Joris Ivens

Mijn werk in Spanje


Geschreven: 1937
Bron: Rusland van Heden, nummer onbekend. RvH was een uitgave van de Vereniging Vrienden der Sowjet-Unie
Deze versie: Spelling
Transcriptie/HTML: Paul Benschop
Contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive

Laatste bewerking: 26 december 2009


Externe link:
www.ivens.nl

Gelijk met de infanterie aan het Spaanse front, zien wij de tanks optrekken. Als ik deze zie, denk ik aan de mannen die deze tanks maakten, aan de mannen die het eerste staal en ijzer maakten voor de strijd, die nu ook in Spanje gestreden wordt.
Dan voel ik meteen hoe mijn filmwerk nooit de remmende werking onderging van de studio, maar steeds samenhing met het werkelijke leven. Ik ken de mensen, die het vaste geloof hebben in hun recht en in hun land. Op de grens van Europa en Azië, in Magnitogorsk, werkte ik samen met hen. Daar zag ik hoe een hele berg van metaal niet aan enkele mensen, maar aan een heel volk behoorde, hoe de arbeiders de rijkdom van hun eigen land omzetten in persoonlijke welvaart voor iedereen. Hoe zij hard en goed staal konden maken. Misschien is het gebruikt in de tanks, die hier de strijd van de democratie tegen de fascistische bedreiging steunen...

En niet alleen aan het militaire front waar gevochten wordt op leven en dood, somt deze vergelijking op. Tien kilometer achter het front was ik temidden van de boeren, die onder het bulderen van de fascistische kanonnen hun eigen land bewerkten. Optimistisch, zeker van hun toekomst. Er is maar één land waar ik, bij al mijn zwerftochten over de wereld, dat ook meemaakte: De Sovjet-Unie. Het gevoel: als wij vandaag het land irrigeren is het product morgen van ons. Dat is hetzelfde gevoel dat de boeren in de Sovjet-Unie beheerste. En het filmapparaat is ingeschakeld in dit hele gebeuren. Het maakt het mee, wordt er deel van en ondersteunt het. Want het gebeuren vindt overal plaats, vandaag hier, morgen daar. En de ervaring van vandaag kan morgen - de ervaring van hier kan ginds - helpen.

Toen ik filmde hoe de Russische boeren koeien zonden naar het mijndorp Koesnetsk, melk voor de kinderen van de mijnwerkers, was dat hetzelfde meeleven met de productieve krachten van het land, als van de Spaanse boeren die hun eerste tomaten en hun jaren oude wijn naar hun kameraden in Madrid zonden.
Nooit was het filmapparaat voor al deze mensen een nieuws- en sensatiejager of een fabriek van vage en valse illusies, maar steeds deelnemer en klankbodem van hun eigen grote strijd, moed, vreugde, toekomst en zekerheid. De mensen vragen mij wel eens waarom is je compositie zo vast, zo betrouwbaar? Wat ik hier neerschrijf is de diepere reden en motivering daarvan. Het apparaat is op zijn plaats midden in het leven en in dienst van een publiek, dat recht heeft om de waarheid te kennen over de Sovjet-Unie, over Spanje, over China. De waarheid van elk volk dat strijdt voor zijn werkelijke toekomst. De waarheid die in wezen overal dezelfde is.

De spontane montages die ik jaren geleden maakte voor de VVSU-ochtenden en de gezonde weerklank die deze vonden bij het Amsterdamse publiek, blijven mij steeds bij en zijn een belangrijk element in de ontwikkeling en verdieping van het werk van mij en mijn medewerkers. Deze montages belichtten reeds toen de feitelijke samenhang van het internationale gebeuren en het verband tussen de strijd van mensen, die hun rechten verdedigen tegen aanval en verdrukking, waarvan ik trachtte de losse beelden tot een organische eenheid te verenigen.

Hetzelfde principe heeft mijn werk in Spanje geleid en zal ook het werk in China leiden. Reeds in 1932 kwam verfilming van de strijd in China - ook toen deed Japan een inval - ter sprake. Nu verschijnt dit alles nog duidelijker dan toen in een groot, internationaal verband.