalen, geeft het stelsel van de glijdende loonschaal waarborgen tegen een vermindering van de koopkracht van het loon, neergelegd in de cao. Dit is dus een voordeel.”
[2] Uit: “Samenvatting van de belangrijkste beginselen van de Pacifistisch Socialistische Partij.”