Ed. Verheijen

India-Pakistan

(II, slot volgt)

Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, nov. 1965, jg. 8.
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
Hongersnood in India
Het ontwaken van Azië
Afghanistan, Pakistan, Centraal-Azië: “De dreiging van chaos”

(In het vorige nummer van De Internationale werd een tweede aflevering aangekondigd over de maatschappelijke achtergronden van de huidige politieke situatie op het Indiaas schiereiland. Wij stellen dit tot een later nummer uit en brengen nu eerst als aflevering II, een artikel over het vraagstuk Kasjmir.)

Bij de afscheiding van Pakistan in 1947 konden nergens bevredigende grenzen worden afgebakend. Dat bleek o.a. bij het conflict over de zg. Rann van Kutch, dat een soort aanloop tot de recente oorlog tussen India en Pakistan is geweest. Het betreft hier een groot moeras dat aan de Indiase Oceaan grenst zonder enige economische betekenis. Dat wil zeggen, tot er onlangs de aanwezigheid van olie werd vermoed. Deze kwestie is echter slechts kinderspel vergeleken bij het probleem Kasjmir.

De bevolking in dit bergachtige noordelijke gebied, begrensd door India, Pakistan, Afghanistan en China is wat godsdienst betreft grotendeels islamitisch. De in 1947 regerende vorst was een Hindoe en door zijn toedoen werd Kasjmir aan India gebonden. Bij dit besluit kwam de bevolking niet te pas. Dit komt wel goed tot uitdrukking in het feit dat de Indiase regering er een zware militaire bezetting noodzakelijk achtte, die beslist niet alleen tegen eventuele aanvallen van Pakistan was gericht. Niet dat overigens het islamiet zijn van de bevolking automatisch een besluit voor aansluiting bij Pakistan met zich mee zou moeten brengen, ook al werd die neiging door de Indiase overheersing wel gestimuleerd.

Na alle ellende die de leiders van de Muslim League, de stichters van Pakistan (zie: India-Pakistan, I) over de bevolking van India hebben uitgestort, is er immers weinig reden om een dergelijke tendens toe te juichen en onder de indruk te komen van het spelen van de “vermoorde onschuld” en de edele beschermer van de belangen der bevolking van Kasjmir door de regering van Pakistan.

Tegenover de godsdienstige basis van de staat Pakistan is de Indiase staat terecht niet op het hindoeïsme of enige andere godsdienst gefundeerd; en enkele tientallen miljoenen islamieten zijn Indiaas staatsburger zonder enige behoefte te hebben naar Pakistan te emigreren. Een revolutionaire marxist zou tot op het laatste ogenblik hebben moeten strijden tegen de afscheuring van Pakistan. Ook daarna zou aansluiting bij India van gebieden waarover nog geen beslissing was gevallen nog een tijdlang de voorkeur hebben verdiend. Wegens het feit o.a. dat het Pakistaanse regime meer reactionair was dan het Indiase. Dit is in sommige opzichten nog steeds het geval. Er is bv. voor de arbeidersbeweging nog iets meer speling in India. Maar dit laatste heeft beslist zijn grenzen. We hebben dit gezien aan de gewelddadige manier waarop aan de volkomen democratisch tot stand gekomen deelstaatregering van Kerala een eind werd gemaakt; en waarop nu weer in begin 1965 na een nieuwe grote communistische overwinning (i.h.b. van de Chinese vleugel) alweer door New Delhi van buiten af een regering is opgelegd, over het hoofd van de bevolking van Kerala heen. Honderden communisten zitten in India in de gevangenis op grond van vage verdenkingen van “met China te heulen.”

Ook de buitenlandse politiek van India is steeds meer pro-imperialistisch geworden en verschilt in wezen niet zo veel van die van Pakistan, dat nu niet meer zo strak aan de leiband van het imperialisme loopt als het vroeger deed. De zg. neutraliteit van India werd zelfs nogal opvallend ongedaan gemaakt door de opzet van gecombineerde militaire manoeuvres met het imperialisme in het kader van de strijd tegen China, enige tijd geleden.

Dit alles mag overigens de in brede kringen bestaande sympathie voor het standpunt van Pakistan beslist niet sterken. Aansluiting bij Pakistan, al of niet via de verkiezingen onder toezicht van de VN is geen oplossing. Het reactionaire en dictatoriale Ayub-regime opent geen enkel perspectief voor de bevolking. Ondanks de achterlijkheid van Kasjmir en de verhitte chauvinistische, godsdienstige en andere demagogie waaraan de bevolking van vele zijden is blootgesteld, is er een gezonde tendens ontstaan naar zelfbeschikking, en dat niet automatisch in de richting van aansluiting van Pakistan. De neiging tot het winnen van autonomie voor Kasjmir is groeiende. De strijd hiervoor is echter nog niet helemaal duidelijk uitgewerkt. Aan de leiders is soms een zekere overgrote voorzichtigheid en opportunisme niet vreemd. Te zeer zijn zij bereid tot onderhandelingen die toch niets zullen opleveren.
Maar zo duidelijk ligt de zaak toch wel dat de Indiase regering via haar stromannen in Srinagar, nu de regering al spoedig tot arrestaties overging. Zo werden op 7 maart 160 leden der Referendum Party gevangen gezet. Sjeik Abdoellah, een ex-premier en de voornaamste leider van de beweging voor zelfbeschikking heeft 10 jaar, van 1954 tot 1964 in de gevangenis vertoefd. Hij werd na zijn bedevaart naar Mekkah op 8-5-65 weer gearresteerd samen met sjeik Mirza Afzal Beg, de voorzitter van de Referendum Party. Een daad die tot “ernstige ongeregeldheden” leidde. Het is vanuit deze gespannen sfeer van geweldheerschappij en groeiend verzet dat de guerrilla aanvallen vanuit door Pakistan bezet Kasjmir op het door India beheerste deel, zijn voortgekomen: een protest tegen de kunstmatige verdeling van het land. En zo evenzeer de radicalisering van de jongerenvleugels der zelfbeschikkingsbeweging die steeds ontevredener zijn geworden over het aarzelend optreden der leiders, waarover de NRC onlangs berichtte.

Wij zijn dus, ook op grond van de hele voorgeschiedenis van het conflict India-Pakistan, van mening dat de keuze niet mag zijn voor India of voor Pakistan, voor het ene zetbaasje van het imperialisme of voor het andere, maar voor zelfstandigheid, als de enige werkelijke oplossing voor het probleem Kasjmir. Het jarenlange gesol met de bevolking van Kasjmir moet beëindigd worden. Kasjmir onafhankelijk nu!
ED VERHEIJEN