Jozef Stalin

De Oktoberrevolutie en de tactiek van de Russische communisten


Geschreven: 17 december 1924
Bron: gestencilde brochure zonder nadere gegevens
Vertaling: onbekend
Deze versie: spelling en interpunctie
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren?

Laatst bijgewerkt:


Verwant:
Wat is de permanente revolutie? Basisstellingen
Stalin. De man en zijn invloed
Drie opvattingen over de Russische revolutie
Voorrede bij het boek Op weg naar Oktober

De buitenlandse en binnenlandse verhoudingen, waaronder de Oktoberrevolutie plaats vond

Drie omstandigheden van buitenlandse aard bepaalden de betrekkelijk gemakkelijke wijze, waarop het de proletarische revolutie in Rusland gelukte, de ketens van het imperialisme te verbreken en daarmee de macht van de bourgeoisie ten val te brengen.

Ten eerste, de omstandigheid dat de Oktoberrevolutie begon in de periode van de wanhopige strijd tussen de twee voornaamste imperialistische groepen, de Engels-Franse en de Oostenrijks-Duitse, toen deze groepen, onderling gewikkeld in een worsteling op leven en dood, tijd noch middelen hadden om aan de strijd tegen de Oktoberrevolutie ernstig aandacht te schenken. Deze omstandigheid was voor de Oktoberrevolutie van ontzaglijke betekenis, want zij schonk haar de mogelijkheid de scherpe botsingen binnen het imperialisme te benutten voor het bevestigen en het organiseren van haar eigen krachten.

Ten tweede, de omstandigheid dat de Oktoberrevolutie gedurende de imperialistische oorlog begon, toen de door de oorlog gekwelde en naar vrede dorstende arbeidende massa’s door de logica der dingen zelf naar de proletarische revolutie, als de enige uitweg uit de oorlog, werden gevoerd. Deze omstandigheid was voor de Oktoberrevolutie van de grootste betekenis, want zij gaf haar het machtige wapen van de vrede in handen, gaf haar de mogelijkheid de Sovjetomwenteling te verenigen met het beëindigen van de gehate oorlog en schonk haar daarmee zowel de massale sympathie van de arbeiders in het westen, als die van de onderdrukte volkeren in het oosten.

Ten derde, het aanwezig zijn van een machtige arbeidersbeweging in Europa en het feit, dat er in het westen en in het oosten een revolutionaire crisis naderde, verwekt door de langdurige imperialistische oorlog. Deze omstandigheid was voor de revolutie in Rusland van onschatbare betekenis. Want zij schonk haar bij haar strijd tegen het wereldimperialisme trouwe bondgenoten buiten Rusland.

Maar behalve deze omstandigheden van buitenlandse aard, bezat de Oktoberrevolutie nog een gehele reeks van gunstige binnenlandse voorwaarden die haar de overwinning vergemakkelijkten.

De voornaamste van deze voorwaarden zijn de volgende:

Ten eerste genoot de Oktoberrevolutie de meest actieve ondersteuning van de overweldigende meerderheid van de arbeidersklasse van Rusland.

Ten tweede had zij ongetwijfeld de ondersteuning van de arme boeren en van de meerderheid der soldaten, die naar vrede en land dorstten.

Ten derde stond aan haar hoofd, als leidende kracht, zulk een beproefde partij als de partij van de bolsjewieken, een partij, sterk niet alleen door haar ervaring en door haar door de jaren heen verworven discipline, maar ook door haar omvangrijke verbindingen met de arbeidende massa’s.

Ten vierde had de Oktoberrevolutie zulke betrekkelijk gemakkelijk te overwinnen vijanden tegenover zich, als de min of meer zwakke Russische bourgeoisie, de door de boeren-“onlusten” definitief gedemoraliseerde klasse van de landheren en de in de loop van de oorlog volledig bankroet geslagen partijen van het vergelijk met de bourgeoisie (de mensjewieken en de sociaal-revolutionairen).

Ten vijfde stond het ontzaglijke gebied van de jonge staat tot haar beschikking, waar zij, wanneer de situatie het vereiste, vrij kon manoeuvreren, zich kon terugtrekken, kon uitrusten, krachten verzamelen enz.

Ten zesde kon de Oktoberrevolutie bij haar strijd tegen de contrarevolutie rekenen op het voorhanden zijn in het land van een voldoende hoeveelheid voedingsmiddelen, brandstoffen en grondstoffen.

Het samenvallen van deze buitenlandse en binnenlandse omstandigheden schiep die eigenaardige constellatie, die de betrekkelijk gemakkelijke overwinning van de Oktoberrevolutie bepaalde.

Dat betekent natuurlijk niet dat de Oktoberrevolutie, wat betreft de binnenlandse en buitenlandse toestand, geen zwakke plekken had. Welke betekenis heeft bij voorbeeld al niet een zwakheid als het bekende alleen staan van de Oktoberrevolutie, het ontbreken van een Sovjetland achter en naast haar, waarop zij zou hebben kunnen steunen? Ongetwijfeld zal de toekomstige revolutie, bv. in Duitsland, zich in dit opzicht in veel gunstiger omstandigheden bevinden, omdat zij zulk een, wat zijn kracht betreft, ernstig te nemen Sovjetland tot buur heeft, als onze Sovjet-Unie is. Om maar niet te spreken over zulk een zwakke plek van de Oktoberrevolutie als het ontbreken van een proletarische meerderheid in het land.

Maar deze zwakke plekken leggen slechts de nadruk op de ontzaglijke betekenis van die eigenaardige binnen- en buitenlandse omstandigheden van de Oktoberrevolutie, waarover hierboven werd gesproken.

Deze eigenaardigheid mag geen ogenblik worden vergeten. Men moet haar vooral in aanmerking nemen bij de analyse van de Duitse gebeurtenissen in de herfst van 1923. Vooral pg. Trotski[1] moet daaraan denken, die, zonder onderscheid te maken, een vergelijking trekt tussen de Oktoberrevolutie en de revolutie in Duitsland en de Duitse Communistische Partij wegens haar werkelijke en vermeende fouten geselt.

“In Rusland – zegt Lenin – was het in de concrete, historisch buitengewoon originele situatie van het jaar 1917, gemakkelijk, de socialistische revolutie te beginnen, terwijl het voortzetten en het ten einde voeren van die revolutie in Rusland moeilijker zal zijn dan in de Europese landen. Ik moest reeds in het begin van 1918 op deze omstandigheid wijzen en de latere ondervinding gedurende twee jaren heeft de juistheid van deze beoordeling volkomen bevestigd. Zulke specifieke omstandigheden als 1e de mogelijkheid, de Sovjetomwenteling te verbinden met het beëindigen (dankzij deze omwenteling) van de imperialistische oorlog, die de arbeiders en boeren tot een uiterste kwelling was geworden; 2e de mogelijkheid, gedurende een bepaalde tijd de oorlog op leven en dood tussen twee machtige wereldgroepen van imperialistische rovers uit te buiten, welke groepen zich niet tegen de Sovjetvijand konden verenigen: 3e de mogelijkheid, een betrekkelijk langdurige burgeroorlog uit te houden, ten dele dankzij de reusachtige uitgestrektheid van het land en de slechte verkeersmiddelen; 4e het bestaan van een zo diepgaande burgerlijk-democratische revolutionaire beweging onder de boeren, dat de partij van het proletariaat de revolutionaire eisen van de boerenpartij (de sociaal-revolutionaire partij, die in haar meerderheid uitermate vijandig tegenover het bolsjewisme stond) overnam en ze terstond, dankzij de verovering van de politieke macht door het proletariaat, verwezenlijkte – zulke specifieke omstandigheden zijn thans in West-Europa niet aanwezig en een herhaling van zulke of gelijksoortige omstandigheden is niet zo licht mogelijk. Derhalve is het overigens – afgezien van een reeks van andere redenen – in West-Europa moeilijker dan bij ons – de socialistische revolutie te beginnen” (zie Deel XXV, blz. 205, De linkse stroming, een kinderziekte van het communisme).

Deze woorden van Lenin mogen niet worden vergeten.

Over twee bijzonderheden van de Oktoberrevolutie, of oktober en de theorie van de permanente revolutie van pg. Trotski

Er zijn twee bijzonderheden van de Oktoberrevolutie, die in de eerste plaats moeten worden verklaard, om de innerlijke zin en de historische betekenis van deze revolutie te begrijpen.

Wat zijn dat voor bijzonderheden?

Dat is ten eerste het feit, dat de dictatuur van het proletariaat bij ons als een macht ontstond, die op de grondslag van het verbond van het proletariaat met de werkende massa’s van de boeren tot stand kwam, waarbij deze massa’s onder de leiding stonden van het proletariaat. Dat is ten tweede het feit, dat de dictatuur van het proletariaat zich bij ons bevestigde als het resultaat van de overwinning van het socialisme in één land, in een land dat kapitalistisch weinig was ontwikkeld, terwijl het kapitalisme in andere, kapitalistisch meer ontwikkelde landen, bleef voortbestaan. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de Oktoberrevolutie geen andere bijzonderheden heeft. Maar voor ons zijn deze twee bijzonderheden thans juist van belang, niet alleen omdat zij het wezen van de Oktoberrevolutie het duidelijkst uitdrukken, maar ook omdat zij op uitstekende wijze het opportunistische karakter van de theorie der “permanente revolutie” blootleggen.

Laten wij in het kort deze bijzonderheden beschouwen.

Het vraagstuk van de werkende massa’s, van de kleinburgerij, zowel in de stad als op het platteland, het vraagstuk van het winnen van deze massa’s voor het proletariaat, is het belangrijkste vraagstuk van de proletarische revolutie. Wie zal het werkende volk in de stad en op het platteland in de strijd om de macht ondersteunen, de bourgeoisie of het proletariaat, wiens reserve zal het vormen, de reserve van de bourgeoisie of de reserve van het proletariaat? – daarvan hangt het lot van de revolutie en de duurzaamheid van de dictatuur van het proletariaat af. De revoluties van de jaren 1848 en 1871 in Frankrijk zijn voornamelijk teloor gegaan omdat de boerenreserves aan de kant van de bourgeoisie bleken te staan. De Oktoberrevolutie heeft overwonnen, omdat zij in staat was de bourgeoisie haar boerenreserves af te nemen, omdat zij in staat was deze reserves naar de kant van het proletariaat over te halen en het proletariaat in deze revolutie de enige leidende kracht van de miljoenen massa’s van het werkende volk in de stad en op het platteland bleek te zijn.

Wie dit niet heeft begrepen, die zal nooit het karakter van de Oktoberrevolutie, noch de aard van de proletarische dictatuur, noch het eigenaardige van de binnenlandse politiek van onze proletarische macht begrijpen.

De dictatuur van het proletariaat is niet eenvoudig een bovenste regeringslaag, die door de zorgzame hand van een “ervaren strateeg”, “handig” wordt “uitgekozen” en die op deze of gene laag van de bevolking “op verstandige wijze steunt”. De dictatuur van het proletariaat is het klassenverbond van het proletariaat en de werkende massa’s van de boeren ter omverwerping van het kapitaal en ter definitieve overwinning van het socialisme, onder voorwaarde dat de leidende kracht van dit verbond door het proletariaat wordt gevormd.

Het gaat er dus niet om dat men de revolutionaire mogelijkheden van de boerenbevolking “een weinig” onderschat, of “een weinig” overschat, zoals enige diplomatieke verdedigers van de “permanente revolutie” het thans gelieven uit te drukken. Er is hier sprake van de aard van de nieuwe proletarische staat, die als resultaat van de Oktoberrevolutie is ontstaan. Er is hier sprake van het karakter van de proletarische macht, van de grondslagen van de dictatuur van het proletariaat zelf.

“De dictatuur van het proletariaat – zegt Lenin – is een bijzondere vorm van het klassenverbond tussen het proletariaat als de voorhoede van het werkende volk en de talrijke, niet-proletarische lagen van het werkende volk (de kleinburgerij, de kleine baasjes, de boeren, de intellectuelen enz.) of met hun meerderheid, een verbond tegen het kapitaal, een verbond, dat de volledige omverwerping van het kapitaal, de volledige onderdrukking van de tegenstand van de bourgeoisie en van de pogingen tot restauratie harerzijds ten doel heeft, een verbond dat de definitieve stichting en bevestiging van het socialisme ten doel heeft” (zie Deel XXIV, blz. 311 Voorrede bij de uitgave van de redevoering “Over het bedriegen van het volk door de leuze ‘vrijheid en gelijkheid’”, 1919).

En verder:

De dictatuur van het proletariaat betekent, indien men deze Latijnse, wetenschappelijk-historisch-filosofische uitdrukking in eenvoudige taal overbrengt, het volgende: slechts een bepaalde klasse, nl. de stedelijke en in het algemeen de fabrieks-, de industriearbeiders zijn in staat de gehele massa van de werkers en de uitgebuiten te leiden in de strijd voor het afwerpen van het kapitalistische juk, in de loop van dit afwerpen zelf, in de strijd voor het behoud en het bevestigen van de overwinning, bij het scheppen van een nieuwe socialistische maatschappelijke orde, in de gehele strijd voor de volledige vernietiging van de klassen” (zie Deel XXIV, blz. 336 Het grote initiatief, 1919).

Dit is de theorie van de dictatuur van het proletariaat, zoals Lenin die heeft gegeven.

Het is een van de bijzonderheden van de Oktoberrevolutie, dat deze revolutie de klassieke verwezenlijking is van Lenins theorie van de dictatuur van het proletariaat.

Enige kameraden veronderstellen dat deze theorie een zuiver “Russische” theorie is, die alleen op de Russische werkelijkheid betrekking heeft. Dat is niet juist. Dat is volkomen onjuist. Waar Lenin over de werkende massa’s van de niet-proletarische klassen spreekt, die door het proletariaat worden geleid, heeft hij niet alleen de Russische boeren op het oog, maar ook de werkende elementen in de grensgebieden van de Sovjet-Unie, die tot voor kort nog koloniën van Rusland waren. Lenin herhaalde onverpoosd, dat zonder het verbond met deze massa’s van de andere nationaliteiten, het proletariaat van Rusland niet kon overwinnen. In zijn artikelen over het nationale vraagstuk en in zijn redevoeringen op de congressen van de Komintern zei Lenin herhaaldelijk, dat de overwinning van de wereldrevolutie zonder revolutionair verbond, zonder revolutionair blok van het proletariaat in de vooraanstaande landen met de onderdrukte volkeren van de verslaafde koloniën, niet mogelijk is. Maar wat zijn de koloniën anders, dan die zelfde onderdrukte werkende massa’s en in de eerste plaats de werkende massa’s van de boeren? Wie is het niet bekend, dat het vraagstuk van de bevrijding der koloniën, in het wezen van de zaak een vraagstuk is van de bevrijding van de werkende massa’s van de niet-proletarische klassen uit de onderdrukking en de uitbuiting door het financiekapitaal?

Maar hieruit volgt dat Lenins theorie van de dictatuur van het proletariaat geen zuiver “Russische” theorie is, maar een theorie die voor alle landen geldt. Het bolsjewisme is niet enkel een Russisch verschijnsel. “Het bolsjewisme – zegt Lenin – is een voorbeeld van tactiek voor allen (zie Deel XXIII, blz. 386, De proletarische revolutie en de renegaat Kautsky)

Dat zijn de karakteristieke trekken van de eerste bijzonderheid van de Oktoberrevolutie.

Hoe staat het nu, in verband met deze bijzonderheid van de Oktoberrevolutie, met de theorie van de permanente revolutie van pg. Trotski?

Wij zullen ons niet bij het standpunt van pg. Trotski uit het jaar 1905 ophouden, toen hij “eenvoudig” de boeren als revolutionaire kracht had vergeten en de leuze “weg met de tsaar, voor een arbeidersregering”, d.w.z. de leuze van een revolutie zonder de boeren, naar voren bracht. Zelfs pg. Radek, deze diplomatieke verdediger van de “permanente revolutie”, is thans genoodzaakt te erkennen dat de “permanente revolutie” in het jaar 1905 “een sprong in de lucht” uit de werkelijkheid betekende. Thans erkennen blijkbaar allen dat het niet de moeite waard is om zich verder met deze “sprong in de lucht” bezig te houden.

Wij willen evenmin over het standpunt van pg. Trotski uit de periode van de oorlog, zeggen wij, uit het jaar 1915, uitweiden, toen hij in zijn artikel De strijd om de macht er van uitging “dat wij in het tijdperk van het imperialisme leven”, dat het imperialisme “niet de burgerlijke natie tegenover het oude regime, maar het proletariaat tegenover de burgerlijke natie stelt” en tot de gevolgtrekking kwam dat de revolutionaire rol van de boeren kleiner moest worden, dat de leuze van de confiscatie van de grond reeds niet meer de betekenis had die zij vroeger bezat. Het is bekend dat Lenin, bij het bespreken van dit artikel van Trotski, hem er van beschuldigde dat hij “de rol van de boeren” negeerde, dat Lenin zei, dat “Trotski in feite de liberale arbeiders-politici van Rusland helpt, die onder “het negeren” van de rol van de boeren, de onwil, om de boeren voor de revolutie in beweging te brengen, verstaan” (zie Deel XVIII, blz. 318, Over twee lijnen van de revolutie, 1915).

Laten we liever tot de latere werken van pg. Trotski over dit vraagstuk overgaan, tot de werken uit de periode toen de proletarische dictatuur er reeds in was geslaagd zich te bevestigen, toen pg. Trotski de gelegenheid had zijn theorie van de “permanente revolutie” aan de praktijk te toetsen en zijn fouten te verbeteren. Nemen wij het “Voorwoord” van pg. Trotski bij zijn boek Het jaar 1905, geschreven in 1922. Ziehier wat hij in dit “Voorwoord” over de “permanente revolutie” zegt:

“Juist in het tijdsverloop tussen de 9e januari en de Oktoberstaking van 1905 hebben zich bij de schrijver die meningen over het karakter van de revolutionaire ontwikkeling in Rusland gevormd, die de naam kregen van de “theorie der permanente revolutie”. In deze geleerde uitdrukking lag de gedachte besloten, dat de Russische revolutie, die rechtstreeks voor burgerlijke doeleinden staat, daarbij echter niet kan blijven stilstaan. De revolutie kan haar naastbij liggende burgerlijke taken niet anders vervullen, dan door het proletariaat aan de macht te brengen. Heeft dit laatste echter de macht in handen genomen, dan kan het zich niet beperken binnen het burgerlijke raam van de revolutie. Integendeel, ter verzekering van haar overwinning moet de proletarische voorhoede reeds vanaf het allereerste begin van haar heerschappij ten diepste, niet alleen in de feodale, maar ook in de burgerlijke eigendom ingrijpen. Hierbij zal het proletariaat niet alleen met alle groeperingen van de bourgeoisie, die het in het begin van zijn revolutionaire strijd hebben ondersteund, in vijandelijke botsing komen, maar ook met de brede massa’s van de boeren, met wier hulp het aan de macht is gekomen. De tegenstellingen in de positie van de arbeidersregering in een achterlijk land, waar de overweldigende meerderheid van de bevolking uit boeren bestaat, kunnen slechts op internationale schaal worden opgelost, in de arena van de proletarische wereldrevolutie.”[2]

Zo spreekt pg. Trotski over zijn “permanente revolutie”.

Men behoeft slechts dit citaat met het hierboven aangehaalde citaat uit de werken van Lenin over de dictatuur van het proletariaat te vergelijken, om de gehele kloof te begrijpen die Lenins theorie van de dictatuur van het proletariaat van de theorie van de “permanente revolutie” van pg. Trotski scheidt.

Lenin spreekt over het verbond van het proletariaat met de werkende lagen van de boeren, als de grondslag voor de dictatuur van het proletariaat. Bij Trotski komt het echter neer op “vijandelijke botsingen” tussen “de proletarische voorhoede” en “de brede massa’s van de boeren”.

Lenin spreekt over de leiding van de werkende en uitgebuite massa’s door het proletariaat. Bij Trotski komt het echter neer op tegenstellingen in de positie van de arbeidersregering in een achterlijk land, waar de overweldigende meerderheid van de bevolking uit boeren bestaat.

Volgens Lenin put de revolutie haar krachten in de eerste plaats uit de arbeiders en de boeren van Rusland zelf. Bij Trotski komt het er echter op neer dat de noodzakelijke krachten slechts “uit de arena van de wereldrevolutie van het proletariaat” kunnen worden geput.

Maar wat te doen, indien de internationale revolutie er toe veroordeeld is met vertraging te komen? Is er ergens een lichtpunt voor onze revolutie? Pg. Trotski geeft geen enkel lichtpunt, want “de tegenstellingen in de toestand van de arbeidersregering... kunnen hun oplossing slechts vinden... in de arena van de wereldrevolutie van het proletariaat.” Volgens dit plan blijft er voor onze revolutie slechts één perspectief over: in haar tegenstellingen verder vegeteren en tot op de wortel verrotten in afwachting van de wereldrevolutie.

Wat betekent de dictatuur van het proletariaat volgens Lenin?

De dictatuur van het proletariaat is de macht die steunt op het verbond van het proletariaat en de werkende massa’s van de boeren, ter “volledige omverwerping van het kapitaal”, ter “definitieve schepping en bevestiging van het socialisme.”

Wat betekent de dictatuur van het proletariaat volgens Trotski?

De dictatuur van het proletariaat is de macht, die met de brede massa’s van de boeren in “vijandelijke botsingen” geraakt en de oplossing van de “tegenstellingen”, slechts “in de arena van de wereldrevolutie van het proletariaat” zoekt.

Waardoor onderscheidt zich deze “theorie” van de “permanente revolutie” van de bekende theorie van het mensjewisme, die de idee van de dictatuur van het proletariaat verwerpt?

In het wezen van de zaak door niets.

Twijfel is uitgesloten. De “permanente revolutie” is geen eenvoudige onderschatting van de revolutionaire mogelijkheden van de boerenbeweging. De “permanente revolutie” is een onderschatting van de boerenbeweging, die tot de verwerping van Lenins theorie in de dictatuur van het proletariaat voert.

De “permanente revolutie” van pg. Trotski is een andere verschijningsvorm van het mensjewisme.

Zo staat het met de eerste bijzonderheid van de Oktoberrevolutie. Welke zijn de karakteristieke kanten van de tweede bijzonderheid van de Oktoberrevolutie.

Bij het bestuderen van het imperialisme, vooral in de oorlogsperiode, kwam Lenin tot de wet van de ongelijkmatige en sprongsgewijze economische en politieke ontwikkeling van de kapitalistische landen. Naar de zin van deze wet, voltrekt zich de ontwikkeling van de ondernemingen, de trusts, de takken van industrie en van de afzonderlijke landen niet gelijkmatig, niet naar een vastgestelde orde, niet zo dat één trust, één tak van industrie, of één land voortdurend vooruitgaat en andere trusts of landen de een na de ander in een bepaalde orde volgen – maar sprongsgewijze, met onderbrekingen in de ontwikkeling van enkele landen en met sprongen voorwaarts in de ontwikkeling van andere landen. Daarbij leidt het “volkomen gewettigde” streven van de achterblijvende landen om hun posities te handhaven en het evenzeer “gewettigde” streven van de vooruitspringende landen, om nieuwe posities te veroveren er toe, dat militaire botsingen tussen de imperialistische landen een onafwendbare noodzakelijkheid zijn. Dat was bv. het geval met Duitsland, dat een halve eeuw geleden, vergeleken bij Frankrijk en Engeland, een achterlijk land was. Hetzelfde moet worden gezegd van Japan, vergeleken bij Rusland. Het is echter bekend dat reeds in het begin van de 20e eeuw, Duitsland en Japan zó ver vooruitsprongen, dat het eerste land er in slaagde Frankrijk in te halen en Engeland van de wereldmarkt begon te verdringen – en het tweede – Rusland. Uit deze tegenstellingen vloeide, zoals bekend is de jongste imperialistische oorlog voort.

Deze wet gaat van het volgende uit:

1) “Het kapitalisme is uitgegroeid tot een wereldsysteem van koloniale onderdrukking en financiële wurging van de overgrote meerderheid van de bevolking der aarde, door een handvol vooraanstaande landen” (zie het voorwoord voor de Franse uitgave van het “Imperialisme” van Lenin, Deel XIX, blz. 74).

2) “De verdeling van deze ‘buit’ vindt plaats tussen twee tot drie van top tot teen gewapende rovers, die de wereld beheersen (Amerika, Engeland, Japan), die wegens het verdelen van hun buit de gehele aarde in hun oorlog betrekken” (vgl. terzelfder plaatse).

3) De groei van de tegenstellingen in het wereldsysteem van financiële onderdrukking en de onvermijdelijkheid van militaire botsingen leiden er toe, dat het wereldfront van het imperialisme licht kwetsbaar is voor de revolutie en dat de doorbraak van dit front in afzonderlijke landen waarschijnlijk is.

4) Deze doorbraak zal des te waarschijnlijker op die punten en in die landen plaats vinden, waar de keten van het imperialistische front zwakker is, d.w.z. waar het imperialisme het zwakst is beslagen en de revolutie zich het gemakkelijkst kan ontplooien.

5) Dientengevolge is de overwinning van het socialisme in één land, zelfs indien dit land kapitalistisch minder is ontwikkeld, bij het behoud van het kapitalisme in andere landen, zelfs indien deze landen kapitalistisch meer zijn ontwikkeld – zeer wel mogelijk en waarschijnlijk.

Dat zijn, in een paar woorden, de grondslagen van Lenins theorie van de proletarische revolutie.

Waarin bestaat de tweede bijzonderheid van de Oktoberrevolutie?

De tweede bijzonderheid van de Oktoberrevolutie ligt hierin, dat deze revolutie een voorbeeld is van de toepassing van Lenins theorie van de proletarische revolutie in de praktijk.

Wie deze bijzonderheid van de Oktoberrevolutie niet heeft begrepen, die zal nimmer het internationale wezen van deze revolutie, noch haar kolossale internationale macht, noch haar eigenaardige buitenlandse politiek kunnen begrijpen.

“De ongelijkmatigheid van de economische en de politieke ontwikkeling – zegt Lenin - is een absolute wet van het kapitalisme. Hieruit volgt dat de overwinning van het socialisme oorspronkelijk in enkele, of zelfs in één enkel, afzonderlijk genomen kapitalistisch land mogelijk is. Het overwinnende proletariaat van dit land zou zich na de kapitalisten te hebben onteigend en de socialistische productie in eigen land te hebben georganiseerd, tegen de overige kapitalistische wereld verheffen, de onderdrukte klassen van de overige landen voor zich winnen, de opstand tegen de kapitalisten in deze landen aanwakkeren en, wanneer dit noodzakelijk zou zijn, zelfs met militaire kracht tegen de uitbuitersklassen en hun staten optreden”. Want “de vrije vereniging van de landen in het socialisme is zonder een min of meer langdurige, hardnekkige strijd van de socialistische republieken tegen de achterlijke staten niet mogelijk” (zie Over de leuze van de Verenigde Staten van Europa.)

De opportunisten van alle landen beweren dat de proletarische revolutie – indien ze volgens hun theorie nog wel ergens mag beginnen – slechts in industrieel ontwikkelde landen kan beginnen en dat, hoe meer ontwikkeld in industrieel opzicht deze landen zijn, des te meer kans is er voor de overwinning van het socialisme, waarbij de mogelijkheid van de overwinning van het socialisme in één land, dat dan nog kapitalistisch weinig is ontwikkeld, bij hen als iets volkomen onwaarschijnlijks is uitgesloten. Reeds tijdens de oorlog stelde Lenin, steunend op de wet van ongelijkmatige ontwikkeling van de imperialistische staten, zijn theorie van de proletarische revolutie, van de overwinning van het socialisme in één land, zelfs als dat land kapitalistisch minder is ontwikkeld, tegenover de theorie van de opportunisten.

Het is bekend, dat de Oktoberrevolutie ten volle de juistheid van Lenins theorie van de proletarische revolutie heeft bevestigd.

Hoe staat het nu met de “permanente revolutie” van pg. Trotski, gezien vanuit het oogpunt van Lenins theorie van de proletarische revolutie?

Nemen wij de brochure van pg. Trotski Onze revolutie (1906). Pg. Trotski schrijft:

“Zonder rechtstreekse staatsondersteuning van het Europese proletariaat, zal de arbeidersklasse van Rusland niet in staat zijn aan de macht te blijven en haar tijdelijke heerschappij in een langdurige socialistische dictatuur te veranderen. Daar valt geen ogenblik aan te twijfelen”.

Wat zegt dit citaat? Dat de overwinning van het socialisme in één land, in het gegeven geval Rusland, niet mogelijk is “zonder rechtstreekse staatsondersteuning van het Europese proletariaat”, d.w.z. vóór de verovering van de macht door het Europese proletariaat.

Wat heeft deze “theorie” gemeen met Lenins stelling over de mogelijkheid van de overwinning van het socialisme “in een afzonderlijk genomen, kapitalistisch land”?

Het is duidelijk dat zij daarmee niets gemeen heeft.

Nemen wij echter aan dat deze brochure van pg. Trotski, verschenen in 1906, toen het moeilijk was het karakter van onze revolutie te bepalen, enige onwillekeurige fouten bevat en niet ten volle met de opvattingen van pg. Trotski in een latere periode overeenstemt. Beschouwen wij een andere brochure van pg. Trotski, zijn “Program van de vrede”, dat vóór de Oktoberrevolutie van 1917 verscheen en dat nu (in 1924) in zijn boek “1917” werd herdrukt. In deze brochure kritiseert pg. Trotski Lenins theorie der proletarische revolutie in zake de overwinning van het socialisme in één land en plaatst hiertegenover de leuze van de Verenigde Staten van Europa. Hij beweert dat de overwinning van het socialisme in één land niet mogelijk is, dat de overwinning van het socialisme slechts mogelijk is als overwinning van enige van de belangrijkste landen van Europa (Engeland, Rusland, Duitsland), die zich als de Verenigde Staten van Europa aaneensluiten, óf dat zij in het geheel niet mogelijk is. Hij zegt ronduit, dat “een zegevierende revolutie in Rusland of in Engeland niet denkbaar is zonder een revolutie in Duitsland of omgekeerd”.

“Het enige, ook maar enigszins concrete, historische argument – zegt pg. Trotski – tegen de leuze van de Verenigde Staten werd in de Zwitserse Sozialdemokrat (het toenmalige centrale orgaan van de bolsjewieken J. St.) in de volgende zin geformuleerd. “De ongelijkmatigheid van de economische en politieke ontwikkeling is een absolute wet van het kapitalisme”. Hieruit trok de Sozialdemokrat de conclusie dat de overwinning van het socialisme in één land mogelijk is en dat het daarom niet noodzakelijk is de dictatuur van het proletariaat in iedere afzonderlijke staat afhankelijk te maken van het stichten van de Verenigde Staten van Europa. Het feit, dat de kapitalistische ontwikkeling van de verschillende landen ongelijkmatig is, is volkomen onaanvechtbaar. Maar deze ongelijkmatigheid zelf is zeer ongelijkmatig. Het kapitalistische peil van Engeland, Oostenrijk, Duitsland en Frankrijk is niet hetzelfde. Maar vergeleken bij Afrika en Azië vormen al deze landen het kapitalistische “Europa”, dat rijp is voor de sociale revolutie. Dat geen enkel land in zijn strijd op het andere “moet wachten” – is een elementaire gedachte, die nuttig is en noodzakelijk herhaald moet worden, opdat de idee van de parallel lopende, internationale actie, niet door de idee van een afwachtende, internationale lijdelijkheid zal worden vervangen. Zonder op de anderen te wachten, beginnen en vervolgen wij de strijd op nationale bodem, in de volle overtuiging dat ons initiatief een stoot zal geven aan de strijd in de andere landen; indien dat echter niet zou gebeuren, dan zou het een hopeloze veronderstelling zijn – waarvan zowel de ervaring van de geschiedenis, als theoretische argumenten getuigen – dat bv. het revolutionaire Rusland het tegen een conservatief Europa zou kunnen uithouden, of dat een socialistisch Duitsland geïsoleerd in de kapitalistische wereld zou kunnen bestaan”.

Zoals je ziet, hebben wij dezelfde theorie van de gelijktijdige overwinning van het socialisme in de vooraanstaande landen van Europa voor ons, die, in de regel, Lenins theorie van de revolutie, van de overwinning van het socialisme in één land, uitsluit.

Het lijdt geen twijfel, dat voor de volledige overwinning van het socialisme, voor de volledige waarborg tegen het herstel van de oude orde, de gemeenschappelijke inspanning van het proletariaat van meerdere landen noodzakelijk is. Het lijdt geen twijfel dat zonder de ondersteuning van onze revolutie door het Europese proletariaat, het Russische proletariaat zich niet tegen de algemene aanval had kunnen staande houden, evenmin als de revolutionaire beweging in het Westen zich zonder de ondersteuning door de Russische Revolutie in dat tempo zou hebben kunnen ontwikkelen, waarin zij zich na de proletarische dictatuur in Rusland begon te ontwikkelen. Het lijdt geen twijfel dat wij ondersteuning nodig hebben. Maar wat betekent de ondersteuning van onze revolutie door het West-Europese proletariaat? De sympathie van de Europese arbeiders van onze revolutie, hun bereidheid om de interventieplannen van de imperialisten te verijdelen – betekent dit alles een ondersteuning, een ernstige hulp? Zeer zeker, ja. Zonder een dergelijke ondersteuning, zonder een dergelijke hulp, niet alleen van de Europese arbeiders, maar ook van de koloniale en de afhankelijke landen zou de proletarische dictatuur in Rusland het uiterst moeilijk hebben gehad. Was tot nu toe deze sympathie en deze hulp voldoende om met de kracht van ons Rode Leger en de bereidheid van de arbeiders en boeren in Rusland om het socialistische vaderland manmoedig te verdedigen, was dit alles voldoende om de aanvallen van de imperialisten af te slaan en de noodzakelijke voorwaarden voor een ernstige opbouwende arbeid te veroveren? Ja, dat was voldoende. Neemt de sympathie toe of neemt zij af? Zij neemt ongetwijfeld toe. Bestaan er bij ons gunstige omstandigheden, niet alleen om de organisatie van de socialistische volkshuishouding vooruit te brengen, maar ook om van onze kant zowel de West-Europese arbeiders, als de onderdrukte oosterse volkeren steun te kunnen verlenen? Ja, die bestaan. Daarvan getuigt op zeer welsprekende wijze de zevenjarige geschiedenis van de proletarische dictatuur in Rusland. Kan men ontkennen dat bij ons reeds een machtige opgang van het werk is begonnen? Neen, dat kan niet worden ontkend.

Welke betekenis kan na dit alles de verklaring van pg. Trotski hebben, dat het revolutionaire Rusland het niet tegen een conservatief Europa zou kunnen uithouden?

Zij kan slechts één betekenis hebben: ten eerste dat pg. Trotski de innerlijke macht van onze revolutie niet voelt: ten tweede, dat pg. Trotski de onschatbare betekenis van de morele ondersteuning niet begrijpt, die de arbeiders van het westen en de boeren van het oosten aan onze revolutie verlenen; ten derde, dat pg. Trotski de innerlijke onmacht, die heden het imperialisme verteert, niet begrijpt.

Meegesleept door zijn kritiek op Lenins theorie van de proletarische revolutie, heeft pg. Trotski in zijn brochure Het program van de vrede, die in 1917 verscheen en in 1924 werd herdrukt, zichzelf onwillekeurig de beslissende nederlaag toegebracht.

Maar misschien is ook deze brochure van pg. Trotski verouderd en komt zij niet met zijn huidige opvattingen overeen? Nemen wij de latere werken van pg. Trotski, die na de overwinning van de proletarische revolutie in één land; in Rusland, werden geschreven. Nemen wij bv. het “Nawoord” van pg. Trotski bij de nieuwe uitgave van de brochure Het program van de vrede, dat in 1922 werd geschreven. Ziehier wat hij in dit “Nawoord” schrijft:

“De bewering, die in het Program van de vrede meermalen wordt herhaald, dat de proletarische revolutie niet met succes binnen nationale perken voltooid kan worden, zullen vele lezers wellicht door de bijna vijfjarige ervaring van onze Sovjetrepubliek als weerlegd beschouwen. Een dergelijke gevolgtrekking zou echter ongegrond zijn. Het feit dat de arbeidersstaat zich in één land en daarbij in een achterlijk land, tegen de gehele wereld heeft kunnen handhaven, getuigt van de kolossale macht van het proletariaat, dat in andere, meer vooraanstaande, meer geciviliseerde landen in staat zal zijn, werkelijk wonderen te verrichten. Maar hoewel wij ons in politiek en militair opzicht als staat hebben gehandhaafd, zijn wij toch nog niet tot het scheppen van een socialistische maatschappij gekomen, ja, daar zelfs nog niet aan toe gekomen ... Zolang in de overige Europese staten de bourgeoisie de macht in handen heeft, zijn wij gedwongen in de strijd tegen de economische isolatie een vergelijk met de kapitalistische wereld te zoeken; tezelfdertijd kan men met zekerheid zeggen, dat dit vergelijk ons in het beste geval kan helpen, deze of gene economische wonden te doen genezen, deze of gene stap voorwaarts te doen, dat echter een werkelijke opbloei van de socialistische volkshuishouding in Rusland slechts mogelijk zal zijn na de overwinning[3] van het proletariaat in de voornaamste landen van Europa”.

Zo spreekt pg. Trotski, waarbij hij duidelijk tegen de werkelijkheid zondigt en hardnekkig zijn best doet de “permanente revolutie” van de definitieve ondergang te redden.

Hieruit volgt dat wij, hoe wij ons ook mogen keren en wenden, niet alleen “niet” tot het scheppen van een socialistische gemeenschap “zijn gekomen” maar er zelfs niet “aan toe zijn gekomen”. Deze of gene heeft, blijkt het, zijn hoop gesteld op een “vergelijk met de kapitalistische wereld”, maar ook dit vergelijk kan blijkbaar tot niets leiden, want hoe wij ons ook mogen keren of wenden “een werkelijke opbloei van de socialistische huishouding” kan niet worden bereikt zolang het proletariaat in de “voornaamste landen van Europa” niet heeft overwonnen.

En daar de overwinning in het westen er nog niet is, blijft er voor de revolutie in Rusland slechts de “keuze” over: of tot op de wortel te verrotten, of tot een burgerlijke staat te ontaarden.

Niet voor niets spreekt pg. Trotski reeds sedert twee jaren over de “ontaarding” van onze partij.

Niets voor niets voorspelde pg. Trotski vorig jaar de “ondergang” van ons land.

Hoe is deze zonderlinge “theorie” met de theorie van de “overwinning van het socialisme in één land” in overeenstemming te brengen?

Hoe is dit zonderlinge “perspectief” in overeenstemming te brengen met het perspectief van Lenin, dat de nieuwe economische politiek ons de mogelijkheid zal schenken “het fundament van de socialistische economie op te bouwen”?

Hoe is de “permanente” hopeloosheid in overeenstemming te brengen met bv. de volgende woorden van Lenin:

“Het socialisme is thans al niet meer een vraagstuk van de verre toekomst, de een of andere abstractie of het een of andere heiligenbeeld. Wat betreft de heiligenbeelden zijn wij bij onze oude, zeer slechte mening gebleven. Wij hebben het socialisme in het dagelijkse leven getrokken en hier moeten wij het klaarspelen. Dat is onze taak van heden, dat is de taak van ons tijdperk. Veroorloof mij te eindigen met de overtuiging tot uiting te brengen, dat, hoe moeilijk deze taak ook moge zijn, hoe nieuw ook in vergelijking met onze vroegere taken en hoeveel moeilijkheden zij ons ook mag veroorzaken – wij allen tezamen, niet morgen, maar over enige jaren, deze taak, het koste wat het wil, zullen vervullen, zó, dat het Rusland van de NEP een socialistisch Rusland zal worden” (zie Deel XXVII, blz. 361 Redevoering op het plenum van de Sovjet van Moskou, 1922).

Hoe is deze “permanente” duisternis met bv. de volgende woorden van Lenin in overeenstemming te brengen.

“Inderdaad, alle grote productiemiddelen in het bezit van de staat, de staatsmacht in handen van het proletariaat, het verbond van dit proletariaat met de vele miljoenen kleine en kleinste boeren, het verzekeren van de leiding van dit proletariaat met betrekking tot de boeren enz. – is dit soms niet alles wat nodig is, om uit de coöperatie, alleen al uit de coöperatie, die wij vroeger als een kruidenierszaakje behandelden en die wij in zeker opzicht, thans onder de NEP het recht hebben eveneens zo te behandelen, is dit soms niet alles wat nodig is voor het opbouwen van de volledige socialistische maatschappij? Dat is nog niet de opbouw van de socialistische maatschappij, maar dat is alles, wat nodig en toereikend is voor deze opbouw” (zie Deel XXVII, blz. 392, Over de coöperatie, 1923).

Het is duidelijk dat hier geen enkele overeenstemming aanwezig is en dat die er ook niet kan zijn. De “permanente revolutie” van pg. Trotski is de ontkenning van Lenins theorie van de proletarische revolutie en omgekeerd – Lenins theorie van de proletarische revolutie is de ontkenning van de theorie van de “permanente revolutie”.

Ongeloof in de kracht en de bekwaamheid van onze revolutie, ongeloof in de kracht en de bekwaamheid van het Russische proletariaat, – dat is de ondergrond van de theorie van de “permanente revolutie”.

Tot nu toe werd gewoonlijk slechts op één zijde van de theorie van de “permanente revolutie” de nadruk gelegd – op het ongeloof in de revolutionaire mogelijkheden van de boerenbeweging. Thans moet naar recht en billijkheid deze zijde noodzakelijk met een andere zijde – met het ongeloof in de kracht en bekwaamheid van het Russische proletariaat worden aangevuld.

Waardoor onderscheidt zich de theorie van pg. Trotski van de gewone theorie van het mensjewisme, dat de overwinning van het socialisme in één land en bovendien in een achterlijk land, niet mogelijk is, zonder een daaraan voorafgaande overwinning van de proletarische revolutie in de “voornaamste landen van West-Europa”?

In het wezen van de zaak – door niets.

Er is geen twijfel mogelijk. De theorie van de “permanente revolutie” van pg. Trotski is een variëteit van het mensjewisme.

Er zijn in de laatste tijd in onze pers dubbelhartige diplomaten opgedoken, die trachten de theorie van de “permanente revolutie” binnen te smokkelen als een theorie die iets met het leninisme gemeen heeft. Zeker, zeggen zij, deze theorie bleek in 1905 niet te deugen. De fout van pg. Trotski ligt echter hierin, dat hij toen te ver vooruitsnelde en trachtte op de situatie van 1905 iets in toepassing te brengen, wat er toen niet op toegepast kon worden. Maar later, zeggen zij, bv. in oktober 1917, toen de revolutie volkomen rijp was geworden, bleek de theorie van pg. Trotski volkomen op haar plaats te zijn. Het is niet moeilijk te raden dat de belangrijkste van deze diplomaten pg. Radek is. Men hore slechts:

“De oorlog groef een afgrond tussen de boeren die naar grond en de vrede streefden en de kleinburgerlijke partijen; de oorlog bracht de boeren onder de leiding van de arbeidersklasse en haar voorhoede – de partij van de bolsjewieken. Niet de dictatuur van de arbeidersklasse en de boeren werd mogelijk, maar de dictatuur van de arbeidersklasse, die op de boeren steunt. Datgene, wat Rosa Luxemburg en Trotski in 1905 tegen Lenin aanvoerden (d.i. de “permanente revolutie” J. St.) bleek in werkelijkheid de tweede etappe van de historische ontwikkeling te zijn”

Hier is ieder woord een verdraaiing.

Het is niet waar, dat tijdens de oorlog “niet de dictatuur van het proletariaat en de boeren, maar de dictatuur van de arbeidersklasse, die op de boeren steunt, mogelijk werd”. In werkelijkheid was de Februarirevolutie van het jaar 1917, de verwezenlijking van de dictatuur van het proletariaat en de boeren, in een eigenaardige verstrengeling met de dictatuur van de bourgeoisie.

Het is niet waar dat de theorie van de “permanente revolutie die pg. Radek beschaamd verzwijgt, in 1905 door Rosa Luxemburg en Trotski werd opgesteld. In werkelijkheid werd deze theorie door Parvus en Trotski naar voren gebracht. Thans, na tien maanden, herstelt pg. Radek zijn fout, omdat hij het nodig acht Parvus wegens de “permanente revolutie” uit te schelden. Maar de gerechtigheid eist van pg. Radek dat hij ook de compagnon van Parvus, pg. Trotski uitscheldt.

Het is niet waar dat de “permanente revolutie”, die door de revolutie van 1905 werd opzij geschoven, in de “tweede etappe van de historische ontwikkeling” d.w.z. tijdens de Oktoberrevolutie juist bleek te zijn. De gehele loop van de Oktoberrevolutie, haar gehele ontwikkeling heeft de volledige onhoudbaarheid van de theorie van de “permanente revolutie”, haar volkomen onverenigbaarheid met de grondslagen van het leninisme aangetoond en bewezen.

Achter zoetelijke redeneringen en voze diplomatie kan men de gapende afgrond niet verbergen, die tussen de theorie van de “permanente revolutie” en het leninisme ligt.

Over enige bijzonderheden van de tactiek der bolsjewieken in de periode van de voorbereiding van de Oktoberrevolutie

Om de tactiek van de bolsjewieken tijdens de periode van de voorbereiding van de Oktoberrevolutie te kunnen begrijpen, moet men zich minstens over enige zeer belangrijke bijzonderheden van deze tactiek klaarheid verschaffen. Dit is des te meer noodzakelijk omdat in de talrijke brochures over de bolsjewistische tactiek, juist aan deze bijzonderheden niet zelden stilzwijgend wordt voorbijgegaan.

Wat zijn dat voor bijzonderheden?

De eerste bijzonderheid. Hoort men pg. Trotski, dan zou men kunnen menen dat er in de geschiedenis van de voorbereiding van de Oktoberrevolutie slechts twee periodes zijn, de periode van de verkenning en de periode van de opstand, maar dat al wat daar bovenuit gaat, uit den boze is. Wat was de Aprilmanifestatie van het jaar 1917? “De Aprilmanifestatie, die een meer “linkse koers insloeg dan noodzakelijk was, was een verkenningsuitval, om de stemming van de massa’s en de onderlinge betrekkingen tussen hen en de Sovjetmeerderheid te toetsen”. En wat was de Julidemonstratie van het jaar 1917? Volgens de mening van pg. Trotski, kwam het “in het wezen van de zaak ook deze keer neer op een nieuwe, meer uitgebreide verkenning, op een nieuwe, hogere etappe van de beweging”. Onnodig te zeggen dat de Junidemonstratie in het jaar 1917, die op verlangen van onze partij werd gehouden, naar de opvatting van pg. Trotski, eerst recht als een “verkenning” moet worden beschouwd.

Dat wil dus zeggen, dat de bolsjewieken in maart 1917 reeds een gereedstaand politiek leger van arbeiders en boeren zouden hebben gehad en als zij het noch in april, noch in juni, noch in juli voor de opstand in beweging brachten en zich slechts met “verkenningen” bezighielden, dan zou dit alleen hieraan te wijten zijn dat de “betreffende verkenningen” toen geen gunstige “resultaten” hebben opgeleverd.

Onnodig te zeggen, dat deze simplistische voorstelling van de politieke tactiek van onze partij niets anders betekent dan het verwisselen van de gangbare militaire tactiek met de revolutionaire tactiek van de bolsjewieken.

In werkelijkheid waren al deze demonstraties in de eerste plaats het resultaat van de elementaire druk van de massa’s, het resultaat van de zich op straat uitende verbolgenheid van de massa’s tegen de oorlog.

In werkelijkheid bestond de rol van de partij hier in het leiding en vorm geven aan de spontaan uitbarstende acties van de massa’s, volgens de lijn van de revolutionaire leuzen van de bolsjewieken.

In werkelijkheid hadden de bolsjewieken in maart van het jaar 1917 geen gereedstaand, politiek leger en konden zij dit ook niet hebben. De bolsjewieken formeerden zulk een leger eerst in de loop van de strijd en tijdens de botsingen van de klassen van april tot oktober 1917 (en zij hadden dit tenslotte in oktober 1917 geformeerd), zij formeerden het zowel door middel van de Aprilmanifestatie, als van de Juni- en Julidemonstraties, zowel door middel van de verkiezingen voor de districtdoemas, als van de algemene verkiezingen voor de stedelijke Doemas, zowel door middel van de strijd tegen de Kornilovputsch, als door middel van de verovering van de Sovjets. Een politiek leger is niet hetzelfde als een militair leger. Terwijl de militaire bevelvoering de oorlog eerst begint, als het een gereedstaand leger in handen heeft, moet de partij in de loop van de strijd, in de loop van de botsingen der klassen, haar leger zelf scheppen, naargelang de massa’s zelf door hun eigen ervaring zich van de juistheid van de leuzen der partij, van de juistheid van haar politiek overtuigen.

Zeker, iedere dergelijke demonstratie wierp tegelijkertijd een zeker licht op de, voor het oog verborgen krachtsverhoudingen, was een zekere verkenning, maar hier was de verkenning niet de aanleiding tot de demonstratie, maar haar natuurlijk resultaat.

Bij de ontleding van de gebeurtenissen vóór de opstand in oktober en de vergelijking daarvan met de gebeurtenissen van april tot juli, zegt Lenin:

“De zaak staat er namelijk niet zó voor als op de 20-21e april, de 9e juni, de 3e juli, want toen bestond er een elementaire beroering, die wij als partij, hetzij niet hebben opgevangen (zoals op de 20e april), hetzij hebben geremd en omgevormd tot een vredige demonstratie (9 juni en 3 juli). Want wij wisten toen zeer goed dat de Sovjets nog niet aan onze kant stonden, dat de boeren nog geloofden in de weg van de Liber-Dan’s en de Tsjernovs en niet in de bolsjewistische weg (van de opstand), dat dus de meerderheid van het volk ons niet kon volgen, dat dus de opstand voorbarig was”. (zie Deel XXI blz. 345, Brief aan de partijgenoten).

Het is duidelijk dat er met een “verkenning” alleen, niet veel te bereiken viel.

Het gaat dus blijkbaar niet om een “verkenning”, maar om het volgende:

1) de partij steunde gedurende de gehele periode van de voorbereiding van de Oktoberrevolutie in haar strijd bestendig op de elementair aanwassende, revolutionaire massabeweging;

2) terwijl zij op de elementaire opgang steunde, verzekerde zij zich de ongedeelde leiding van de beweging;

3) een zodanige leiding van de beweging vergemakkelijkte haar het formeren van een massaal-politiek leger voor de Oktoberopstand;

4) een zodanige politiek moest er wel toe leiden dat de gehele voorbereiding van de Oktoberrevolutie zich voltrok onder de leiding van één enkele partij, van de partij der bolsjewieken;

5) deze voorbereiding van de Oktoberrevolutie leidde er op haar beurt toe, dat als resultaat van de Oktoberopstand de macht toch in handen van één partij, in die van de bolsjewieken bleek te bevinden.

Dus: de ongedeelde leiding van één partij, van de partij der communisten, als beslissend moment bij de voorbereiding van de Oktoberrevolutie, – dat is de karakteristieke trek van de Oktoberrevolutie, dat is de eerste bijzonderheid van de tactiek van de bolsjewieken in de periode van de voorbereiding van de Oktoberrevolutie.

Het behoeft nauwelijks te worden bewezen dat zonder deze bijzonderheid van de tactiek van de bolsjewieken, de overwinning van de dictatuur van het proletariaat onder de verhoudingen van het imperialisme niet mogelijk zou zijn geweest.

Daarin onderscheidt zich de Oktoberrevolutie op gunstige wijze van de revolutie van het jaar 1871 in Frankrijk, toen de leiding van de revolutie tussen twee partijen was verdeeld, die geen van tweeën een communistische partij konden worden genoemd.

De tweede bijzonderheid. De voorbereiding van de Oktoberrevolutie vond dus plaats onder de leiding van één partij, van de partij der bolsjewieken. Maar hoe werd deze leiding door de partij gevoerd, langs welke lijn voltrok zij zich? Deze leiding voltrok zich langs de lijn van het isoleren van de partijen van het vergelijk, als de gevaarlijkste groeperingen in de periode van de ontknoping van de revolutie, langs de lijn van het isoleren van de sociaal-revolutionairen en de mensjewieken.

Waarin bestaat de fundamentele strategische regel van het leninisme?

Zij bestaat in de erkenning:

1) dat de partijen van het vergelijk met de bourgeoisie, het gevaarlijkste sociale steunpunt zijn van de vijanden van de revolutie in de periode van de naderende revolutionaire ontknoping;

2) dat het niet mogelijk is, zonder het isoleren van deze partijen, de vijand (het tsarisme of de bourgeoisie) ten val te brengen;

3) dat in de periode van de voorbereiding van de revolutie, uit dien hoofde de voornaamste pijlen moeten worden gericht op het isoleren van deze partijen, op het losmaken van de brede massa’s der werkers, van deze partijen.

In de periode van de strijd tegen het tsarisme, in de periode van de voorbereiding van de burgerlijk-democratische revolutie (1905-1916), was de liberaal-monarchistische partij, de partij van de kadetten, het gevaarlijkste, sociale steunpunt van het tsarisme. Waarom? Omdat zij de partij van het vergelijk was, de partij van het vergelijk tussen het tsarisme en de meerderheid van het volk, d.w.z., van de boeren in hun geheel. Het spreekt vanzelf dat de partij toen haar voornaamste slagen tegen de kadetten richtte, want zonder het isoleren van de kadetten viel er op een breuk van de boeren met het tsarisme niet te rekenen, en zonder dat deze breuk tot stand werd gebracht, viel er op een overwinning van de revolutie niet te rekenen. Velen begrepen toen deze bijzonderheid van de bolsjewistische strategie niet, velen beschuldigden de bolsjewieken van bovenmatige “kadettenvreterij” en beweerden dat de strijd tegen de kadetten de bolsjewieken van de strijd tegen de hoofdvijand – het tsarisme – afleidde. Deze ongegronde beschuldigingen onthulden echter rechtstreeks het onvermogen, om de bolsjewistische strategie te begrijpen, die het isoleren van de partij van het vergelijk eist, teneinde de overwinning op de hoofdvijand te vergemakkelijken en te bespoedigen.

Wij behoeven wel nauwelijks te bewijzen dat zonder deze strategie, de hegemonie van het proletariaat in de burgerlijk-democratische revolutie niet mogelijk zou zijn geweest.

In de periode van de voorbereiding van de Oktoberrevolutie, verplaatste zich het zwaartepunt van de strijdende krachten naar een nieuw terrein. Er was geen tsaar meer. De partij van de kadetten was van een kracht van het vergelijk, tot de regerende kracht, tot de heersende kracht van het imperialisme geworden. De strijd ging niet meer tussen het tsarisme en het volk, maar tussen de bourgeoisie en het proletariaat. In deze periode waren de kleinburgerlijke democratische partijen, de partijen van de sociaal-revolutionairen en de mensiewieken, het gevaarlijkste sociale steunpunt van het imperialisme. Waarom? Omdat deze partijen toen de partijen van het vergelijk waren, de partijen van het vergelijk tussen het imperialisme en de werkende massa’s. Het spreekt vanzelf dat de voornaamste slagen van de bolsjewieken toen tegen deze partijen werden gericht, omdat er zonder het isoleren van deze partijen op een breuk van de werkende massa’s met het imperialisme niet viel te rekenen en omdat er, zonder het tot stand brengen van deze breuk, niet op de overwinning van de Sovjetrevolutie viel te rekenen. Velen begrepen toen deze bijzonderheid van de bolsjewistische tactiek niet, velen beschuldigden de bolsjewieken van een “overdreven haat” tegen de sociaal-revolutionairen en de mensjewieken, en dat zij het hoofddoel “vergaten”. De gehele periode van de voorbereiding van de Oktoberrevolutie getuigt er evenwel op welsprekende wijze van dat alleen door deze tactiek de bolsjewieken de overwinning van de Oktoberrevolutie hebben kunnen verzekeren.

Het karakteristieke kenteken van deze periode is het verdere revolutioneren van de werkende massa’s der boeren, hun teleurstelling in de sociaal-revolutionairen en de mensjewieken, het feit dat zij zich van deze partijen losmaakten, dat zij zich rechtstreeks om het proletariaat schaarden, als de enige consequente revolutionaire kracht, in staat om het land naar de vrede te leiden. De geschiedenis van deze periode is de geschiedenis van de strijd der sociaal-revolutionairen en mensjewieken enerzijds en de bolsjewieken anderzijds om de werkende massa’s van de boeren, om het winnen van deze massa’s. Het lot van deze strijd werd beslist door de coalitieperiode, door de Kerenskiade, door de weigering van de sociaal-revolutionairen en de mensjewieken om de grond van de landheren in beslag te nemen, door de strijd van de sociaal-revolutionairen en de mensjewieken voor de voortzetting van de oorlog, door het Julioffensief aan het front, door de doodstraf voor de soldaten en de Kornilovopstand. En dit lot werd uitsluitend ten gunste van de bolsjewistische strategie beslist. Want zonder het isoleren van de sociaal-revolutionairen en de mensjewieken, zou het niet mogelijk zijn geweest de regering van de imperialisten ten val te brengen, zonder de omverwerping van deze regering, zou het niet mogelijk zijn geweest zich aan de oorlog te onttrekken. De politiek van het isoleren van de sociaal-revolutionairen en de mensjewieken, bleek de enig juiste politiek te zijn.

Dus: het isoleren van de partijen van de mensjewieken en de sociaal-revolutionairen, als de fundamentele lijn van de leiding bij de voorbereiding van de Oktoberrevolutie – dat is de tweede bijzonderheid van de tactiek der bolsjewieken.

Het behoeft wel nauwelijks te worden bewezen, dat zonder deze bijzonderheid van de tactiek der bolsjewieken, het verbond van de arbeidersklasse met de werkende massa’s van de boeren in de lucht was blijven hangen.

Het is karakteristiek dat pg. Trotski in zijn Oktoberlessen niets, of zo goed als niets, zegt over deze bijzonderheid van de bolsjewistische tactiek.

De derde bijzonderheid. De leiding van de partij bij de voorbereiding van de Oktoberrevolutie voltrok zich dus langs de lijn van het isoleren van de partijen der sociaal-revolutionairen en mensjewieken, langs de lijn van het losmaken van de brede massa’s van de arbeiders en de boeren van deze partijen. Maar hoe werd het isoleren door de partij concreet verwezenlijkt, in welke vorm, onder welke leuze? Het werd verwezenlijkt in de vorm van de revolutionaire beweging der massa’s voor de Sovjetmacht, onder de leuze “Alle macht aan de Sovjets”; langs de weg van de strijd voor het veranderen van de sovjets van organen ter mobilisatie van de massa’s in organen van de opstand, in machtsorganen, in het apparaat van het nieuwe proletarische staatswezen.

Waarom grepen de bolsjewieken juist naar de Sovjets, als de voornaamste organisatorische hefboom, die het isoleren van de mensjewieken en de sociaal-revolutionairen kon vergemakkelijken, die in staat was de zaak van de proletarische revolutie voorwaarts te drijven en die er toe geroepen was de miljoenenmassa’s van de werkers naar de overwinning van de dictatuur van het proletariaat te leiden?

Wat zijn de Sovjets?

“De Sovjets – zei Lenin reeds in september 1917 – zijn een nieuw staatsapparaat, dat ten eerste de gewapende macht van de arbeiders en de boeren vertegenwoordigt, waarbij deze macht niet, als de macht van het oude, staande leger, los van het volk staat, maar ten nauwste met het volk is verbonden; in militair opzicht is deze macht onvergelijkelijk veel sterker dan de vroegere, in revolutionair opzicht is zij door niets anders te vervangen. Ten tweede vormt dit apparaat zulk een nauwe, onverbrekelijke, gemakkelijk te controleren en te vernieuwen verbinding met de massa’s, met de meerderheid van het volk, als er in het vroegere staatsapparaat in de verste verte nooit heeft bestaan. Ten derde, is dit apparaat, krachtens de verkiesbaarheid en de afzetbaarheid van zijn leden volgens de wil van het volk, zonder bureaucratische formaliteiten, veel democratischer dan de vroegere apparaten. Ten vierde schenkt het een krachtige verbinding met de meest verschillende beroepen en vergemakkelijkt het daardoor de meest verschillende hervormingen van de ingrijpendste aard zonder bureaucratie. Ten vijfde geeft het de vorm van organisatie van de voorhoede, d.w.z van het meest bewuste, het meest energieke en vooraanstaande deel van de onderdrukte klassen, van de arbeiders en boeren en is het daardoor een apparaat, door middel waarvan de voorhoede van de onderdrukte klassen de gehele reusachtige massa van deze klassen, die tot nu toe volkomen buiten het politieke leven, buiten de geschiedenis stond; kan mobiliseren, opvoeden, opleiden en achter zich aanvoeren. Ten zesde schenkt het de mogelijkheid, de voordelen van het parlementarisme te verbinden met de voordelen van de rechtstreekse en de directe democratie, d.w.z. zowel de wetgevende functie, als ook de uitvoering van de wetten, te verenigen in de personen van de gekozen volksvertegenwoordigers. Vergeleken bij het burgerlijke parlementarisme, betekent dit een stap vooruit van wereldhistorische betekenis in de ontwikkeling van de democratie ... Wanneer de scheppende kracht van de revolutionaire klassen geen sovjets had geschapen, zou de proletarische revolutie in Rusland een hopeloze zaak zijn geweest, want met het oude apparaat zou het proletariaat ongetwijfeld de macht niet hebben kunnen handhaven en een nieuw apparaat kan niet ineens worden geschapen.” (zie Deel XXI, blz., 258-259, uit Zullen de bolsjewieken de staatsmacht behouden?).

Dat was de reden, waarom de bolsjewieken zich aan de sovjets vastgrepen als aan de fundamentele organisatorische schakel, die de organisatie van de Oktoberrevolutie en het scheppen van een nieuw, machtig apparaat van het proletarische staatswezen kon vergemakkelijken.

De leuze “Alle macht aan de Sovjets” doorliep, wat haar innerlijke ontwikkeling betreft, twee stadia: het eerste (tot de Julinederlaag van de bolsjewieken, tijdens de dubbele macht) en het tweede (na de nederlaag van de Kornilovopstand).

In het eerste stadium betekende deze leuze de verbreking van het blok van de mensjewieken en de sociaal-revolutionairen met de kadetten, de vorming van een Sovjetregering uit mensjewieken en sociaal-revolutionairen (want de sovjets waren toen sociaal-revolutionair-mensjewistisch), het recht van vrije agitatie voor de oppositie (d.w.z. voor de bolsjewieken) en de vrije strijd van de partijen binnen de sovjets, in de veronderstelling dat het de bolsjewieken door middel van deze strijd zou gelukken, de sovjets te veroveren en de samenstelling van de Sovjetregering door middel van een vreedzame ontwikkeling van de revolutie te veranderen. Natuurlijk betekende dit plan niet de dictatuur van het proletariaat, maar het vergemakkelijkte ongetwijfeld de voorbereiding van de voorwaarden, noodzakelijk voor het bereiken van de dictatuur, want dit plan zou, doordat het de mensjewieken en sociaal-revolutionairen aan de macht had gebracht en hen had genoodzaakt hun feitelijk contrarevolutionair platform in praktijk te brengen, het ontmaskeren van de ware aard van deze partijen, hun isolatie en hun losmaken van de massa’s hebben verhaast. De Julinederlaag van de bolsjewieken onderbrak echter deze ontwikkeling, schonk aan de contrarevolutie van de generaals en de kadetten het overwicht en dreef de sociaal-revolutionairen en de mensjewieken in de armen van deze laatsten. Deze omstandigheid noodzaakte de partij tijdelijk haar leuze “Alle macht aan de Sovjets” in te trekken, om haar, bij een nieuwe opgang van de revolutie, opnieuw aan de orde te stellen.

De nederlaag van de Kornilovopstand leidde het tweede stadium in. De leuze “Alle macht aan de Sovjets” werd opnieuw aan de orde gesteld. Maar thans betekende deze leuze reeds niet meer hetzelfde, als in het eerste stadium. Haar inhoud had zich grondig veranderd. Thans betekende deze leuze de volledige breuk met het imperialisme en de overgang van de macht aan de bolsjewieken, want de sovjets waren in meerderheid reeds bolsjewistisch geworden. Thans betekende deze leuze, de directe overgang van de revolutie langs de weg van de opstand, naar de dictatuur van het proletariaat. Bovendien betekende deze leuze thans het organiseren en het tot staatsvorm maken van de dictatuur van het proletariaat.

De onschatbare betekenis van de tactiek, om de sovjets tot organen van de staatsmacht te maken, bestond daarin, dat het de miljoenenmassa’s van de werkers losmaakte van het imperialisme; de partijen van de mensjewieken en de sociaal-revolutionairen als werktuigen van het imperialisme van hun voetstuk stootte en deze massa’s, om zo te zeggen, langs directe weg tot de dictatuur van het proletariaat bracht.

Dus: de politiek van het omsmeden van de sovjets tot organen van de staatsmacht, als de voornaamste voorwaarde voor het isoleren van de partijen van het vergelijk en voor de overwinning van de dictatuur van het proletariaat – dat is de derde bijzonderheid van de tactiek van de bolsjewieken in de periode van de voorbereiding van de Oktoberrevolutie.

De vierde bijzonderheid. Het beeld zou onvolledig zijn als wij ons niet met het vraagstuk bezighielden hoe en waarom het aan de bolsjewieken is gelukt hun partijleuzen tot leuzen van de miljoenenmassa’s te maken, die de revolutie voorwaarts stuwden, hoe en waarom het hun is gelukt, niet alleen de voorhoede, niet alleen de meerderheid van de arbeidersklasse, maar ook de meerderheid van het volk van de juistheid van hun politiek te overtuigen.

De zaak is namelijk zo, dat voor de overwinning van de revolutie, als deze revolutie werkelijk een volksrevolutie is, die miljoenenmassa’s omvat – de juistheid van de partijleuzen alléén niet voldoende is. Voor de overwinning van de revolutie moet aan nog een noodzakelijke voorwaarde beslist voldaan zijn en wel aan deze: dat de massa’s zelf zich door hun eigen ervaring van de juistheid van deze leuzen overtuigen. Slechts dan worden de leuzen van de partij tot leuzen van de massa’s zelf. Slechts dan wordt de revolutie werkelijk een volksrevolutie. Een van de bijzonderheden van de tactiek van de bolsjewieken in de periode van de voorbereiding van de Oktoberrevolutie bestaat hierin, dat zij die wegen en wendingen, die de massa’s op natuurlijke wijze naar de leuzen van de partij leiden, die hen, om zo te zeggen tot aan de drempel van de revolutie leiden, juist wist te bepalen en dat zij het de massa’s op deze wijze vergemakkelijkte, de juistheid van deze leuzen te begrijpen, te onderzoeken en aan de eigen ervaring te toetsen. Met andere woorden, één van de bijzonderheden van de tactiek van de bolsjewieken bestaat daarin, dat zij de leiding van de partij niet met de leiding van de massa’s verwisselt, dat zij duidelijk het onderscheid ziet tussen deze en gene leiding, dat zij dus niet alleen de wetenschap van de leiding der partij, maar tevens die van de leiding der miljoenenmassa’s van de werkers is.

Een aanschouwelijk voorbeeld ervan, hoe zich deze bijzonderheid van de bolsjewistische tactiek openbaarde, is de bijeenroeping en het uiteen jagen van de Constituante.

Zoals bekend is, brachten de bolsjewieken reeds in april 1917 de leuze van de Sovjetrepubliek naar voren. Het is bekend dat de Constituante een burgerlijk parlement is, dat radicaal in tegenstelling staat tot de grondslagen van de Sovjetrepubliek. Hoe kon het nu gebeuren dat de bolsjewieken, die streefden naar de Sovjetrepubliek, tegelijkertijd van de Voorlopige Regering de onmiddellijke bijeenroeping van de Constituante eisten? Hoe kon het gebeuren dat de bolsjewieken niet alleen deelnamen aan de verkiezingen, maar zelf de Constituante bijeenriepen? Hoe kon het gebeuren dat de bolsjewieken, een maand vóór de opstand, bij de overgang van het oude naar het nieuwe, de mogelijkheid toelieten van een tijdelijke combinatie van de Sovjetrepubliek en de Constituante?

Dit “geschiedde” namelijk, omdat:

1) de idee van de Constituante een van de meest populaire ideeën onder de brede massa’s van de bevolking was;

2) de leuze van de onmiddellijke bijeenroeping van de Constituante, het ontmaskeren van de contrarevolutionaire aard van de Voorlopige Regering vergemakkelijkte;

3) het noodzakelijk was, teneinde de idee van de Constituante in het oog van de volksmassa’s te ontluisteren, deze massa’s met hun eisen van land, vrede en Sovjetmacht, tot aan de drempel van de Constituante te leiden en hen op deze wijze met de werkelijke en levende Constituante in botsing te brengen;

4) men slechts op deze wijze de massa’s kon helpen zich aan de hand van hun eigen ervaring te overtuigen van de contrarevolutionaire aard der Constituante en van de noodzakelijkheid om haar uit elkaar te jagen;

5) dit alles vanzelfsprekend de mogelijkheid veronderstelde van een tijdelijke combinatie van de Sovjetrepubliek en de Constituante, als één van de middelen om de Constituante te overwinnen.

6) een dergelijke combinatie, als zij tenminste onder de voorwaarde van de overgang van de gehele macht aan de Sovjets zou worden verwezenlijkt, slechts het ondergeschikt zijn van de Constituante aan de Sovjets, haar verandering in een aanhangsel van de Sovjets, haar pijnloos afsterven zou hebben betekend.

Het behoeft wel nauwelijks te worden bewezen, dat zonder een dergelijke politiek van de bolsjewieken, het uiteenjagen van de Constituante niet zo glad zou zijn verlopen en de verdere actie van de sociaal-revolutionairen en de mensjewieken onder de leuze: “Alle macht aan de Constituante” niet met zo’n gekraak in elkaar zou zijn gestort.

“Wij hebben – zegt Lenin – in september-november 1917 aan de verkiezingen voor het Russische burgerlijke parlement, voor de Constituante deelgenomen. Was onze tactiek juist of niet? ... Konden wij, Russische bolsjewieken, in september-november 1917 niet met meer recht dan alle mogelijke communisten in het westen aannemen dat het parlementarisme in Rusland zich politiek had overleefd? Natuurlijk, want het komt er immers niet op aan of de burgerlijke parlementen lange of korte tijd bestaan, maar in hoeverre de brede werkende massa’s (geestelijk, politiek, praktisch) er op zijn voorbereid om de Sovjetorde te erkennen en het burgerlijk-democratische parlement uit elkaar te jagen of toe te laten dat het uit elkaar wordt gejaagd. Dat in Rusland de arbeiders uit de steden, de soldaten en boeren in september-november 1917, als gevolg van een reeks van bijzondere omstandigheden, op het erkennen van de Sovjetorde en het uit elkaar jagen van het burgerlijk-democratische parlement, buitengewoon goed waren voorbereid – dat is een volkomen onbetwistbaar en een vaststaand historisch feit. En toch hebben de bolsjewieken de Constituante niet geboycot, maar voor en na de verovering van de macht door het proletariaat, aan de verkiezingen deelgenomen” (zie Deel XXV, blz. 201-202 De linkse stroming, een kinderziekte van het communisme).

Waarom hebben wij de Constituante niet geboycot? Omdat, zoals Lenin zegt:

“Zelfs enige weken vóór de overwinning van de Sovjetrepubliek, ja zelfs na deze overwinning, het deelnemen aan het burgerlijk-democratische parlement, het revolutionaire proletariaat niet alleen geen schade berokkent, maar dat het daardoor voor het proletariaat gemakkelijker wordt om de achterlijke massa’s te bewijzen, waarom zulke parlementen verdienen uit elkaar te worden gejaagd, dat hun dit het succes van dit uit elkaar jagen en het “politiek te boven komen” van het burgerlijke parlementarisme vergemakkelijkt” (zie terzelfder plaatse).

Het is karakteristiek dat pg. Trotski deze bijzonderheden van de bolsjewistische tactiek niet begrijpt en voor de “theorie” van het combineren van de Constituante met de Sovjets, als voor een Hilferdingiade, de neus ophaalt.

Maar hij begrijpt niet dat het toelaten van zulk een combinatie, onder de leuze van de opstand en bij de waarschijnlijke overwinning van de Sovjets, verbonden met de bijeenroeping van de Constituante, de enige revolutionaire tactiek is, die niets te maken heeft met de Hilferdingse tactiek van het maken van de Sovjets tot aanhangsels van de Constituante; dat de fout van enige partijgenoten met betrekking tot dit vraagstuk hem geen aanleiding kan geven, om het volkomen juiste standpunt van Lenin en van de partij, inzake het vraagstuk van de “gecombineerde staatsvorm”, onder bepaalde verhoudingen, te beschimpen (zie Deel XXI, blz. 238 uit De crisis rijpt, hoofdstuk 3).

Hij begrijpt niet dat zonder deze eigenaardige politiek van de bolsjewieken, die zij tegenover de Constituante voerden, het hun niet gelukt zou zijn de miljoenenmassa’s van het volk voor zich te winnen en dat zij, zonder het veroveren van deze massa’s, niet in staat zouden zijn geweest de Oktoberopstand in een diep ingrijpende volksrevolutie om te zetten.

Het is interessant dat pg. Trotski zelfs voor woorden als “het volk”, “de revolutionaire democratie” en dergelijke, die men in de artikelen van de bolsjewieken aantreft, zijn neus ophaalt en deze woorden voor een marxist onfatsoenlijk acht.

Pg. Trotski vergeet blijkbaar dat Lenin, die toch zeker marxist is, zelfs in september 1917, een maand vóór de overwinning van de dictatuur, schreef over “de noodzakelijkheid van de onmiddellijke overgang van de gehele macht in de handen van de door het revolutionaire proletariaat geleide, revolutionaire democratie.” (zie Deel XXI, blz. 198 Uit Marxisme en opstand).

Pg. Trotski vergeet blijkbaar dat Lenin, die toch zeker marxist is, de bekende brief van Marx aan Kugelmann (april 1871) aanhaalt, waarin wordt gezegd, “dat het breken van de bureaucratisch-militaire staatsmachine, de voorwaarde is voor iedere werkelijke volksrevolutie op het vasteland” en dat Lenin zwart op wit het volgende schrijft:

“De buitengewoon diepzinnige opmerking van Marx, dat het verbrijzelen van de bureaucratisch-militaire staatsmachine, de voorwaarde is voor iedere werkelijke volksrevolutie”, verdient bijzonder de aandacht. Dit begrip “volks”-revolutie lijkt vreemd in de mond van Marx, en de Russische plechanovisten en mensjewieken, deze navolgers van Stroeve, die als marxisten beschouwd willen worden, zouden mogelijk een dergelijke uitdrukking van Marx voor een “zich verspreken” kunnen verklaren. Zij hebben het marxisme tot zulk een armzalig-liberaal verwrongen beeld teruggebracht, dat er, behalve het tegen over elkaar plaatsen van de burgerlijke en proletarische revolutie, voor hen niets anders bestaat, en zelfs dit tegen over elkaar plaatsen wordt door hen ongelooflijk star opgevat ... In het Europa van het jaar 1871 vormde het proletariaat in geen enkel land op het vasteland de meerderheid van de bevolking. Een “volks”-revolutie, die werkelijk de meerderheid van de bevolking in de beweging zou betrekken, kon slechts een zodanige zijn, die zowel het proletariaat als de boeren omvatte. Beide klassen vormden toen juist het “volk”. Beide klassen werden verenigd, doordat “de bureaucratisch-militaire staatsmachine” hen knechtte, onderdrukte en uitbuitte. Deze machine stuk te slaan, haar te breken – dat is het werkelijke belang van “het volk”, van zijn meerderheid, van de meerderheid van de arbeiders en de meerderheid van de boeren, dat is de “voorwaarde” voor het vrije verbond van de armste boeren met de proletariërs en zonder zulk een verbond is de democratie niet hecht en de socialistische hervorming niet mogelijk” (zie Deel XXI blz. 395-396, Staat en Revolutie”, hoofdst. 3).

Deze woorden van Lenin mag men niet vergeten.

Dus, het vermogen om de massa’s, aan de hand van hun eigen ervaring te overtuigen van de juistheid van de partijleuzen, doordat men deze massa’s naar de revolutionaire posities voert – als de belangrijkste voorwaarde voor het winnen van de miljoenen der werkers voor de partij, dat is de vierde bijzonderheid van de tactiek van de bolsjewieken in de periode van de voorbereiding van de Oktoberrevolutie.

Ik meen, dat het gezegde meer dan voldoende is, om het karakteristieke van deze tactiek duidelijk te maken.

De Oktoberrevolutie als het begin en de voorwaarde van de wereldrevolutie

Het lijdt geen twijfel dat de universele theorie van de gelijktijdige overwinning van de revolutie in de voornaamste landen van Europa, de theorie van de onmogelijkheid van de overwinning van het socialisme in één land, een kunstmatige, niet-levensvatbare theorie bleek te zijn. De zevenjarige geschiedenis van de proletarische revolutie in Rusland getuigt niet ten gunste van, maar tegen deze theorie. Deze theorie is niet alleen als ontwikkelingsschema van de wereldrevolutie onaannemelijk, omdat zij met de meest klaarblijkelijke feiten in tegenspraak is. Zij is nog minder aannemelijk als leuze, omdat zij het initiatief van de afzonderlijke landen, die, ten gevolge van bepaalde historische voorwaarden, in de gelegenheid zijn het front van het kapitaal zelfstandig te doorbreken, remt, in plaats van het aan te wakkeren, omdat deze theorie niet de afzonderlijke landen tot de actieve aanval tegen het kapitaal aanspoort, maar tot passief wachten op het moment van de “algemene beslissing” brengt, omdat zij onder de proletariërs van de afzonderlijke landen niet de geest van revolutionaire vastberadenheid aankweekt, maar de geest van de Hamlettwijfel – “maar wat zal er geschieden, als plotseling de anderen niet ondersteunen”? Lenin had volkomen gelijk, toen hij zei dat de overwinning van het proletariaat in één land, het “typische geval” is, terwijl de “gelijktijdige revolutie in een reeks van landen”, slechts een “zeldzame uitzondering kan zijn” (zie Deel XXIII, blz. 354, De proletarische revolutie en de renegaat Kautsky).

Maar Lenins theorie van de revolutie beperkt zich, zoals bekend is, niet tot deze ene zijde van de kwestie. Zij is tegelijkertijd de theorie van de ontwikkeling van de wereldrevolutie.[4] De overwinning van het socialisme in één land is geen op zichzelf staande taak. De revolutie van het overwinnende land moet niet als een op zichzelf staande grootheid worden beschouwd, maar als de steun, als het middel ter versnelling van de overwinning van het proletariaat in alle landen. Want de overwinning van de revolutie in één land, in het gegeven geval Rusland, is niet alleen het product van de ongelijkmatige ontwikkeling en het voortschrijdende verval van het imperialisme. Zij is tegelijkertijd het begin van en een voorwaarde voor de wereldrevolutie.

Het lijdt geen twijfel dat de ontwikkelingswegen van de wereldrevolutie niet zo eenvoudig zijn als dat vroeger mocht hebben geschenen, vóór dat de revolutie in één land had overwonnen, vóór het verschijnen van het ontwikkelde imperialisme, dat de “vooravond van de socialistische revolutie” is. Want intussen is er zulk een nieuwe factor verschenen als de onder de voorwaarden van het ontwikkelde imperialisme werkende wet der ongelijkmatige ontwikkeling van de kapitalistische landen, een wet die van de onvermijdelijkheid van militaire botsingen spreekt, van de algemene verzwakking van het wereldfront van het kapitaal en van de mogelijkheid van de overwinning van het socialisme in afzonderlijke landen. Want er is zulk een nieuwe factor verschenen als het geweldige Sovjetland, dat tussen het Westen en het Oosten ligt, tussen het centrum van de financiële uitbuiting van de wereld en de arena van de koloniale onderdrukking, en dat alleen reeds door zijn bestaan de gehele wereld revolutioneert.

Dat alles zijn factoren (om maar te zwijgen van andere, minder belangrijke factoren) waarmee bij het bestuderen van de loop van de wereldrevolutie, in elk geval rekening moet worden gehouden.

Vroeger meende men gewoonlijk dat de revolutie zich langs de weg van een gelijkmatig “rijp worden” van de elementen van het socialisme zou ontwikkelen en in de eerste plaats, in de meer ontwikkelde, in de “vooraanstaande” landen. Deze opvatting vereist thans wezenlijke wijzigingen.

“Er heeft zich thans – zegt Lenin – zulk een systeem van internationale betrekkingen ontwikkeld, waarbij in Europa één van de staten door de overwinnaarsstaten wordt onderdrukt, nl. Duitsland. Een reeks van andere staten, en wel de oudste staten van het Westen, zijn door de overwinning in een toestand geraakt dat zij deze overwinning kunnen gebruiken om hun onderdrukte klassen een reeks van onbelangrijke concessies te doen, concessies die in elk geval de revolutionaire beweging in deze landen vertragen en die in zekere mate een soort “sociale vrede” scheppen.

“Tegelijkertijd werd een gehele reeks van landen: het Oosten, India, China enz. – juist ten gevolge van de laatste imperialistische oorlog, voor goed uit hun koers geslagen. Hun ontwikkeling richtte zich definitief naar algemeen Europees-kapitalistische maatstaf. In deze landen begon dezelfde algemene gisting als in Europa. En het is thans aan de gehele wereld duidelijk, dat zij in een ontwikkeling werden betrokken, die niet anders dan tot de crisis van het gehele wereldkapitalisme moet leiden”.

“Tengevolge hiervan en in verband hiermee, voltrekken de West-Europese, kapitalistische landen hun ontwikkeling naar het socialisme ... niet zoals wij het vroeger hadden verwacht. Zij voltrekken haar niet door een gelijkmatig “rijp worden” van het socialisme in deze landen, maar langs de weg van de uitbuiting van de ene staat door de andere, langs de weg van de uitbuiting van de eerste, tijdens de imperialistische oorlog overwonnen staat, verbonden met de uitbuiting van het gehele Oosten. Anderzijds geraakte het Oosten definitief in de revolutionaire beweging, juist ten gevolge van deze eerste imperialistische oorlog en werd het definitief in de algemene maalstroom van de revolutionaire wereldbeweging getrokken” (zie Deel XXVII, blz. 415-416 Beter minder, maar beter).

Als men hier nog het feit aan toevoegt, dat niet alleen de overwonnen landen en de koloniën door de overwinnende landen worden uitgebuit, maar dat ook een deel van de overwinnende landen zelf in het vaarwater is geraakt van de financiële uitbuiting door de machtigste overwinnende landen, Amerika en Engeland; dat de tegenstellingen tussen al deze landen de belangrijkste factor vormen van de ontbinding van het wereldimperialisme, dat er buiten deze tegenstellingen nog in ieder van deze landen de diepst ingrijpende tegenstellingen bestaan en zich ontwikkelen en dat al deze tegenstellingen zich nog verdiepen en verscherpen door het feit dat de grote Sovjetrepubliek naast hen bestaat – indien wij met dit alles rekening houden, dan zal het eigenaardige beeld van de internationale toestand min of meer volledig worden.

Het is zeer waarschijnlijk dat de wereldrevolutie zich zó zal ontwikkelen, dat een reeks van nieuwe landen zich op revolutionaire wijze uit het systeem van de imperialistische staten losmaken, waarbij de proletariërs van deze landen door het proletariaat van de imperialistische staten zullen worden ondersteund. Wij zien dat het eerste land, dat zich heeft losgemaakt en dat heeft overwonnen, reeds thans door de arbeiders en, in het algemeen, door de werkende massa’s van de andere landen wordt ondersteund. Zonder deze ondersteuning zou dit land zich niet staande hebben kunnen houden. Het lijdt geen twijfel dat deze ondersteuning nog zal toenemen en sterker zal worden. Maar het lijdt eveneens geen twijfel dat de ontwikkeling van de wereldrevolutie zelf, het proces van het zich losmaken van het imperialisme door een reeks van nieuwe landen, zich des te sneller en grondiger zal voltrekken, naargelang het socialisme in het eerste overwinnende land zich grondiger zal versterken, naargelang dit land sneller tot de basis voor de verdere ontwikkeling van de wereldrevolutie wordt, tot de hefboom van de verdere ontwikkeling van het imperialisme.

Wanneer de stelling juist is, dat de definitieve overwinning van het socialisme in het eerste bevrijde land niet mogelijk is, zonder de algemene inspanning van de proletariërs van meerdere landen, dan is het even juist dat de wereldrevolutie zich des te sneller en grondiger zal ontplooien, naargelang de hulp van het eerste socialistische land aan de arbeiders en de werkende massa’s van alle overige landen, reëler zal zijn.

Waarin moet deze hulp tot uiting komen?

Zij moet ten eerste hierin tot uiting komen, dat het overwinnende land “het maximum tot stand brengt van wat in één enkel land ter ontwikkeling, ondersteuning en opwekking van de revolutie in alle landen kan worden gedaan” (zie Deel XXIII, blz. 385, De proletarische revolutie en de renegaat Kautsky).

Zij moet ten tweede daarin tot uitdrukking komen, dat het “overwinnende proletariaat” van het ene land, “na de kapitalisten te hebben onteigend en de socialistische productie in eigen land te hebben georganiseerd ... zich tegen de overige kapitalistische wereld zal verheffen, de onderdrukte klassen van de andere landen tot zich zal trekken, in deze landen de opstand tegen de kapitalisten aanwakkeren en, in geval van noodzakelijkheid, met militaire kracht tegen de uitbuitende klassen en tegen hun staten zal optreden” (zie Deel XVIII, blz. 232-233, Over de leuze der Verenigde Staten van Europa).

De karakteristieke bijzonderheid van deze hulp van de kant van het overwinnende land, bestaat niet alleen in het feit dat zij de overwinning van de proletariërs van de andere landen verhaast, maar ook daarin dat zij deze overwinning vergemakkelijkt en tegelijkertijd daardoor de definitieve overwinning van het socialisme in het eerste overwinnende land verzekert.

Het is het meest waarschijnlijk dat, in de loop van de ontwikkeling der wereldrevolutie, naast de haarden van het imperialisme in de afzonderlijke kapitalistische landen en in het systeem van deze landen over de gehele wereld, zich haarden van het socialisme in afzonderlijke Sovjetlanden en een systeem van deze haarden over de gehele wereld zullen vormen, waarbij de strijd tussen deze beide systemen, de geschiedenis van de ontplooiing der wereldrevolutie zal vormen.

“Want – zegt Lenin – een vrije vereniging van de naties in het socialisme is niet mogelijk, zonder een min of meer langdurige, hardnekkige strijd van de socialistische republieken tegen de achterlijke staten” (zie terzelfder plaatse).

De wereldbetekenis van de Oktoberrevolutie is niet alleen hierin gelegen, dat zij het grootse initiatief is van één enkel land om het systeem van het imperialisme te doorbreken en de eerste haard van het socialisme in de oceaan van imperialistische landen vormt, maar tevens in het feit dat zij de eerste etappe is van de wereldrevolutie en de machtige basis voor haar verdere ontplooiing.

Daarom hebben niet alleen zij ongelijk die het internationale karakter van de Oktoberrevolutie over het hoofd zien en de overwinning van de revolutie in één land, voor een zuiver nationaal en alleen nationaal verschijnsel verklaren. Ook zij hebben ongelijk, die weliswaar het internationale karakter van de Oktoberrevolutie in het oog houden, maar die geneigd zijn deze revolutie als iets passiefs te beschouwen, dat slechts op de ondersteuning van buitenaf is aangewezen. In werkelijkheid heeft niet alleen de Oktoberrevolutie de ondersteuning van andere landen nodig, maar de revolutie in deze landen heeft tevens de ondersteuning van de Oktoberrevolutie nodig, om de omverwerping van het wereldimperialisme te verhaasten en vooruit te brengen.

17 december 1924

_______________
[1] Toen dit werd geschreven (1924) was L. Trotski nog lid van de Communistische Partij der Sovjet-Unie. – Red.
[2] Cursief van mij, J. St.
[3] Cursief van mij. J. St.
[4] Zie boven – Over de grondslagen van het leninisme. – J. St.



een rode leeszetel Lezen
Marxistisch Internet Archief
Algemeen Archief
Selectie marxisten
Documenten
Filosofie
Thema’s
Arbeidersbeweging
Woordenboek
Wat ?
Wat is marxisme
Over ons
Andere talen
Auteurswet
Citeren
Disclaimer
Doen
Zoeken
Nieuwe teksten
Werk mee
Contact
Reclame

RSS