Henk Sneevliet

Voor de Vierde Internationale

De groei van de gedachte


Geschreven: maart 1938
Bron: De Nieuwe Fakkel (verschillende nummers)
Deze versie: Spelling
Transcriptie: Rick Denkers
HTML: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, september 2007


Deel 1

Das Freie Wort, maandschrift van de IKD, dat sedert 1 januari is uitgekomen (adres van redactie en administratie: Faussecave, Paris, XVe 99, Avenue Emile Zola) roert het probleem van de Vierde Internationale in het inleidende woord van de redactie als volgt aan:

“Men zou kunnen aanvoeren, dat de Vierde Internationale in werkelijkheid meer als idee dan als organisatie bestaat. Voor zover dat ook juist is, moet toch van de ene kant iedere aanhanger van die gedachte er naar streven een organisatie te helpen tot stand brengen, doch moet men aan de andere kant in het rijk van de marxistische gedachte geen verenging dulden. Daarom kan in bepaalde omstandigheden zelfs een splitsing voor de gedachte en de organisatie der Vierde Internationale zeer nuttig zijn, ook al lijkt zo’n splitsing op zichzelf gezien een verzwakking. Voor de vorming van een nieuwe revolutionaire wereldpartij bestaan er geen klaargemaakte recepten en wie denkt in het bezit van zulke recepten te zijn, probeert sluwer te zijn dan de geschiedenis met haar altijd weer verrassing brengende wendingen. Het program van dit maandschrift is volstrekt geen voortzetting van de oude, enge strijd tegen een zelfvoldane sektarische leiding. Daarvoor zou thans met een bulletin volstaan kunnen worden. Het gaat om meer! Het gaat om de grondslagen der Vierde Internationale, d.w.z. in het algemeen gesproken om de grondslagen voor ons tijdvak”.

In het vorige nummer van De Nieuwe Fakkel wezen wij er op dat sedert het optreden van vervalverschijnselen in de Russische bolsjewistische partij en de Derde Internationale, onder het gelijktijdig voortschrijden van het verval der Tweede Internationale op verschillende tijdstippen, onder de invloed van verschillende ervaringen, op verschillende manier organisaties buiten Tweede en Derde Internationale tot stand kwamen, die zich als revolutionaire, marxistische partijen van het proletariaat aandienden. Tevens wezen wij er op dat de beide Internationale centra, die uit de Derde Internationale gegroeid zijn, en die zich rondom Trotski, resp. Brandler groeperen, pas in 1933 en in 1937 tot het open uitspreken van de noodzakelijkheid van nieuwe zelfstandige revolutionaire partijen der proletarische klasse gekomen zijn.

De ontwikkeling en de ervaringen in Holland bewerkten, dat reeds in 1929 de RSP ontstond, die geen heil zag in saneringswerk ten behoeve van de Derde Internationale en in die Internationale. In 1931 vond in Amsterdam een debat plaats tussen Sneevliet en Schmidt, die toen op de linkervleugel van de SDAP stond, bij welke gelegenheid Schmidt de stelling verkondigde, dat internationale strijd voor het socialisme slechts in internationaal verband mogelijk was. Dit internationale verband was voor hem toen nog (thans weer) de Tweede Internationale. Enige jaren lang heeft de RSP het als een nadeel ondervonden, dat zij niet tot een internationaal verband behoorde. Zij was ervan doordrongen, dat oprichting van revolutionaire proletarische partijen slechts uitmonden kon in voorbereiding en stichting van de Vierde Internationale. Toen in 1932 de OSP gevormd was; bevredigde deze partij haar behoefte aan internationale verbinding door aansluiting bij het Londense Bureau. Toen in 1933 de groepering rondom Trotski de consequentie aanvaardde en voor zelfstandige revolutionaire partijen ging uitkomen, verbond die RSP zich met het trotskistische centrum. Maar juist deze ontwikkeling in het trotskistische centrum maakte reeds in 1933 mogelijk, dat zowel de leiding van de RSP als van de OSP (de toenmalige SAP betrad dezelfde weg) kon besluiten het eerste document ten gunste van de stichting der Vierde Internationale openbaar te maken.

Deel 2

Zeker is, dat de Verklaring van Vier in de internationale conferentie van het Londense Bureau, die in 1933 gehouden is, geen weerklank vond. Bij dat Londense Bureau behoorde toen nog de Noorse Arbeiderspartij. Zij bewoog zich reeds in de richting van de Tweede Internationale. Omdat er toch een periode geweest was, waarin juist de Noorse arbeidersbeweging sterk aangetrokken werd door de Russische Revolutie en de Komintern, moest rekening gehouden worden met een vrij lange periode voor de weg terug naar de Tweede Internationale tot het eind kon worden afgelegd. De betekenis van deze partij werd hoog aangeslagen door de toonaangevende leiders van het Londense Bureau. En ook de leiding van de Duitse SAP kende grote waarde toe aan vriendschappelijke relaties met die Noorse partij. Het feit dat deze partij al geruime tijd regeringsverantwoordelijkheid draagt zonder dat het kapitalisme van Noorwegen piept, toont beter dan iets anders dat er van strijdlust en idealisme in die partij weinig sprake was. Toen Trotski na enige maanden verblijf zich in 1936 liet gelden tijdens het beruchte Zinovjevproces, heeft de Noorse Arbeiders Partij goed gevonden, dat op aandrang van Moskou een eind gemaakt werd aan die bewegingsvrijheid, die hij enige maanden gekend had. Het asielrecht prijs gegeven. De Russische banneling in de positie gebracht van een gevangene, die pas weer bewegingsvrijheid herkreeg toen een Noors schip hem naar Mexico kon brengen.

Zowel die Noorse partij als de Zweedse partij, maar evengoed de ILP van Engeland gevoelde zich weinig gedrongen om instemming te betuigen met de Verklaring van Vier. Men bleef volharden bij het uitspreken van het bankroet voor Tweede en Derde Internationale, doch zag geen kans om ook maar een stap verder te komen.

En toch begrijpt men op het eerste gezicht, dat een beweging slechts over het bankroet van anderen kan spreken en zelf geen internationale perspectieven biedt, weinig aantrekkingskracht op die arbeidersklasse uitoefent. Men herinnert zich dat het de SAP was, die het eerst terugschrok voor de consequentie van de ondertekening van de Verklaring van Vier.

Van dat ogenblik af kon er weinig terechtkomen van gemeenschappelijk optreden naar buiten ter propageren van de Vierde Internationale, het stuk van augustus 1933 geraakte op de achtergrond. In het jaar 1934 kreeg men bij het trotskistisch centrum te doen met die nieuwe recepten die aanleiding werden voor proefnemingen voor Frankrijk en enkele andere landen, neerkomende op de vernietiging van het zelfstandige bestaan der secties van het Centrum, aaneensluiting bij de sociaaldemocratie, zij het met voorbehoud, dat men de eigen inzichten zou kunnen propageren.

Het meest sprekende experiment op dat terrein is het Franse geweest. Al heel spoedig kwam echter vast te staan, dat men de mogelijkheden overschatte van het voeren van revolutionaire propaganda in het verband der SFIO. Zo “federalistisch” was deze partij toch niet of haar leiding stelde al heel gauw de uitdrijving van de Franse trotskisten aan de orde. Die heeft plaats gevonden. Toen men terugkeerde tot zelfstandig leven, kreeg men met twee groeperingen te maken in Frankrijk, die zich beide uitspraken voor de Vierde Internationale, maar waarvan er slechts één aangesloten is bij het trotskistische centrum.

Het was in het midden van 1935, dat het trotskistische centrum, de Franse groep, die toen aangesloten was hij de SFIO, de sedert kort door fusie verkregen Workers Party van Amerika en RSAP van Holland, met een tweede internationale oproep voor de dag kwamen. Weinig weerklank ook ditmaal. Wel spraken zich de diverse secties en sectietjes van het trotskistische centrum voor de open brief uit, wel bleken enkele andere groepen, die los stonden van het centrum bereid zich homogeen te verklaren met de hoofdgedachte van de open brief, doch het perspectief voor vruchtbaar gemeenschappelijk werk was niet veel gunstiger geworden dan in augustus 1933.

Men kan eerder van het tegendeel spreken voor zover de Amerikaanse Workers Party werd prijs gegeven voor de toepassing van de Franse wendingspolitiek. Het onvermijdelijke gevolg van deze proef was versplintering, verlies van vertrouwen bij een aantal elementen, die het werkelijk te machtig werd aan het eind van 1934 te juichen over de stichting van een nieuwe revolutionaire partij in de Verenigde Staten om weinige maanden later in alle ernst over de oplossing van die partij te gaan onderhandelen. De socialistische partij van de Verenigde Staten, sectie van de tweede Internationale, heeft enige tijd de vreemde eenden uit haar bijt geduld, doch is daarna in Franse trant tot uitstoting van de trotskistische elementen van New York gekomen, die in de loop van 1937 weer een nieuwe, zelfstandige partij ander de naam Socialist Workers Party gesticht hebben.

Men moet over technische hulpmiddelen beschikken, die voor ons niet toegankelijk zijn om in alle ernst te kunnen vaststellen, dat er van wezenlijke winst met de politiek van toetreden tot de Tweede Internationale voor de Verenigde Staten en Frankrijk sprake is geweest. Cijfers, die bij de verkiezingen in de Parijse districten bereikt zijn, door de beide Franse groeperingen, zijn zo microscopisch klein dat het niet loont ze te onthouden.

Een jaar was de open brief oud, die in 1935 gelanceerd werd, toen de kwestie opnieuw onder de ogen gezien moest worden: hoe stoten wij het best door in de richting van de Vierde Internationale?

Deel 3

Zozeer was de Duitse SAP geschrokken van haar medeondertekening van de Verklaring van Vier, van 1933, dat zij en haar aanhangers in Holland enkele maanden na de totstandkoming van de RSAP felle tegenstellingen ontketende in die partij met betrekking tot de vraag of het bestuur van die partij het recht had en juist handelde door medeondertekening van de open brief van 1935. Tot op het huidige ogenblik is het ons althans niet duidelijk geworden hoe in alle ernst die kwestie gemaakt kon worden tot een kwestie voor de handhaving van de pas onder de vlag van de RSAP verworven eenheid van Hollandse revolutionaire socialisten. Hadden die RSP, en OSP van Holland los van elkaar in augustus 1933 de Verklaring van Vier voor haar rekening genomen? Is men na die datum er in de gelederen van de OSP toe gekomen tumult te maken tegen de houding van het partijbestuur der OSP? Zo was er veel ongezonds in het verzet van die leden van de RSAP, die aangevuurd door de leiding van de SAP met de pas gekregen eenheid in Holland speelden. Het feit ligt er, dat de leiding en de meerderheid van de RSAP in het buitengewone congres van 1935 november bewezen hebben, dat men offers wilde brengen voor het goed recht om voor de Vierde Internationale op te komen. Als een betrekkelijk klein deel van hen, die de RSAP toen verlieten en de BRS tot aaneensluiting kwam, als BRS zich organisatorisch verbonden met het Londense Bureau, is toch een toestand geschapen, waarin die BRS als zodanig nimmer eigen bestaansrecht duidelijk heeft kunnen maken aan de Nederlandse arbeiders. Dat werd zeker niet gemakkelijker, toen na het uitbreken van de burgeroorlog in Spanje RSAP en BRS duidelijk partij kozen voor de POUM en de toenmalige leiders van de POUM, ervan doordrongen waren, dat het voortbestaan van de BRS naast de RSAP weinig zin had. Als sedert die tijd een gelegenheidstheorie gefabriekt is in de BRS die als grondslag moet dienen voor handhaving van de Bond als bond onder nadrukkelijke ontkenning van de mogelijkheid in Holland een levende revolutionaire partij te vormen, dan is daarmee slechts op ondubbelzinnige wijze komen vast te staan dat de politieke beïnvloeding van de kameraden van de BRS door de SAP een zeer ongunstige werking heeft uitgeoefend op hen, die nu zich systematisch aan het werken in het verband van een revolutionaire partij onttrekken.

Wij hebben doen uitkomen, dat de weerklank van de Open Brief van 1935 zwak is geweest. Het perspectief van een vruchtbare internationale conferentie van alle groepen werd daardoor niet gunstiger. Zo sterk betreurde de leiding van de RSAP het verdwijnen van de Workers Party van Amerika, de herhaling van de Franse tactiekwending in dat land door die partij, dat zeker die leiding zich rekenschap gaf van het feit, dat nog maar zeer weinig tastbaars verkregen was met de oproep die in 1933 werd uitgezonden. En zeker stond voor de leiding van de RSAP vast dat de ingekomen antwoorden definitieve stichting van de Vierde Internationale voor alsnog onmogelijk maakten. Er kon ongetwijfeld tussen hen, die instemming met de open brief betuigden, internationaal beraad gevoerd worden over de vraag welke voorbereidend gemeenschappelijk werk van theoretische aard gedaan kon worden, op welke wijze en in welke mate gemeenschappelijk internationaal politiek stelling kon worden genomen, aan welk voorwaarden van organisatorische aard een te stichten Internationaal werkcentrum zou moeten voldoen, doch iets anders dan dat kon voor de leiding van de RSAP niet aan de orde zijn.

En juist deze ontwikkeling kon aan de BRS leden in Holland die belang bleven stellen in het leven van de RSAP, het besef bijbrengen dat zij hun batterijen ten onrechte in stelling hadden gebracht, toen zij de strijd tegen de leiding der RSAP opnamen.

In de eerste maanden van 1936 is de vraag aan de orde of een basis gelegd zou kunnen worden voor een internationale samenkomst der groepen die instemming betuigden met de Open Brief. Op dat tijdstip heeft de ontbinding van de Amerikaanse Workers Party voltrokken. Haar leden zijn naar de socialistische partij gegaan om daar de gedachte van de Vierde Internationale te dienen. In Frankrijk is het experiment met de tactiekwending al vast gelopen, voornamelijk ten gevolge van het stelling nemen van de leiding der SFI. In dezelfde periode blijken meningsverschillen aanwezig te zijn tussen de toen in Oslo vertoevende Trotski en de Hollandse partijleiding, o.a. ten opzichte van de betekenis van het congresbesluit der RSAP dat in november 1935 genomen is, dat de wenselijkheid uitsprak van vertegenwoordiging der RSAP in de internationale bijeenkomsten waar de opvattingen der partij met betrekking tot de Vierde Internationale bepleit konden worden. In datzelfde congres werd aan de leiding van de RSAP de verplichting opgelegd het verband te onderhouden met groeperingen die zich naar de Vierde Internationale ontwikkelden.

Dit congresbesluit was een doorn in het oog van Trotski. Hij verklaarde het op eigen wijze en om daarin niets anders te zien dan een toch nog bij de leiding van de RSAP aanwezige neiging om aansluiting te zoeken bij het Londense Bureau!!! Wij hadden hier slechts te maken met een der vele voorbeelden van onjuiste veronderstelling van aanwezige tegenstellingen, waarbij het aan Trotski makkelijk overkomt uitgesproken meningen en gevallen beslissingen tot onherkenbaar toe te verminken om daarna met ware hartstocht op de eigen constructies aan te vallen.

Behalve de kwestie van de interpretatie van het congresbesluit van 1935 was er in mei 1936 sprake van ernstig bezwaar der RSAP-leiding tegen een tot de POUM-kameraden van Madrid gerichte aansporing om stelling te nemen tegen de leiding van hun partij en speciaal tegen hen die voorheen tot de trotskistische oppositie van Spanje hadden behoord ( Nin, Andrade). In die omstandigheden kwam Trotski er toe om een uitvoerig schrijven te richten tot de leiding van de RSAP waarin de leiding werd gewogen en te licht bevonden. Order en tegenorder voor Fransen en Amerikanen wat betreft de wending: voor wat Holland betreft kon er slechts sprake zijn van het verwekken van een conflict met die partij, die in november 1935 reëel verlies aanvaarde om ruimte te houden voor het propageren van de Vierde Internationale.

Deel 4

Teleurstellend was voor de ondertekenaren van de open brief van 1935 ongetwijfeld het zeer beperkte aantal van sympathiebetuigingen. Schoof men eerst de groeperingen terzijde, die tot het I.S. der bolsjewieken-leninisten behoorden en van wie dus van tevoren vaststond dat zij akkoord gingen met de open brief, dan bleef er maar weinig over. En zoveel kennis van de wezenlijke kracht van de I.S. en zijn secties was in het begin van 1936 bij de leiding der Hollandse RSAP wel aanwezig, dat wij hier begrepen: het nuttige effect van de open brief van 1935 gaat niet ver uit boven dat der Verklaring van Vier van 1933.

Van het leggen van een bredere basis voor gemeenschappelijk arbeid ter voorbereiding van de Vierde Internationale, kon in die omstandigheden geen sprake zijn. Dit vaststaande feit kon door geen sterveling weggeredeneerd worden. De bereikte resultaten stellen zeker niet aan de orde om door een of andere internationale bespreking van voorstanders van de open brief tot definitieve constitutie van de Vierde Internationale te komen. Als in ‘t voorjaar van 1936 aangedrongen is op een bespreking, die de grondslagen zou leggen voor een latere conferentie van de groeperingen die zich met de hoofdgedachten van de brief akkoord hadden verklaard, dan konden zeker niet de leiders der Hollandse partij ook maar een moment denken aan de kans, dat men plotseling binnen enkele maanden, de stichting van de Vierde Internationale kon bewerken. Helemaal duidelijk is het niet, of de samenkomst van juli 1936 die stichting van de Vierde Internationale toch tot stand heeft gebracht, ja dan neen. Zij stond niet op de agenda van die bespreking. Zij was zeker niet het van tevoren gestelde doel. Toen vergaderd werd was de burgeroorlog in Spanje twee weken oud. Ongelukkigerwijze gevoelde de conferentie zich verplicht om met betrekking tot de “centristen”, waaronder het POUM van Spanje stellingen vast te leggen, die ontworpen waren voor de burgeroorlog een feit was geworden Niet in de laatste plaats tengevolge van de ongelukkige omstandigheid, dat men die stellingen tot besluiten van die conferentie maakte, ging het I.S. op de lijn van bemoeiing met Spanje, die van de aanvang af schadelijk genoemd moest worden voor de gedachte van de Vierde Internationale.

Zo weinig was er sprake van het vooropgezette doel de zeer beperkte conferentie tot stichtingscongres van de Vierde Internationale te verklaren, dat toen men zich behalve met stellingen, die een grondslag zouden hebben kunnen vormen voor een later, breder opgezette bijeenkomst van alle organisaties, die met de hoofdgedachten van de open brief instemden, bezighield met rapporten van secties der Liga van bolsjewieken-leninisten over de politieke toestand in de diverse betrokken landen. In aansluiting hiermee werd ook nog de poging ondernomen een bespreking over Holland uit te lokken aan de hand van een brief van Trotski aan het partijbestuur der RSAP die nog in dat partijbestuur behandeld moest worden, die men echter in drie talen verspreidde onder de deelnemers van de conferentie, een poging om een bespreking over Holland te forceren. Die poging werd doorkruist door de partijleiding van Holland. Zij weigerde categorisch op die weg te gaan. Zij meende naar een conferentie te zijn gekomen van ondertekenaren van de open brief die samen de vraag zouden bekijken hoe na het magere succes het beste een stap voorwaarts gezet kon worden ter voorbereiding van de Vierde Internationale.

Op organisatorisch gebied werd er door die bewuste conferentie alleen klaargemaakt dat de Liga van bolsjewieken-leninisten formeel van de vlakte verdween, terwijl de I.S. van die Liga omgewerkt werd in een I.S. voor de Vierde Internationale. Daarmee was nog niet gezegd dat men op dat tijdstip in de waan verkeerde de Vierde Internationale te hebben gesticht. Het zou de moeite waard zijn na te gaan wanneer de I.S. zelf zich van die stichting bewust is geworden. Helemaal duidelijk is de situatie ook vandaag nog niet, doch in de pers der groeperingen van dat I.S. is de gewoonte ontstaan van een reëel gevormde Vierde Internationale te spreken. In zoverre heeft het enig praktisch belang als door het I.S. zelf licht ontstoken werd over de geboortedatum van de Vierde Internationale, wijl de arbeidersbeweging dan tenminste nauwkeurig nota zou kunnen nemen van dit feit.

De Spaanse burgeroorlog deed in zijn eerste fase vooral in Catalonië verhoudingen ontstaan die aan een sociale omwenteling in Spanje deden denken. Dit enkele feit deed de POUM als marxistische partij bij de strijd in Spanje betrokken, in betekenis toenemen voor internationaal beraad. En volkomen logisch was het dat een internationale conferentie van het Londense Bureau in Brussel, die bezocht werd door een grote delegatie van de POUM ook meegemaakt werd door de RSAP. De Spaanse verhoudingen schreven die gedragslijn voor. Het I.S. voor de Vierde Internationale ging even kortzichtig als sektarisch mokkend aan de kant gaan. Zeker in die conferentie zou dat I.S. met nadruk hebben kunnen pleiten voor de Vierde Internationale. Men bleef liever aan de kant. Zou men het als een ramp beschouwd hebben als het aangekondigde congres van Barcelona, dat niet meer door kon gaan sedert de POUM wegens haar principiële houding in de illegaliteit gedreven werd terwijl haar leiders werden vermoord en in de gevangenis gezet met iets meer perspectieven dan het I.S. tot positief werk ter voorbereiding van de Vierde Internationale was gekomen? Onze partijbestuurder Bosman heeft vastgesteld dat men pas is gaan spreken van een bestaande Vierde Internationale, toen men reëel moest gaan rekenen met de opschuiving van de POUM naar links, in de revolutionaire situatie die voor Spanje bestond.

AIs wij spreken over de groei van de gedachte der Vierde Internationale, dan strekt zich onze belangstelling wezenlijk verder uit dan tot het I.S. dat vroeger Liga der bolsjewieken-leninisten was. Dan rekenen wij met steeds duidelijker aanwijzingen van het bankroet der Tweede en Derde. Dan rekenen wij met het trekken van consequentie uit die aanwijzingen. En dan veroorloven wij ons wijzigingen in de verhoudingen buiten Tweede en Derde internationale met andere ogen te bekijken dan zij, die blijkbaar politieke groei naar de Vierde als een onmogelijkheid zien.