Ernest Mandel

De veertigste verjaardag van de Russische revolutie


Geschreven: november 1957
Bron: Le quatrième anniversaire de la révolution d’octobre
Vertaling: Valeer Vantyghem
HTML: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2008


Zie ook:
Crisis van het socialisme en vernieuwing van het marxisme van Ernest Mandel
De dictatuur van het proletariaat van Karl Kautsky

Enkele dagen na de Russische revolutie van 1905 ondernam Karl Kautsky, de officiële theoreticus van de internationale sociaaldemocratie een ernstige poging om hiervan de balans op te maken, tevens schetste hij welke de perspectieven waren. Het is zonneklaar, zo schreef hij in het weekblad “Die Neue Zeit” (nr. 8, 9, 10, 25ste jaargang) dat de liberale Russische burgerij de kant van de contrarevolutie heeft gekozen. Vanaf nu zal de arbeidersklasse, in bondgenootschap met de boeren, aan het hoofd komen te staan van de revolutie. Hoewel de voorwaarden nog niet rijp zijn voor een socialistische revolutie zal er toch verder gegaan worden dan een burgerlijke revolutie. Maar er kunnen verrassingen opduiken. We zullen het moeten gewoon worden dat er zich plots nieuwe wendingen voordoen. Hoe dan ook, een revolutie in Rusland zou voor geheel de mensheid een kolossale vooruitgang betekenen.

Wat is voorbijgaand en wat is historisch?

In die tijd werden deze profetische woorden door de meeste andere marxistische theoretici hernomen, meer bepaald door Vandervelde,[1] Troelstra,[2] door Rosa Luxemburg[3] en Lenin. Trotski ging nog verder en voorspelde dat de volgende fase van de Russische revolutie ging uitmonden op de dictatuur van het proletariaat en aan de basis zou liggen van revoluties in andere landen van Europa. 1917 was dus geen verrassing voor hen die doorheen het marxisme hadden geleerd welke de wetten waren van wat er op maatschappelijk vlak te gebeuren stond en welke de uitwerking ging zijn op middellange en lange termijn.

Toen, in volle wereldoorlog deze revolutie losbarstte waren de Europese socialisten in twee tegengestelde kampen verdeeld. En dit naargelang hun land deel uitmaakte van het westers bondgenootschap of bij de centrale mogendheden was aangesloten. De aanhangers van de “union sacrée” en zij die elke vorm van klassensamenwerking verwierpen bestreden elkaar heftig binnen iedere socialistische partij. Wat “toevallig en voorbijgaand was” haalde de overhand op wat historisch was.

Lenin en Trotski werden beoordeeld naarmate ze de kansen op succes van de legers van de Kaiser hadden versterkt (of verzwakt). Er werd afgewogen of ze hadden bijgedragen tot de verdeeldheid (of tot een nieuwe revolutionaire eenheid) van de internationale arbeidersbeweging. Hen werd verweten dat ze daden hadden gesteld die niet in overeenstemming waren met de democratische principes. Men zag hoe ze in het nauw werden gedreven door de burgeroorlog, de opstanden van de witte legers die al heel vlug allesbehalve democratisch bleken op te treden en de ergste reactie in zich droegen. Er werden tegen de revolutionairen internationale expedities opgezet die geen enkele internationale actie van de arbeiders kon verhinderen.

Vandaag, veertig jaar later staat in de geschiedenis geschreven hoe gerechtvaardigd de Russische revolutie wel was. Dank zij de economische en sociale maatregelen en hervormingen is Rusland nu het tweede machtigste industrieland ter wereld geworden. De landen die in die tijd economisch even ver stonden en die voor een andere weg hebben gekozen zijn verzonken en verrot in een relatieve stilstand. Denken we maar aan Japan, Spanje, Italië, zonder nog maar te spreken over India, Brazilië of China. Rusland heeft de vruchten geplukt van zijn technische en culturele vooruitgang, het analfabetisme is verdwenen, de poorten van de universiteiten werden geopend voor de kinderen van arbeiders en boeren, het aantal studenten en de oplage van de klassieke werken is de hoogste van heel de wereld. Dit zijn verwezenlijkingen waarbij elke commentaar overbodig is.

Vandaag nog kan men uitweiden over de verdiensten van Danton,[4] over het “spontaan” of “georganiseerd” karakter van de Terreur.[5] Geen enkele historicus, die naam waardig, zal het doorslaggevend belang ontkennen, niet enkel voor Frankrijk, maar voor heel de mensheid, van de verworvenheden van deze revolutie. Wat ze heeft betekend voor de 19de eeuw heeft de Russische revolutie betekend voor de 20ste eeuw. Dit vast te stellen wil niet zeggen dat men het zonder voorbehoud eens moet zijn met alles wat de partij die aan de macht gekomen was heeft gedaan, noch met de politiek die werd gevoerd in iedere fase van de revolutie. Maar men moet de bomen van het bos onderscheiden wil men een historische ontwikkeling in grote lijnen beoordelen.

De schaduwzijde en de zijde van het licht

Zij die de Russische revolutie van 1917 hebben geleid, Lenin in de eerste plaats, hebben nooit gedacht dat deze revolutie geïsoleerd zou blijven in zulk een achtergebleven land als Rusland. Ze hadden nadrukkelijk gehoopt dat de internationale revolutie hen ter hulp zou komen. Was dat een utopie? In 1919 leek dat realistisch. De Duitse en Oostenrijk-Hongaarse keizerrijken waren ineengestort. De revolutie zoog Hongarije, Oostenrijk, Polen, Beieren, zelfs heel Duitsland in haar zog mee. In Italië zullen de arbeiders de fabrieken bezetten. Alles leek mogelijk.

Vandaag weten we dat die hoop niet is uitgekomen. Het internationaal kapitalisme, op een ogenblik hevig in paniek, kon zich op een bewonderenswaardige manier organiseren om de bres te dichten. De fouten begaan door de beide vleugels van een arbeidersbeweging die nu voor goed verdeeld waren hielpen hen hierbij om de klus te klaren. Weldra was de toestand weer “normaal”, de revolutie bleef binnen de Russische grenzen geïsoleerd.

Valt het dan te verwonderen dat in dergelijke omstandigheden de Russische arbeidersklasse uitgeput door een aanhoudende strijd, in almaar groter wordende materiële nood, passief werd en de macht liet ontglippen. De macht kwam in de handen van een roofzuchtige bureaucratie terecht. Deze verwijderde elk spoor naar de arbeidersdemocratie uit de sovjetsamenleving en uit de socialistische wetgeving waarop de Oktoberrevolutie zo fier was geweest. Nu kwamen de bloedige jaren van Stalin, miljoenen onschuldige mensen werden gedeporteerd, de arbeidswetgeving werd de strengste ter wereld, de bureaucratie plooide zich terug op haar nationalistische stellingen, het stalinisme werd uitgevoerd op de punt van de bajonetten.

En hier komt de wel bekende vergelijking met de Franse Revolutie aan de oppervlakte. Net zoals de Russische revolutie heeft deze haar periode van neergang en van reactie gekend. Zoals Stalin had Napoleon de vroegere privileges terug ingevoerd die door de jacobijnen[6] onder tafel waren geveegd. Maar net zoals in Rusland heeft de reactie toen de nieuwe productiewijze intact moeten laten die uit de revolutie was voortgekomen. In Frankrijk had de grote kapitalistische industrie, ondanks de napoleontische reactie een hoge vlucht genomen. In Rusland had de economie dankzij de planning op basis van de genationaliseerde productiemiddelen ongeziene sprongen voorwaarts gemaakt.

De prijs die het Russische volk hiervoor heeft betaald was enorm hoog. Vele van deze offers hadden vermeden kunnen worden door meer arbeidersdemocratie. Een belangrijk deel van de vruchten van de revolutie zijn in handen gevallen van de nieuwe bevoorrechte kaste. Echter, wat verworven is blijft enorm. En niet de minste van deze verworvenheden is dat er voorwaarde zijn geschapen die gunstig zijn voor het uiteenvallen van de dictatuur, voorwaarden, gunstig voor de opbloei van de socialistische democratie.

De toekomst ligt in een ware socialistische democratie

Wat Léon Blum[7] (in zijn “Inleiding” bij de Franse uitgave van het boek van James Burnham “Managerial Revolution”), wat Louis de Brouckère[8] in zijn laatste geschriften, wat Aneurin Bevan[9] in “In place of Fear” hadden voorzien, wordt nu werkelijkheid. Beter gevoed en beter gekleed dan in het verleden; eindelijk verlost van de beslommeringen van iedere dag, laten de sovjetarbeiders, die de erfgenamen van Stalin allesbehalve in hun hart dragen, meer en meer hun ongenoegen blijken, vragen een betere “standing” en meer gelijkheid. Ze stellen zich kandidaat om de staatsbedrijven op een democratische manier te beheren. De Oktoberrevolutie, na de fundamentele problemen van de revolutie te hebben opgelost, na een duizelingwekkende bocht in de geschiedenis te hebben gemaakt, staat klaar om het probleem van de democratie op te lossen. Die ommekeer is nakend en zal de toestand in de wereld grondig wijzigen. Meer dan waarschijnlijk betekent dit het einde van het internationaal kapitalisme.

Het ligt niet bij het socialisme in de industrieel ontwikkelde landen om in te stemmen met de Oktoberrevolutie of af te keuren. Een revolutie die vanaf heden haar plaats in de geschiedenis heeft veroverd. Het is haar plicht om die revolutie te begrijpen, te weten dat die aan de wereld een nieuwe inhoud heeft gegeven. Elke formele vergelijking is reeds door de geschiedenis achterhaald. Ondanks de dictatuur kan Rusland niet op gelijke voet gesteld worden met het Duitsland onder Hitler of het Italië onder Mussolini, zonder te spreken van het Spanje onder Franco.

De dictators zijn verdwenen, of zullen verdwijnen, zonder sporen na te laten. De persoon en het regime van Stalin zullen ongetwijfeld de eeuwige haat van de volkeren over zich heen krijgen. Maar de verwezenlijkingen van de Oktoberrevolutie en van de Sovjet-Unie zullen doorheen de geschiedenis de roem krijgen als de belangrijkste stap in de vooruitgang van de mensheid.

_______________
Voetnoten van de vertaler
[1] Emile Vandervelde (1886-1938): was de onbetwiste leider van de Belgische Werklieden Partij (BWP), de voorloper van de Belgische Socialistische Partij (BSP). Hij stelde het Charter van Quaregnon op dat de ideologische grondslag legde van het Belgische socialisme, bleef vasthouden aan het marxisme en werd later minister.
[2] Pieter Jelles Troelstra (1860-1930): stond aan de wieg van de Nederlandse Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP). Werd hoofdredacteur van het partijblad “Het Volk”. In 1918 wilde hij in navolging met de omwenteling in Duitsland ook in Nederland de revolutie uitroepen. Dit mislukte en later trok Troelstra zich ontgoocheld uit de politiek terug.
[3] Rosa Luxemburg (1871-1919): geboren te Zamosc (Polen) vluchtte in 1898 naar Duitsland en werd er Duits staatsburger. Was docente aan de partijschool van de SPD. Ze verzette zich fel samen met Karl Liebknecht tegen de oorlogskredieten. Samen met Liebknecht richtte ze in 1915 de Spartacusbond op, de voorloper van de communistische partij. Het grootste deel van de oorlog verbleef ze in de gevangenis. Op 16 januari 1919 werd ze door de soldateska vermoord.
[4] Georges Danton (1759 — 1794): revolutionair die een grote rol speelde in de beginperiode van de Franse Revolutie. Werd onder Robbespierre ter dood veroordeeld.
[5] Maximilien Robbespierre (1758 — 1794): was tijdens de Franse Revolutie eerst leider van de jacobijnen, later van de Montagnards die vooral steunden op de sansculotten. Lag aan de basis van de “terreur”. Na 1974 werd zijn politieke ster tanend, ter dood veroordeelt en stierf hij onder de guillotine.
[6] de jacobijnen: waren tijdens de Franse Revolutie in de periode van 1792 tot 1794 radicale revolutionairen onder leiding van Maximilien Robbespierre die nog snel veranderingen wilden. Ze grepen de macht en onder het terreurbewind vielen velen onder de guillotine, waaronder Lodewijk XVI. De jacobijnen ontleenden hun naam aan hun bijeenkomsten rue St. Jacques te Parijs.
[7] Léon Blum (1872-1950): Frans socialist, was woordvoerder van de sociaaldemocraten op het congres van Tours (1920) toen het tot een scheuring kwam met de communisten. Na de verkiezingsoverwinning van het ‘Front Poupulaire’ in 1936 werd hij eerste minister.
[8] Louis de Brouckère (1870-1951): door toedoen van Emile Vandervelde werd hij lid van de BWP en later hoofdredacteur van het dagblad “Le Peuple”. Was lange tijd samen met Hendrik De Man woordvoerder van de linkerzijde.
[9] Aneurin Bevan (1897-1960): Welsh Labour politicus en links socialist, na WO II minister van Gezondheidszorg en grondlegger van de National Health Service.