Mao Zedong

Bevecht Liberalisme


Geschreven: 7 september 1937
Bron: Engelstalig MIA
Vertaling: Willem Bomschat
HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren?

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
Over China
Linkse stroming in China
Tien jaar na Mao: de liberalisering van de Chinese economie

Wij staan voor actieve ideologische strijd omdat dat het wapen is om eenheid binnen de partij en revolutionaire organisaties in ons klassebelang te verzekeren. Iedere communist en revolutionair zou dit wapen moeten gebruiken.

Liberalisme wijst deze ideologische strijd echter af en staat voor principeloze vrede in de partij, wat zorgt voor politieke degeneratie en een decadente houding bij sommige segmenten en individuen in de partij.

Liberalisme uit zich op meerdere manieren.

Het eerste type liberalisme is om dingen te laten gaan ter wille van vrede en vriendschap, terwijl iemand duidelijk een fout heeft begaan, of om het licht te behandelen in plaats van een grondige behandeling, om op goede voet te blijven. Het resultaat is dat zowel de organisatie en het individu geschaad zijn.

Het tweede type is om onverantwoordelijk kritiek te spuien in persoonlijke kringen in plaats van het actief aandragen van je suggesties aan de partij. Om te roddelen achter iemands rug om, in plaats van je punt te maken bij het individu. Om geen respect te hebben voor het collectieve werk maar het volgen van je eigen overtuiging.

Het derde type is om dingen te negeren als ze je persoonlijk niet raken, om niets te zeggen terwijl je wel weet wat er mis is, om jezelf veilig te stellen van schuld.

Om in plaats van orders te volgen ijdel zijn over je eigen principes, om privileges te eisen van de partij maar tegelijkertijd de discipline af te wijzen is het vierde type.

Het vijfde type is om jezelf te verliezen in persoonlijke aanvallen, om persoonlijke wrok te uiten of om wraak te zoeken in plaats van een discussie aan te gaan en te strijden tegen incorrecte visies om de vrede, vooruitgang en daadkracht van de partij te versterken.

Als je incorrecte meningen hoort zonder er tegenin te gaan, of om zelfs contrarevolutionaire opmerkingen niet te rapporteren, maar in plaats daarvan doet alsof er niks gebeurd is maak je je schuldig aan het zesde type.

Als je onder de massa’s bent maar faalt in het voeren van propaganda en agitatie of als je faalt om te spreken bij bijeenkomsten, of onderzoek en vragen te stellen onder hen maar in plaats daarvan onverschillig bent en geen interesse toont voor hun welzijn, om te vergeten dat je een communist bent en je te gedragen alsof je een normale non-communist bent, maak je je schuldig aan het zevende type.

Als je iemand de belangen van de massa’s ziet schaden en je toch niet verontwaardigd voelt of probeert diegene te stoppen, maar diegene zijn gang laat gaan. Dit is het achtste type

Het negende type is als je zonder duidelijk plan of visie halfslachtig te werken. Om nonchalant te werken en door te modderen: “zolang men monnik is, luidt men de bel”.

Om jezelf te zien als een veteraan in de revolutie of om jezelf op de schouder te kloppen voor je grootse verdiensten aan de revolutie, en een afkeer te hebben tegen klein werk terwijl je de vaardigheden niet hebt voor grote taken, en om gedachteloos te werken en je ideologische studie verwaarloost heb je last van het tiende type.

Het elfde type is om bewust te zijn van je eigen fouten maar geen poging doet om ze te corrigeren, of een liberale houding jegens jezelf te hebben.

We zouden er meer kunnen noemen, maar deze elf zijn de fundamentele types.

Het zijn allemaal uitingen van het liberalisme.

Liberalisme is erg schadelijk in een revolutionair collectief. Het is het betonrot wat eet aan de eenheid, de cohesie ondermijnt, apathie opwekt en onenigheid veroorzaakt. Het berooft de revolutionaire rijen van compacte organisatie en strikte discipline, het voorkomt de uitvoering van beleid en vervreemd de partijorganisaties van de massa’s die de partij leidt. Het is een extreem slechte tendens.

Liberalisme komt voort uit kleinburgerlijk egoïsme. Het plaatst persoonlijk belang eerst en het belang van de revolutie op de tweede plek. Dit zorgt voor ideologische, politiek en organisatorisch liberalisme.

Mensen die liberaal zijn kijken naar de principes van het marxisme als een abstract dogma. Zij keuren het marxisme goed, maar zijn niet bereid om het toe te passen, of volledig toe te passen. Ze zijn niet bereid om hun liberalisme te vervangen door marxisme. Deze mensen hebben hun marxisme, maar ook hun liberalisme. Ze praten over marxisme, maar gedragen zich volgens liberalisme. Ze passen marxisme toe op anderen, maar liberalisme op zichzelf. Ze houden beide goederen in voorraad en vinden een nut voor elk. Dit is hoe het brein van sommigen werkt.

Liberalisme is een uiting van opportunisme en is in fundamenteel conflict met marxisme. Het is negatief en steunt effectief de vijand. Dat is waarom de vijand het graag in stand houdt in ons midden. Vanwege die aard, heeft het geen plaats in de revolutionaire rijen.

We moeten het marxisme, dat positief van geest is, gebruiken om het liberalisme, dat negatief is, te overwinnen. Een communist moet grootmoedig en actief zijn, de belangen van de revolutie als zijn eigen leven beschouwen en zijn persoonlijke belangen ondergeschikt maken aan die van de revolutie; altijd en overal principieel moeten zijn en onvermoeibaar strijd voeren tegen alle foute ideeën en daden, om het collectieve leven van de partij te consolideren en de band tussen de partij en de massa’s te versterken. Hij zou meer moeten geven om de partij en de massa’s dan om welk persoon dan ook. Hij zou meer moeten geven om anderen dan om hemzelf. Alleen dan kun je hem beschouwen als een communist.

Alle loyale, eerlijke, actieve en rechtschapen communisten moeten zich verenigen om liberale tendensen van zekere mensen onder ons te bestrijden, en hen op het rechte pad zetten. Dit is een van de taken van ons ideologisch front.