Ted Grant

De opgang en de val van de Communistische Internationale


Geschreven: 1943
Vertaling: Vonk
HTML: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, september 2006


Inleiding

Het artikel dat hier voor de eerste keer online in het Nederlands verschijnt, zag voor het eerst het licht in ‘Workers International Review’ in juni 1943. Het werd geschreven ter gelegenheid van de ontbinding van de Derde (Communistische) Internationale en is van groot belang voor diegenen die op een ernstige manier de geschiedenis van de arbeidersbeweging willen bestuderen. Ted Grant, destijds politiek ideoloog van de Britse Militant, voorzag reeds in ‘43 de onvermijdelijke neergang van de communistische partijen. Deze brochure verscheen in de jaren ‘80 in het Nederlands, maar was de voorbije jaren moeilijk te vinden. Marxisme.net publiceert dit artikel integraal, met inbegrip van de inleiding van Alan Woods uit de heruitgave van 1985 en een aanvullende tekst geschreven door een niet gekende medewerker van Leon Trotski, wellicht diens zoon Leon Sedov.

Inleiding door Alan Woods

In 1928 voorspelde Leon Trotski dat het aanvaarden van de theorie van ‘socialisme in één land’ door de Communistische Internationale het begin zou betekenen van een proces, dat onvermijdelijk zou culmineren in de nationaal-reformistische degeneratie van de Communistische Partijen over de hele wereld — of ze nu aan de macht zijn of niet. In een briljante voorspelling waarschuwde Trotski de leiders van de Communistische Partijen. “Wanneer het al mogelijk is socialisme in één land te realiseren, dan kan men in deze theorie geloven nog voor de machtsovername, en niet enkel erna. Wanneer socialisme kan worden gerealiseerd binnen de nationale grenzen van achterlijk Rusland, dan zijn er veel redenen om te geloven dat het kan worden verwezenlijkt in een sterk ontwikkeld land als Duitsland. Morgen zullen de leiders van de Duitse Communistische Partij deze theorie in beschouwing nemen. Het ontwerpprogramma stelt hen in staat dit te doen. Overmorgen zal de Franse Communistische Partij hetzelfde doen. Dit zal het begin betekenen van de degeneratie van de Komintern langs sociaal-patriottische lijn.” (uit: The Third international after Lenin)

Toen Trotski deze regels schreef, leek het perspectief van een dergelijke degeneratie ver verwijderd. De leiders van de Britse Communistische Partij, samen met die van de Franse, Italiaanse, Spaanse en andere, verwonderden zich over een dergelijke voorspelling. Ze zagen het theoretische bezwaar tegen ‘socialisme in één land’ waarschijnlijk eerder als een spitsvondigheid zonder praktisch belang, of om het met Stalin te zeggen, “als een storm in een glas water”.

Theoretische blunders verhalen zich echter vroeg of laat op hun scheppers. Politiek en ideeën volgen hun eigen logica, zoals de leiders van de Britse Communistische Partij na bijna 60 jaar tot hun schade moesten ondervinden. Het verwerpelijke nationalisme en reformisme van de ‘Eurocommunisten’, die in de meeste kwesties zelfs rechts staan van de officiële leiders van de arbeidersorganisaties, is het logische gevolg van het verlaten van de elementaire marxistische principes door de Pollits, Campbells en Palme-Dutts van het verleden. Vertrekkende vanuit de situatie, waarin de Communistische Partijen onder het stalinisme veranderd werden tot louter grenswachten van de Russische bureaucratie en tot passieve werktuigen van de buitenlandse politiek van Moskou, krijgen we nu het fenomeen waar de ‘Eurocommunistische’ leiders ‘baas willen zijn in eigen huis’. De voorgaande slaafse afhankelijkheid van de Russische bureaucratie is dus vervangen door een even slaafse afhankelijkheid van de ‘eigen’ kapitalistische klasse.

De Communistische Partijen van Groot-Brittannië, Italië, Frankrijk en Spanje wedijveren met elkaar om te tonen dat ze ‘respectabeler’ en ‘gematigder’ zijn dan de rest en haasten zich te verzekeren dat ze de ideeën van klassenstrijd en socialistische revolutie hebben afgezworen. Niet toevallig heeft Professor Hobsbawn van de Britse Communistische Partij zichzelf de rol toegeëigend van onbetaalde raadgever van de rechterzijde van de Labour Party. Marxism Today (wat een slecht gekozen naam is voor het theoretische blad van de Britse KP nvdr.) wordt door de burgerlijke commentatoren geprezen voor zijn ‘moderne’, ‘rijpe’ benadering. Eén van de vooraanstaande leiders van de Duitse sociaaldemocratie van voor de Eerste Wereldoorlog, August Bebel, vroeg zich ooit af wat hij had gedaan om het applaus van de burgerlijke pers te verdienen.

Hoe kan deze degeneratie worden verklaard? Men kan tevergeefs zoeken in de geschriften van de ‘theoretici’ van de verschillende trends van het zogenaamde ‘communisme’. In werkelijkheid is het verschil tussen de ‘Eurocommunisten’ en de pro-Moskou-stalinisten, ondanks alle geharrewar, slechts relatief. Het fundamentele verschilpunt is de relatie met de Russische bureaucratie. Over de basiskwesties van werking, programma en perspectieven blijven ze allebei duizenden mijlen verwijderd van het werkelijke marxisme.

De traditionele stalinistische fracties zijn niet in staat te verklaren hoe het komt dat ‘socialistisch’ Rusland en ‘socialistisch’ China geen akkoord kunnen bereiken over een kunstmatige grens die, ontworpen in de voorbije eeuw door de Russische tsaar en de keizer van China, doorheen alle nationale en etnische grenzen gaat. Noch zijn zij in staat te verklaren waarom de Chinese, Vietnamese en Cambodjaanse ‘kameraden’ met elkaar moeten communiceren via de vriendelijke taal van mortieren, raketten en machinegeweren. Ze hebben het marxisme al lang verlaten, hebben niet het minste idee hoe dergelijke dingen mogelijk zijn en beperken zich tot het in de handen te wrijven en excuses te verzinnen om hun gezicht niet te verliezen.

De opgang en de val van de Communistische Internationale levert een heldere en duidelijke marxistische analyse van de catastrofale effecten van het stalinisme op de internatonale arbeidersbeweging, gevormd door Lenin en Trotski in 1919 als hulpmiddel voor de socialistische omvorming van de maatschappij over de hele wereld. In dozijnen artikels en toespraken, legt Lenin de onmogelijkheid uit om een socialistische maatschappij op te bouwen in één land, en dan nog het minst van al in achterlijk Rusland. Op 26 mei 1918 schreef Lenin: “We sluiten onze ogen niet voor het feit dat wij alleen, op eigen kracht, de socialistische revolutie niet kunnen volbrengen in één land, zelfs wanneer het veel meer ontwikkeld was dan Rusland.” Op het Zesde Sovjetcongres zei hij: “De volledige overwinning van de socialistische revolutie is ondenkbaar in één land, maar vereist de zeer actieve samenwerking van verscheidene ontwikkelde landen waarvan Rusland geen deel uitmaakt”.

De taak van de Communistische Internationale was juist het winnen van de meerderheid van de arbeidersklasse van de ontwikkelde kapitalistische landen van Europa en de Verenigde Staten en van de onderdrukte massa’s van Afrika, Azië en Latijns-Amerika voor het communisme. Zij moesten de Sovjet-arbeiders en boeren vervoegen om de socialistische omvorming van de maatschappij door te voeren en de basis te leggen voor de Socialistische Verenigde Staten van Europa en een Socialistische Wereldfederatie.

De opgang van de Communistische Internationale viel ongelukkig samen met de consolidatie van een geprivilegieerde stalinistische bureaucratie in Rusland. De jonge en politiek onrijpe leiders van de Internationale werden algauw onder de controle gebracht van de stalinistische kliek in het Kremlin, welke hen op een cynische manier gebruikte als agenten van hun buitenlandse politiek.

De valse en criminele politiek van het stalinisme, kritiekloos uitgevoerd door de leiders van de Communistische Partijen (vanaf dan gezuiverd van alle kritische elementen en van alle onafhankelijk denkende mensen) leidde tot de ene vreselijke nederlaag na de andere.

Dit artikel legt uit hoe de politiek van Stalin leidde tot de overwinning van Hitler in Duitsland. In 1931 verklaarde de Duitse communistische partijleider Remele in de Reichstag: “Fascistisch bestuur, een fascistische regering schrikt ons niet af. Het zal sneller ineenstuiken dan ieder ander”. In zijn boek Laat de geschiedenis oordelen, haalt Roy Medvedev de woorden aan van de Sovjet publicist Ernst Henri, die de situatie in Duitsland beschrijft: “De woorden van Stalin waren voor de Komintern evengoed bevelen als zijn instructies aan het Rode Leger en aan de NKVD (Geheime Politie). Zij scheidden de arbeiders van elkaar als door een barricade. Overal werden oude sociaaldemocratische arbeiders niet alleen uitgescholden, ze werden vervloekt. Dit konden ze de communisten niet vergeven. En de communisten voerden tandenknarsend het bevel ‘een gevecht op leven en dood’ uit. Bevel is bevel. Partijdiscipline is partijdiscipline. 0veral, alsof ze leden aan verstandsverbijstering, vlogen de sociaaldemocraten en de communisten elkaar in de haren, met de fascisten als toeschouwers. Ik herinner het mij nog goed. In die tijd leefde ik in Duitsland en zal nooit vergeten hoe oude kameraden hun vuisten balden toen zij zagen hoe alles geruïneerd werd, hoe de sociaaldemocratische leiders zich verkneukelden, hoe de theorie van het sociaal-fascisme maand na maand, week na week de rode loper uitrolde voor Hitler. Ze balden hun vuisten toen zij zich onderworpen aan de geest en de wil van Stalin en toen zij de dood tegemoet gingen in de SS-gevangenissen.”

Nadat hij in Duitsland zijn vingers had verbrand, maakte Stalin een draai van 180° naar de niet minder criminele politiek van het Volksfront, klassencollaboratie en een poging het op een akkoordje te gooien met de burgerlijke democratieën tegen Hitler-Duitsland. Deze politiek leidde rechtstreeks tot de schipbreuk van de revolutie in Frankrijk, waar Thorez en andere communistische partijleiders de massale arbeidersbeweging saboteerden met de slogan: ‘Men moet weten wanneer een staking te beëindigen’. Erger nog, de stalinisten verraadden op een cynische manier de Spaanse Revolutie en leverden het heldhaftige Spaanse proletariaat met de handen en voeten gebonden uit aan Franco.

Dit verraad betekende een ernstige verzwakking van de positie van de Sovjet-Unie en maakte de Tweede Wereldoorlog onvermijdelijk. Toen na de overeenkomst van München tussen Hitler, Chamberlain en Daladier in 1938 duidelijk werd dat het Britse en Franse imperialisme bereid waren de Sovjet-Unie op te offeren en Hitler de vrije hand te laten in het Oosten, deed Stalin opnieuw een abrupte draai en, zoals Trotski voorspeld had in 1933, sloot in september 1939 een verdrag met Hitler.

Een onderdeel van het Stalin-Hitler-Pact was een overeenkomst van beide partijen om elke activiteit tegen de andere partij te onderdrukken en om de andere zijde in te lichten over pogingen in die richting. Na vier jaar van furieuze ‘anti-fascistische campagnes’ en propaganda ten voordele van burgerlijke democratieën, nauwgezet uitgevoerd door de Komintern en zijn bondgenoten, volgde een volledige ommezwaai.

Toen de Nazi’s Groot-Brittannie en Frankrijk aanvielen, verklaarde Molotov: “Gedurende de laatste maanden hebben concepten als ‘agressor’ en ‘agressie’ een nieuwe, concretere betekenis gekregen ... Nu ... is het Duitsland dat streeft naar een snel einde van de oorlog, voor de vrede (!), terwijl Engeland en Frankrijk, die gisteren nog campagne voerden tegen de agressie, voor de voortzetting van de oorlog zijn en tegen het sluiten van vrede. Rollen kunnen, zoals u ziet, veranderen ... De ideologie van het Hitlerisme kan, zoals elk ideologisch systeem, worden aanvaard of verworpen, dat is een kwestie van politieke ideeën. Maar iedereen kan zien dat een ideologie niet kan worden vernietigd door kracht alleen. Dus is het niet alleen zinloos, maar ook misdadig om een dergelijke oorlog voor de ‘vernietiging van het Hitlerisme’ te voeren onder de valse vlag van de ‘strijd voor de democratie’. Volgens Medvedev, gaf Beria na deze toespraak een geheim bevel aan de administraties van de werkkampen om voortaan hun kampwachten te verbieden politieke gevangenen ‘fascisten’ te noemen!

Al deze wendingen werden slaafs gevolgd door de leiders van de buitenlandse Communistische Partijen. In Groot-Brittannië riepen de communistische partijleiders in het eerste deel van de oorlog inderdaad op voor vrede op ‘Hitlers voorwaarden’. Het editoriaal van de Daily Worker van februari 1940, die commentaar leverde op een redevoering van Hitler, stelde: “Hitler herhaalde eens te meer zijn bewering dat de oorlog hem was opgedrongen door Groot-Brittannië. Tegen dit historisch feit bestaat geen argumentatie. Groot-Brittannië verklaarde de oorlog, niet Duitsland. Er werden pogingen gedaan om de oorlog te beëindigen, maar de Sovjet-Duitse vredesvoorstellen werden afgewezen door Groot-Brittannië. Gedurende al die maanden hadden de Britse en de Franse regering de macht om de oorlog te beëindigen. Ze hebben verkozen haar te verlengen. De oorlog had nooit moeten verklaard worden op 3 september; er hadden onderhandelingen en vredesgesprekken moeten gevoerd worden.”

Slechts na de Nazi-aanval op Rusland in de zomer van 1941, besliste Moskou op te roepen tot de strijd tegen Hitler en werden de Communistische Partijen in de bezette gebieden van Frankrijk, Griekenland, Joegoslavië, enz. aangemoedigd om in het verzet te gaan.

Het laatste wat Stalin echter wilde zien was een revolutionaire strijd tegen Hitler onder het vaandel van de Communistische Internationale. In de woorden van Trotski betekende de Komintern voor de Russische bureaucratie slechts ‘wisselgeld’ in haar relatie met de imperialistische geallieerden. In Groot-Brittannië werd de ultralinkse politiek van de Communistische Partij in de eerste periode van de oorlog vervangen door een politiek van open klassencollaboratie, kritiekloze steun aan Churchill en de coalitieregeringen en tegenstand tegen alle stakingen. In India werd de rol van de Communistische Partij gereduceerd tot die van virtuele zondebok van Londen en werden de leiders van de massabeweging overgedragen aan de burgerlijk-nationalistische gangsters van de Congres Partij.

De Communistische Internationale — of hetgeen er van overbleef — werd overbodig. In 1943 werd ze formeel ontbonden, zonder congres, zonder verklaring, enkel door een eenvoudige aankondiging van Moskou. De toorts, die door de leiders van de eerste zegevierende socialistische revolutie in de geschiedenis werd ontstoken, werd eerst verduisterd en uiteindelijk gedoofd door de stalinistische machthebbers. Maar de ideeën, de methoden, het programma en de tradities van de glorieuze eerste periode van die Internationale leven tot op vandaag voort. De manifesten, stellingen en documenten van de eerste vier congressen leveren een schat aan ideeën op. Zij zijn een baken op de weg die de arbeidersklasse over de hele wereld moet volgen naar de uiteindelijke overwinning op de slavernij, onwetendheid, onderdrukking en armoede. Om deze ideeën en tradities veilig te stellen voor de nieuwe generatie van klassestrijders, werd dit pamflet uitgegeven.

Als extraatje voor onze lezers, werd het grootste deel van het artikel De evolutie van de Komintern toegevoegd als appendix. Geschreven in 1936 door één van Trotski’s medewerkers, waarschijnlijk zijn zoon Leon Sedov, levert het een beknopte analyse van de historische ontwikkeling van de Komintern.

Alan Woods
Juni 1985


De opgang en de val van de Communistische Internationale

door Ted Grant (juni 1943)

De Derde Internationale werd officieel begraven. Op de meest ontluisterende en verachtelijke manier die men zich kan voorstellen, werd ze van het toneel van de geschiedenis verwijderd. Gehaast en zonder raadpleging van alle aangesloten partijen, om van de basis over de hele wereld te zwijgen, zonder enige democratische discussie en beslissing, als het resultaat van de druk van het Amerikaans imperialisme, heeft Stalin de Komintern opgedoekt.

Om te begrijpen hoe het mogelijk is dat een organisatie, die de angst en haat van de hele kapitalistische wereld opwekte, tot een dergelijk roemloos einde komt op verzoek van het kapitalisme zelf, is het nodig om een kort overzicht te geven van de stormachtige opkomst en de nog stormachtigere val van de Internationale. Het bekendmaken van haar ontbinding was echter een bevestiging van wat al lang geweten was door alle goedingelichte mensen: dat de Komintern als factor voor het instellen van het wereldsocialisme dood was en voor altijd afgeleid van haar oorspronkelijke doelstellingen en opzet. Haar overlijden was reeds lang voorspeld.

De Derde Internationale groeide uit de ineenstorting van het kapitalisme in de laatste oorlog (de Eerste Wereld­oorlog, n.v.d.r.). De Russische Revolutie bracht een vloedgolf van revoluties teweeg over de hele wereld. Voor de oorlogsmoeë, gedesillusioneerde en verbitterde massa’s kwam het als een boodschap van hoop, inspiratie en moed, het toonde de weg in de bloedige chaos waarin het kapitalisme de maatschappij had ondergedompeld. Ze werd geboren als rechtstreeks gevolg van het verraad en de afbouw van de Tweede Internationale, die de heersende klasse in de laatste oorlog steunde en nog verraderlijker, de revoluties die erop volgden saboteerde en vernietigde.

De ineenstorting van het imperialisme en het kapitalisme werd aangekondigd door de revoluties in Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, revolutionaire toestanden in Italië, Frankrijk en zelfs Groot-Brittannië. Het spook van de socialistische revolutie waarde over geheel Europa. De memoires en geschriften van bijna alle burgerlijke politici van die tijd getuigen van de wanhoop, het gebrek aan vertrouwen van de burgerij in het aangezicht van de revolutie en van de erkenning van het feit dat ze geen controle meer hadden over de situatie.

De sociaaldemocratie redde het kapitalisme. De machtige vakbonden en socialistische bureaucratieën plaatsten zichzelf aan het hoofd van de revolte van de massa’s en leidden het in onschadelijke kanalen. In Duitsland organiseerden Noske en Scheidemann met de Junkers en de kapitalisten een samenzwering om de revolutie te vernietigen. De Sovjets van arbeiders, soldaten, matrozen, boeren en zelfs studenten, die voortkwamen uit de Novemberrevolutie van 1918, hadden de macht in handen. De sociaaldemocraten gaven die macht terug aan de kapitalisten. Volgens hun theoretische concepten zou het kapitalisme geleidelijk, traag en vreedzaam evolueren naar het socialisme. In Italië in 1920 namen de arbeiders de fabrieken in handen. In plaats van de arbeiders te leiden naar de overname van de macht, smeekten de sociaaldemocraten hen deze ‘ongrondwettelijke’ procedures stop te zetten. Zo gebeurde het in heel Europa. De resultaten zijn vandaag (1943, n.v.d.r.) nog zichtbaar: de ergste tirannie en de bloedigste oorlog in de geschiedenis van het kapitalisme. Maar juist door de afbraak van het internationaal socialisme in de Tweede Internationale, die het marxisme had verraden, werd de Derde Internationale opgericht. Al van in het begin van de laatste oorlog (WO 1, n.v.d.r.), deed Lenin moedig een oproep tot het vormen ervan. De Derde Internationale werd formeel ingehuldigd in maart 1919. Haar afgekondigde doel was de omverwerping van het wereldkapitalisme en de opbouw van een wereldgemeenschap van verenigde socialistische radenrepublieken naar het voorbeeld van de USSR. De USSR werd op zichzelf niet beschouwd als een onafhankelijke entiteit, maar eerder als de basis voor de wereldrevolutie. Haar lot wordt bepaald door, en is verbonden aan het lot van de wereldrevolutie.

De vorming van de Derde Internationale leidde al snel tot de vorming van machtige Communistische Partijen in de belangrijkste landen van de wereld. In Duitsland, Italië, Frankrijk, Tsjechoslowakije en andere landen werden Communistische Partijen gesticht met een massaal ledenaantal. In Groot-Brittannië werd een kleine Communistische Partij gevormd, die een grote invloed had. Het succes van de wereldrevolutie in de daaropvolgende periode leek te zijn veiliggesteld door de ontwikkeling van de gebeurtenissen. De Communistische Partijen in Europa groeiden voortdurend in aantal en invloed ten koste van de sociaaldemocratie. De laatste oorlog was niet in staat ook maar één van de problemen van het wereldkapitalisme op te lossen. Het had deze slechts verscherpt. Het kapitalisme was gebroken in zijn ‘zwakste schakel’, zoals Lenin het uitdrukte. De pogingen om de jonge Sovjet-Republiek te vernietigen met behulp van interventieoorlogen waren op niets uitgelopen. Het Duitse kapitalisme, het machtigste van Europa, werd afgesneden van zijn grondstoffen, een deel van zijn territorium en beladen met duizelingwekkende herstelbetalingen. Kortom, Duitsland werd in een onhoudbare positie geplaatst. De Britse en Franse imperialisten, de ‘overwinnaars’ van de laatste wereldoorlog, bevonden zich fundamenteel echter niet in een betere positie. Aangemoedigd door de Russische Revolutie kwamen de koloniale en semi-koloniale massa’s in beweging, en bereidden ze zich voor op revoltes. De massa’s op het thuisfront waren rusteloos en de economische positie van het Engels-Frans imperialisme was aanzienlijk verslechterd in vergelijking met die van het Japanse en Amerikaanse kapitalisme.

Tegen deze internationale achtergrond brak in 1923 de crisis uit in Duitsland. Duitsland was, ondanks haar hoge productiecapaciteit, verlamd door de beperkingen die haar opgelegd waren in Versailles. Zij was aldus de zwakste schakel geworden van het wereldkapitalisme. Het onvermogen van Duitsland om aan de herstelbetalingen te voldoen, resulteerde in de bezetting van het Ruhrgebied door de Franse kapitalisten. Dit versnelde de ineenstorting van de Duitse economie en de Duitse burgerij trachtte deze af te wentelen op de schouders van de arbeiders en middenklassen. De Duitse Mark daalde in januari 1923 van 20 naar 40 voor een Engelse Pond, tot 5 miljoen in juli en 47 miljoen op het einde van augustus. De verontwaardigde Duitse massa’s wendden zich tot het communisme. Zoals Brandle, de toenmalige leider van de Communistische Internationale stelde op een bijeenkomst van het Uitvoerend Comité van de Komintern: “Er waren tekens van een opkomende revolutionaire beweging: we hadden tijdelijk de meerderheid van de arbeiders achter ons en geloofden dat we onder deze gunstige omstandigheden dadelijk ten aanval hadden kunnen trekken ...“

Maar ongelukkig genoeg doorstond de leiding van de Internationale de vuurproef niet en trok ze geen voordeel uit de haar geboden kans. Succes in Duitsland had onvermijdelijk geleid tot de overwinning in heel Europa. Maar zoals in Rusland in 1917, wankelden delen van de leiding in Duitsland in 1923. Stalin met zijn hem eigen opportunisme, drong erop aan dat de Duitse Communistische Partij zou ‘in toom’ gehouden worden. Het resultaat was dat de kans om de macht over te nemen in Duitsland werd gemist en dat de communisten er werden verslagen. Om analoge redenen leidde de revolutie in Bulgarije eveneens schipbreuk.

Maar de nederlagen van de revolutie in Europa, veroorzaakt door het falen van de leiding, leidden onvermijdelijk tot ernstige gevolgen. Zoals Lenin schreef toen hij wees op de noodzaak om de omverwerping in Rusland in 1917 voor te bereiden: “Het succes van de Russische en de wereldrevolutie hangt af van de strijd van twee tot drie dagen.” Het mislukken van de wereldrevolutie en de isolatie van de Sovjet-Unie, samen met de achterlijkheid, de vermoeidheid en apathie van de Sovjetmassa’s na jaren van oorlog, vreselijke ontberingen en lijden in de burgeroorlog en de interventieoorlogen, hun ontgoocheling en wanhoop na het vernietigen van hun hoop op hulp van de arbeiders van Europa, dit alles leidde onvermijdelijk tot reactie binnen de Sovjet-Unie.

Stalin stelde voor het eerst in 1924 de utopische en anti-leninistische theorie van ‘socialisme in één land’ voor. Hiermee weerspiegelde hij, mogelijk onbewust, de belangen van de reactionaire en conservatieve bureaucratie, welke net begonnen was zich te installeren boven de Sovjet-massa’s. Deze ‘theorie’ ontsproot rechtstreeks uit de nederlaag van de revolutie in Duitsland. Het keerde zich af van de principes van revolutionaire internationalisme waarop de Russische Revolutie was gebaseerd en waarop de Communistische Internationale was gefundeerd. De verklaring van Stalin bij de begrafenis van Lenin in januari 1924, was hem ingegeven door de macht der gewoonte en door de traditie van de Russische Revolutie: “Door ons te verlaten legt kameraad Lenin ons op te vertrouwen in de Communistische Internationale. Wij zweren U, kameraad Lenin, ons leven te wijden aan de vergroting en de versterking van de unie van arbeiders over de hele wereld, de Communistische Internationale.” Opdat ogenblik had hij nog niet het geringste idee waarheen de theorie van socialisme in één land de Sovjet-Unie en de Komintern zou leiden.

De geschiedenis van de Komintern werd vanaf dan volledig bepaald door de wisselende politiek van de bureaucratie van de Sovjet-Unie. Lenin had telkenmale het lot van de Sovjet-Unie verbonden met dat van de arbeidersklasse van de wereld en in het bijzonder haar voorhoede, de Komintern. Zelfs de eed van het Rode Leger verbond de rode soldaten tot loyaliteit aan de internationale arbeidersklasse. Het Rode Leger werd inderdaad niet gezien als een onafhankelijke ‘nationale’ macht, maar als een instrument van de wereldrevolutie. Dit werd uiteraard reeds lang geleden veranderd door Stalin.

Trotski, die samen met Lenin tijdens zijn laatste levensjaren de zich ontwikkelende situatie met ongerustheid zag, begon de strijd tegen de bureaucratisering in de Bolsjewistische Partij en de Sovjetstaat reeds in 1923. Lenin waarschuwde voor de gevaren van degeneratie die de Sovjetstaat bedreigden.

Op de achtergrond van de groeiende reactie, nationaal en internationaal, kwam de strijd tussen de Internationalisten en de Thermidorianen in een beslissende fase. Trotski eiste samen met Lenin het herstel van de volledige democratie in de Bolsjewistische Partij en de Sovjets. Vervolgens vroeg Lenin de verwijdering van Stalin uit de positie van Algemeen Secretaris van de partij, omdat hij het punt was waarrond de bureaucratie zich begon te kristaliseren. Na de dood van Lenin besloten Zinovjev, Kamenev en Stalin, de zogenaamde ‘Trojka’, zijn raad te negeren. Ze hielden de laatste aanbevelingen van Lenin verborgen en startten een campagne tegen zijn ideeën, die werden verwoord door Trotski. Aldus werd de valse legende over het ‘trotskisme’ uitgevonden.

Het lot van de Komintern was verbonden met het lot van de Bolsjewistische Partij van de Sovjet-Unie welke, door zijn prestige en ervaring, de dominante kracht in de Internationale was. De overgang van de politiek van de wereldrevolutie naar deze van socialisme in één land, betekende een scherpe draai naar rechts in de Komintern. In Rusland werden Zinovjev en Kamenev in de oppositie gedrongen door de anti-marxistische politiek van Stalin en gingen een alliantie met Trotski en zijn aanhangers aan. Stalin en Boecharin hadden zich steeds verzet tegen de politiek van industrialisatie van Rusland door een reeks van vijfjarenplannen. Dit laatste werd door de Linkse Oppositie onder leiding van Trotski verdedigd. Op de plenaire zitting van het Centraal Comité in april 1927 kwam Stalin dan ook naar voor met zijn fameus aforisme dat “de poging een hydro-elektrisch station te bouwen in Dnieperstroy hetzelfde zou zijn voor ons als voor een moezjiek (boer) om een grammofoon te kopen in plaats van een koe.” Zelfs op het einde van 1927 tijdens de voorbereidingen voor het vijftiende Partijcongres, die tot taak had de Linkse Oppositie uit te stoten, zei Molotov herhaaldelijk: “We mogen ons niet laten verleiden tot illusies van de arme boeren over de collectivisatie van de brede massa’s. Onder de huidige omstandigheden is dat niet meer mogelijk.” Binnen Rusland werden de koelaks (vrije boeren) en de NEP-mensen, (kapitalisten in de steden) volledig vrij gelaten voor de economische ontwikkeling. Deze politiek werd uitstekend weergegeven door de slogan van Boecharin, gericht naar de boeren: ‘Verrijk uzelf’. De politiek van de Komintern werd nu sterk naar rechts gedreven door de zorg van Stalin om bondgenoten te vinden om de “Sovjet-Unie te verdedigen tegen een aanval”.

De Komintern was al gereduceerd tot de rol van grenswachter. De onenigheid binnen de Bolsjewistische Partij en de Internationale flakkerde op over de kwestie van de Chinese Revolutie en de situatie in Groot-Brittannië. China werd in de periode 1925-27 overspoeld door een revolutionaire golf. De Komintern gaf er de voorkeur aan de Chinese kapitalisten en generaals te vertrouwen in plaats van te steunen op de arbeiders en de boeren voor het doorvoeren van de revolutie, in overeenstemming de politiek van Lenin in Rusland. De Chinese Communistische Partij was de enige arbeiderspartij in China en had een dominerende invloed op de arbeidersklasse. De boerenbevolking keek uit naar het voorbeeld van Rusland om haar een weg te tonen uit de eeuwenlange verdrukking door de grootgrondbezitters, door de overname van het land. Maar de Komintern weigerde koppig de weg te volgen van een onafhankelijke politiek voor de arbeidersbeweging. Een principe waarop Lenin had gehamerd als vereiste voor Communistische politiek met betrekking tot de burgerlijk-democratische en anti-imperialistische revoluties van het Oosten.

Ondertussen werd een zelfde politiek gevolgd in Groot­Brittannië waar de massa’s een proces van intense radicalisatie ondergingen. Teneinde een interventie in de Sovjet-Unie te voorkomen, maakten de Russische vakbonden een overeenkomst met de Britse Algemene Raad van het overkoepelend vakbondsorgaan, de TUC. De tendens tot revolutionaire ontwikkelingen in Groot­Brittannië werd weerspiegeld in het feit dat 1 miljoen leden, een kwart van het totaal aantal vakbondsleden, waren georganiseerd in de Minderheidsbeweging. Trotski voorspelde, na een analyse van de toestand in Groot- Brittannië, het uitbreken van een algemene staking. De Communistische Partij en de Communistische Internationale hadden de arbeiders moeten voorbereiden op het onvermijdelijk verraad van de vakbondsleiding aan de revolutie. In plaats daarvan zaaiden ze illusies onder de arbeiders, vooral nadat de Britse vakbondsbureaucraten een overeenkomst hadden afgesloten met de Russische vakbonden. Het prestige dat de TUC-leiders hierdoor kregen, stelde hen in staat de beweging des te beter te kunnen verraden. Na het verraad van de algemene staking door de vakbondsbureaucratie, vroeg Trotski de Russische vakbonden de relaties met de TUC te verbreken. Stalin en de Komintern weigerden dit te doen.

Nadat ze het Anglo-Russisch Comité net zolang had gebruikt als het haar goed uitkwam, verbrak de Britse vakbondsleiding meer dan een jaar na de algemene staking de betrekkingen. De Komintern huilde dat ze was verraden. Maar ondertussen was de jonge Communistische Partij van Groot-Brittannië, waarvan het ledenaantal enorm had moeten toenemen tengevolge van deze grote gebeurtenissen, verlamd en gedesorienteerd door de politiek van de Internationale. Ze was volledig gediscrediteerd en haar invloed onder de massa’s nam sterk af. Deze nieuwe nederlagen van de Internationale tengevolge van de politiek van Stalin en de bureaucratie vergrootte, op schijnbaar paradoxale wijze, de macht van diezelfde bureaucratie binnen de Sovjet-Unie. De Sovjet-massa’s raakten verder ontmoedigd en gedesillusioneerd door de nieuwe nederlagen van het inter­nationaal proletariaat. De nederlagen die een rechtstreeks gevolg waren van de politiek van Stalin en de bureaucratie, versterkten juist hun greep op de Sovjet-Unie. De ‘Linkse Oppositie’, geleid door Trotski, die deze ontwikkelingen correct had geanalyseerd en voorzien, werd uitgesloten uit de Bolsjewistische Partij en uit de Internationale.

Deze politiek resulteerde in het binnenland in de alarmerende groei van de sterkte en de invloed van de koelaks en van de NEP-mensen. De Sovjet-Unie stond op de rand van de catastrofe. In paniek werden Stalin en de bureaucratie gedwongen een karikatuur aan te nemen van de politiek, waarvoor Trotski en zijn medewerkers uit de partij waren gezet. De vijfjarenplannen welke Stalin zo sterk bevochten had, werden geïntroduceerd. Het is op basis van deze geplande productie dat de Sovjet-Unie haar grootste successen behaalde en waarop de Sovjet-Unie zich baseert in deze oorlog.

Ondertussen werd de panische interne draai naar links weerspiegeld in een even panische draai naar links op internationaal vlak. Stalin had zijn vingers ernstig gebrand in zijn pogingen te steunen op de kapitalistische elementen in China en zich te verzoenen met de sociaaldemocratie. Nu liet hij de Internationale scherp in de tegenovergestelde richting draaien. Met schending van de statuten hield de Internationale gedurende vier jaar geen conferentie. Nu werd er wel een bijeengeroepen, die officieel het programma van socialisme in één land opnam. Het kondigde eveneens het einde aan van de kapitalistische stabiliteit en het begin van hetgeen de ‘Derde Periode’ werd genoemd. Deze zogenaamde ‘Derde Periode’ werd verondersteld de voorloper te zijn van de uiteindelijke ineenstorting van het wereldkapitalisme. Tegelijkertijd werd gesteld dat de sociaaldemocratie was veranderd in ‘sociaal-fascisme’, volgens een eens bekende (maar nu verzwegen) theorie van Stalin. Er waren geen afspraken mogelijk met ‘sociaal-fascisten’, die het voornaamste gevaar vormden voor de arbeidersklasse en die bijgevolg moesten worden vernietigd.

Het was juist in deze periode dat de Grote Depressie van 1929-’33 de wereld op haar grondvesten deed wankelen. Zij trof in het bijzonder Duitsland. De Duitse arbeiders werden geteisterd door werkloosheid en armoede en de middenklassen werden geruïneerd. De Duitse werkloosheidscijfers stegen voortdurend tot ze een piek bereikten van 8 miljoen. De middenklassen die niets hadden verworven bij de revolutie van 1918 en ontgoocheld waren door het falen van de Komintern in 1923 om de macht over te nemen, zochten nu in al hun wanhoop naar andere oplossingen voor hun probleem. De fascisten, gesubsidieerd en gefinancierd door de kapitalisten, begonnen zich een massabasis op te bouwen in Duitsland. In de verkiezingen van september 1930 kregen ze bijna zes en een half miljoen stemmen achter zich.

Ondanks hun uitsluiting uit de Communistische Internationale, beschouwden Trotski en zijn volgelingen zich nog altijd als deel ervan en vroegen ze bij herhaling opnieuw toegelaten te worden tot de rangen van de Communistische Internationale. Terzelfdertijd onderwierpen ze de zelfmoordtheorie van socialisme in één land en sociaal-fascisme aan een scherpe kritiek. Ze vroegen de terugkeer naar de realistische leninistische politiek van het Eenheidsfront als middel om de massa’s via hun eigen ervaringen te winnen voor het communisme.

Na de overwinning van Hitler in de peilingen, luidde Trotski het alarm. In een pamflet met de titel De Draai van de Communistische Internationale — De Situatie in Duitsland, gaf hij het startsignaal voor een campagne, die gedurende 3 jaar werd gevoerd door de Internationale Linkse Oppositie van de Komintern, zoals de trotskisten zichzelf noemden. In Duitsland, Frankrijk, de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, in ver Zuid-Afrika, en in alle landen waar ze groepen hadden, voerden de trotskisten een campagne met als doel de Duitse Communistische Partij aan te zetten zelf tot een campagne over te gaan, in eenheidsfront met de sociaaldemocraten, om Hitler te verhinderen aan de macht te komen.

De Duitse Communistische Partij wees deze politiek af als contrarevolutionair en ‘sociaal-fascistisch’, volledig volgens de rechtstreekse instructies en bevelen van Stalin en de Komintern. Ze bleven vechten tegen de sociaaldemocratie als de ‘belangrijkste vijand’ van de arbeidersklasse en argumenteerden dat er geen verschil was tussen democratie en fascisme. In september 1930, verklaarde de Rote Fahne, partijblad van de Duitse Communistische Partij: “De voorbije nacht was de grootste dag voor Herr Hitler, maar de zogenaamde verkiezingsoverwinning van de nazi’s betekent het begin van het einde.” Doorheen al deze jaren volgde de Komintern haar fatale levensloop. Toen Hitler in 1931 een referendum organiseerde teneinde de sociaaldemocratische regering in Pruisen aan de kant te zetten, stemden de Duitse communisten met de nazi’s mee tegen de sociaaldemocraten, op aandringen van Stalin en de Komintern. In mei 1932 kloeg de Britse Daily Worker de trotskisten aan voor hun politiek in Duitsland: “Het is veelbetekenend dat Trotski opkwam voor een eenheidsfront tussen de communistische en de sociaaldemocratische partijen tegen het fascisme. Er kan geen meer verscheurende en meer contrarevolutionaire klassenleidraad worden uitgegeven”.

Trotski schreef via pamfletten een dozijn artikels en manifesten, overal wendden de internationale trotskisten elk mogelijk middel aan om de Komintern onder druk te zetten haar politiek te wijzigen. Tevergeefs echter. In januari 1933 was Hitler in staat de macht over te nemen zonder te kampen te hebben met enige georganiseerde oppositie, en dit in een land met de sterkst georganiseerde arbeidersklasse en de sterkste Communistische Partij buiten Rusland. Voor het eerst in de geschiedenis werd de reactie in staat gesteld de macht te veroveren zonder enige weerstand van de kant van de arbeidersklasse. De Duitse Communistische Partij telde 6 miljoen aanhangers, de sociaaldemocratie 8 miljoen — samen vormden ze machtigste kracht in Duitsland.

Door dit verraad was de Duitse Communistische Partij voor eeuwig verdoemd. Maar de Komintern was ver van het erkennen van de aard van de catastrofe. In plaats daarvan onderschreven ze plechtig de politiek van de Duitse Communistische Partij en van de Internationale als volledig correct.

Een organisatie die niet leert uit de lessen van de geschiedenis is gedoemd te verdwijnen. Als kracht voor de creatie van het wereldsocialisme was de Communistische Internationale dood. De Internationale Linkse Oppositie scheurde er zich van af en kondigde de noodzaak aan van de opbouw van een nieuwe Internationale. Maar wat duidelijk was voor de voorhoede, die haar pogingen om de Komintern om te vormen had gestaakt, was daarom nog niet duidelijk voor de brede massa’s. Deze kunnen slechts leren uit grote gebeurtenissen. De Communistische Internationale ging tot in 1934 voort met het voeren van de rampzalige politiek. Toen de fascisten in Frankrijk, aangemoedigd door de successen van het fascisme in Oostenrijk en Duitsland, gewapende betogingen hielden voor de omverwerping van de liberale regering en het parlement, beval de Communistische Partij om samen met hen te betogen. Maar pas toen het gevaar van Hitler voor de Sovjet-Unie voor iedereen glashelder was, werden Stalin en de bureaucratie door paniek gegrepen.

Met een ontzettende minachting en cynisme voor de capaciteit van de Komintern als een instrument voor de wereldrevolutie, vormde Stalin haar nu openlijk om tot een instrument van de Russische buitenlandse politiek. Een organisatie die in een klassenmaatschappij ophoudt de arbeidersklasse te vertegenwoordigen, komt onvermijdelijk onder de druk en de invloed van de burgerij. Stalin, op zoek naar bondgenoten, wendde zich tot de burgerij van Groot-Brittannië en Frankrijk. De ‘Volksfront’-politiek werd bovengehaald en onderschreven op het laatste congres van de Communistische Internationale gehouden in 1935. Deze politiek van coalitie met de liberale kapitalisten was eens te meer een politiek waartegen Lenin zijn hele leven had gevochten. Het vertegenwoordigde een nieuw stadium in de degeneratie van de Komintern en de eerste arbeidersstaat, de Sovjet-Unie.

Met de opkomst van Hitler, opnieuw te danken aan Stalins politiek, werd de wurggreep van de bureaucratie op de Sovjet-Unie steeds sterker. De bureaucratische kaste stelde zich steeds meer boven de Sovjetmassa’s en vergrootte verder haar macht. Maar deze geleidelijke degeneratie kende ook kwalitatieve veranderingen. Van het totaal onvermogen iets anders voor de arbeidersklasse te bereiken dan nederlagen, evolueerde het stalinisme tot een rem op elke arbeidersrevolutie in andere landen. De Moskouprocessen, de moorden op de oude bolsjewieken, de zuiveringen, de moorden op en de verbanningen van tienduizenden Russische communistische arbeiders, vervolledigden de stalinistische contrarevolutie binnen de Sovjet-Unie.

De gebeurtenissen in Frankrijk en Spanje liggen vers in het geheugen van elke revolutionair. De rol van de Komintern hierin was de voornaamste factor in het mislukken van de revolutie. Ze onthulde zichzelf als de strijdende voorhoede van de contrarevolutie. De nederlagen van de arbeidersklasse over de hele wereld leidden onvermijdelijk tot de nieuwe wereldoorlog. Ironisch genoeg werd de oorlog ingeleid door een pact tussen Hitler en Stalin. Op die manier gaf Stalin nieuwe klappen aan de arbeidersklasse van de wereld en aan de Komintern. Ze voerde opnieuw een zwenking uit en leidde een campagne voor de vrede in het belang van Hitler, met een handige vervalsing van een ‘revolutionaire politiek’. Zoals Trotski stelde in zijn voorspelling van het Stalin-Hitler-Pact in een artikel geschreven in maart 1933: “Het fundamentele kenmerk van de internationale politiek van Stalin in de laatste jaren was de volgende: hij handelt in de bewegingen van de arbeidersklasse, zoals hij handelde in olie, mangaan en andere goederen.” Met deze vaststelling werd geen jota overdreven. Stalin bekeek de secties van de Komintern in de verschillende landen en de vrijheidsstrijd van de onderdrukte volkeren als heel kleine veranderingen in de relaties en overeenkomsten met de imperialistische machten.

“Wanneer hij de hulp van Frankrijk nodig heeft, onderwerpt hij het Franse proletariaat aan de radicale burgerij. Wanneer hij China tegen Japan moet steunen, onderwerpt hij het Chinese proletariaat aan de Kwomingtang. Wat zou hij doen bij een overeenkomst met Hitler? Het is duidelijk dat Hitler de steun van Stalin niet nodig heeft om de Duitse Communistische Partij te wurgen. De onbetekende toestand waarin deze zich bevindt, werd reeds voordien verzekerd door haar volledige voorafgaande politiek. Maar het is zeer waarschijnlijk dat Stalin zou akkoord gaan met het dichtdraaien van de steunkraan voor het ondergrondse werk in Duitsland. Dat zou één van de minste concessies zijn die hij zou moeten doen en hij zou volledig bereid zijn dit ze doen.” “Men kan ook aannemen dat de luidruchtige, hysterische en holle campagne tegen het fascisme, die de Komintern de laatste vijf jaar heeft gevoerd, stilletjes zal worden afgevoerd.”

Deze politiek van Stalin en het ‘rottende lijk’ van de Komintern verviel tot een volledige ruïne toen de nazi’s de Sovjet-Unie binnenvielen. De Komintern moest opnieuw een sterke zwaai in de omgekeerde richting maken en zichzelf omvormen tot deurmat voor Roosevelt en het Britse imperialisme. Maar met de stijgende afhankelijkheid ten opzichte van het Amerikaans en het Brits imperialisme steeg ook de druk van de kant van de kapitalistische ‘bondgenoten’. Vooral het Amerikaans imperialisme vroeg het opdoeken van de Komintern als een uiteindelijke garantie tegen het gevaar van een sociale revolutie in Europa na de val van Hitler.

De langgerekte pretentie is voorbij. Stalin ontbond de reeds gedegenereerde Komintern. Door dit te doen schaarde hij zich openlijk achter de kapitalistische contrarevolutie, wat de rest van de wereld betreft. Maar de imperialisten, die Stalin tot deze overeenkomst dwongen in ruil voor concessies van hun kant, begrepen er de gevolgen niet van.

Het kan en zal het komen van een nieuwe revolutie over de hele wereld niet verhinderen. In minder dan twee decennia sinds het begin van de degeneratie, heeft de Komintern heel wat voordelige kansen in vele landen verknald. In de komende decennia zullen veel revoluties plaatsvinden die de afbraak en de ineenstorting van het kapitalisme zullen veroorzaken. Zelfs de gewelddadige turbulente periode tussen de twee wereldoorlogen zal relatief kalm lijken in vergelijking met hetgeen ons te wachten staat. Op de achtergrond van opstanden en revoluties zal een werkelijk instrument voor de wereldrevolutie worden gecreëerd. Wat de arbeiders ontbraken in de laatste decennia, buiten Rusland, was een Bolsjewistische Arbeiderspartij en een bolsjewistische leiding. De grote dagen van de Komintern van 1917-23 zullen opnieuw het licht zien.

De internationale groei in steun voor de ideeën van het marxisme, gebaseerd op de tradities van het bolsjewisme, de rijke ervaring van het verleden en de lessen uit de nederlagen van de arbeidersklasse, zal de onderdrukten opnieuw leiden tot de omverwerping van het kapitalisme en naar de socialistische wereldrepubliek.

De evolutie van de Komintern

* De imperialistische wereldoorlog van 1914-18 was de duidelijkste aanwijzing dat de kapitalistische productiewijze een belemmering was geworden voor de ontwikkeling van de productiekrachten en dat de omstandigheden rijp waren voor een overwinning van de proletarische revolutie. De Tweede Internationale, waar de bureaucratie zich had aangepast aan de burgerlijke maatschappij gedurende de lange periode van kapitalistische expansie, verraadde de belangen van het proletariaat op het beslissende moment van het uitbreken van de oorlog en nam het standpunt in van bescherming van het vaderland, nl. bescherming van de grenzen van de bourgeois-nationale staat, die — samen met het systeem van privé-bezit — een rem was geworden op de verdere ontwikkeling van de productiekrachten.

* Slechts een zeer klein aantal revolutionaire marxisten trok uit het beschamende verraad en de jammerlijke ineenstorting van de Tweede Internationale de conclusie dat een Derde Internationale noodzakelijk was. In de meeste landen vormde er zich een oppositie tegen het chauvinistisch standpunt van de sociaaldemocratische partijen, maar deze was in het begin vooral pacifistisch­centristisch van aard. Op de internationale conferenties in Zimmerwald (1915) en in Kienthal (1916) van de tegenstanders van de imperialistische slachtpartij, bleven de aanhangers voor de opbouw van de Derde Internationale in de minderheid en werden ze door alle centristen en sociaal-imperialisten fanatici, utopisten en sectairen genoemd.

* De overwinning van de Russische Revolutie in oktober 1917 betekende de overwinning van het revo­lutionair principe van de strijd tegen de vijand op het thuisfront en de omzetting van een imperialistische oorlog in een burgeroorlog. Dit principe werd sinds 1914 naar voren gebracht door een handvol revolutionaire marxisten, in het bijzonder de leiding van de Russische bolsjewieken, dit tegen het principe in van verdediging van het vaderland. Na analoge tendensen in eigen rangen te hebben overwonnen, braken de bolsjewieken met de dubbelzinnige centristische meerderheid van Zimmerwald en plantten de vlag van de Derde Internationale.

* Op het stichtingscongres van de Derde Internationale (maart 1919) ontmoetten de vertegenwoordigers van een klein aantal, relatief zwakke partijen en groepen de overwinnende Bolsjewistische Partij. Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg, die op deze bijeenkomst een ereplaats hadden moeten innemen, waren vermoord door de soldaten van de Duitse sociaaldemocraat Noske.

Het eerste Congres (van de Communistische Internationale) nam een zeer duidelijk standpunt in tegen de reactionaire pogingen om de Tweede Internationale opnieuw in zijn vooroorlogse vorm op te bouwen (Bern-Conferentie van de sociaaldemocratische en onafhankelijke partijen in februari 1919). Ze stond tevens achter het samenbrengen van een voorhoede in een homogene, revolutionaire internationale. De manifesten van het congres stelden zonder medelijden het verraderlijke pacifisme van President Wilson en de illusie in de kapitalistische Volkenbond welke werd gesteund door de Tweede Internationale, aan de kaak. Eén van de belangrijkste resultaten die het congres behaalde, was het herstel van de marxistische scholingen over de staat als een instrument van klassenheerschappij en het blootleggen van de parlementaire democratie als de dictatuur van de burgerij over het proletariaat. De thesis van Lenin over Democratie en Dictatuur, die door het congres werd aanvaard, verklaart het contrarevolutionaire, burgerlijke karakter van de abstracte slogans en principes van ‘zuivere’, formele democratie (‘vrijheid’, ‘gelijkheid’, enz.). Ze toonden, met het voorbeeld van de Russische ervaringen, de noodzaak het burgerlijke staatsapparaat te vernietigen en de instelling van de dictatuur van het proletariaat op basis van sovjets (arbeidersraden).

* In 1919 was er de ervaring van de Hongaarse Revolutie. Daar viel, ten gevolge van de volledige ontbinding en verwarring van de burgerij, de macht in handen van de communisten en linkse sociaaldemocraten. Maar van in haar beginperiode beschikte de Hongaarse Revolutie niet over een echte leiding. De Communistische Partij werd opgenomen in de Sociaal­democratische Partij en bewees hiermee dat het geen werkelijke Communistische Partij was. De Hongaarse Revolutie mislukte niet alleen door de ongunstige internationale toestand, maar ook door de totale onbekwaamheid van de leiding van Bela Kun en Co (ten aanzien van het landbouwvraagstuk en de kwestie van de partijorganisatie). De Communistische Internationale, nog maar net gevormd, was in organisatorische zin nog niet sterk genoeg om een andere wending te geven aan de gebeurtenissen in Hongarije.

* De catastrofale gevolgen van de Eerste Wereldoorlog, leidden tot een machtig ontwaken van het proletarisch klassenbewustzijn onder de massa’s. Ze begonnen in steeds sterkere mate de verraderlijke rol van de sociaaldemocratische partijen te doorzien. Onder druk van hun basis, zochten een aantal oude reformistische en sociaal-pacifistische leiders (de Duitse Onafhankelijke Socialistische Partij, de Italiaanse Socialistische Partij, de Franse Socialistische Partij, de Britse Onafhankelijke Arbeiderspartij, enz.) aansluiting bij de Komintern, zonder echter terug te komen op hun centristische posities. Dit gevaar - het binnenbrengen van opportunistische tendensen in de rangen van de Komintern - werd geneutraliseerd door het Tweede Congres (1920), die de 21 punten aanvaardde, die de condities vaststelden voor het lidmaatschap van de Communistische Internationale. Deze voorwaarden betekenden een openlijke oorlogsverklaring aan dubbelzinnigheid, twijfel en het steriel sociaal-pacifïsme van de centristen en eisten een volledige breuk met alle pacifistische ideeën en illusies (zoals ontwapening, Volkenbond, internationale arbitrage, enz.). Tegen het basisprincipe van de Tweede Internationale om losse kontakten te onderhouden tussen nationaal onafhankelijke partijen (die elkaar soms zelfs tegenwerkten), werd het principe gesteld van de wereldpartij, opgebouwd op basis van gemeenschappelijke theorie en praktijk en met als doelstelling een gemeenschappelijke internationale leiding uit te bouwen op de principes van het democratisch centralisme.

* Deze centristische politici, die een verzoenende houding aannamen t.o.v. de Tweede Internationale en die door het Tweede Congres verhinderd waren de Komintern te vervoegen, trachtten een Twee-en-een-Halve Internationale te vormen (begin 1921), een halfweg-oplossing tussen openlijk sociaal verraad en revolutie (de Austromarxisten, de Duitse ‘Onafhankelijken’, de Franse Longuetisten, de Britse Onafhankelijke Arbeiderspartij, enz.). De Twee-en-een-Halve Internationale onderschreef opnieuw — zoals Karl Liebknecht stelde — ‘de eenheid van water en vuur’, de vereniging van revolutionairen en sociale verraders in één internationale. Maar de geschiedenis biedt geen plaats voor dergelijke halfslachtige oplossingen. De Twee-en-een-Halve Internationale werd verpletterd in de strijd tussen de Tweede en de Derde Internationale. Zijn revolutionaire elementen, kwamen terecht bij de Derde Internationale en zijn bureaucratische top herenigde zich in 1923 (het Hamburg Congres) met de Tweede Internationale.

Het ultra-linkse virus

* Het opportunistisch centrisme, dat de massa’s niet leidt maar erdoor geleid wordt, vond haar tegenpool in het ultraradicalisme. In plaats van de massa’s te winnen door samenwerking binnen hun organisaties en hun strijd en ervaringen te delen, stelde deze stroming de massa’s een ultimatum van buitenaf. Deze ultralinksen verklaarden zich tegen deelname aan parlementaire verkiezingen, voor het verlaten van de massavakbonden, voor de vorming van ‘zuiver’ revolutionaire bonden en voor geïsoleerde actie van de voorhoede. Deze tendensen leidden in Duitsland tot de vorming van de KAP (Communistische Arbeiderspartij) in 1920. Maar zelfs de officiële Communistische Partij van Duitsland was niet in staat komaf te maken met deze avonturistische tendensen binnen haar eigen rangen. Dit werd vooral aangetoond in de loop van de gebeurtenissen van maart 1921, toen de partij, in plaats van zich te beperken tot een defensieve tactiek tegenover de aanwezigheid van de sociaaldemocratie in de regering, de geïsoleerde voorhoede leidde naar een gewapend offensief en hierbij schipbreuk leed. Maar het grootste gevaar lag in het feit dat een hele school theoretici, die zichzelf in de partij hadden genesteld, de tactieken van maart omzetten in een principe (Thalheimer, Froelich, Malsow, Koenen, enz.). Het Derde Congres veroordeelde deze ultra-linkse avonturen en bracht de slogan naar voor: ‘Naar de massa’s’. Hiermee erkende ze dat de eerste grote revolutionaire naoorlogse golf (1917-20) aan het terugtrekken was en er zich een adempauze voordeed, die moest gebruikt worden om de komende strijd beter en diepgaander voor te bereiden. De strategie en de tactiek van de Communistische Partij werden samengebracht in resoluties die tot op vandaag modellen zijn. Het Congres aanvaardde de Hoofdprincipes voor de Organisatorische Ontwikkeling van de Communistische Partijen - De Methoden en de Inhoud van Hun Werk. Ondanks het feit dat ze te mechanisch en te ‘Russisch’ (Lenin op het Vierde Congres) waren, bevatten ze veel waardevolle suggesties, in het bijzonder aangaande de connecties tussen legaal en illegaal werk, de noodzaak van een snelle omschakeling van de ene naar de andere werkmethode, de organisatie van de pers, de vorming van fabriekscellen en dergelijke meer.

* Het Vierde Congres (1922) herbevestigde de lessen van het Derde Congres en hield er zich concreter en diepgaander mee bezig. De NEP (Nieuwe Economische Politiek) van de Sovjet-Unie, volgend op het ‘oorlogscommunisme’ dat moest worden ingevoerd onder de meedogenloze druk van de omstandigheden, leverde een ontzettend belangrijke ervaring op over tactische terugtrekking, zelfs na de machtsovername. Deze ervaring heeft waarschijnlijk niet alleen zijn waarde voor achterlijk Rusland, maar ook voor de meer ontwikkelde landen.

Het Vierde Wereldcongres kon terugkijken op enorme organisatorische resultaten. In de loop van drie jaar werden op alle continenten en in bijna alle landen afdelingen gevormd en werd de Rode Internationale van Vakbonden opgebouwd. De Communistische Partijen van een aantal landen waren op dat ogenblik bezig machtige revolutionaire bewegingen te leiden.

De nederlaag van het Italiaanse proletariaat in 1922 was geen nederlaag van de strategie en tactische methoden van de leninistische Komintern, maar van deze van het Italiaanse maximalisme (Serrati), tegen dewelke de Komintern sinds het Tweede Wereldcongres voortdurend zware strijd had geleverd, zonder echter in staat te zijn de catastrofe af te wenden.

* Een van de grootste prestaties van de Komintern in die dagen was de publiciteit die ze gaf aan het historisch belang van nationale bevrijdingsbewegingen in de kolonies en semi-kolonies en de steun die ze leverde aan de strijd van de slavennaties tegen imperialistische onderdrukking, een taak die de Tweede Internationale altijd verzuimd had en die door haar houding in de Eerste Wereldoorlog volledig was verraden.

Lenins Hoofdprincipes over de Nationale en Koloniale Kwestie op het Tweede Congres, waren duidelijk gericht tegen elke poging een communistisch etiket te plakken op revolutionaire bevrijdingsbewegingen die in werkelijkheid niets communistisch in zich hadden. Een tijdelijke alliantie met de nationale revolutionaire beweging werd door deze principes als noodzakelijk gezien, maar er werd ook gesteld dat de taak van de communisten niet is met deze nationalistische partijen te versmelten, doch onder alle omstandigheden het onafhankelijke karakter van de proletarische beweging onvoorwaardelijk te verdedigen.

De draai van 1923

* Het jaar 1923 vertegenwoordigt een beslissend keerpunt in de geschiedenis van de Komintern. Door de NEP en de algemene uitputting van de arbeidersklasse na de enorme inspanningen en de ellende van de jaren van revolutie en burgeroorlog, was de bureaucratie in het partij- en het staatsapparaat in tussentijd zeer sterk geworden en in staat zichzelf aan een steeds hogere snelheid te ontwikkelen tot een onafhankelijke sociale macht, die als een scheidsrechter boven de klassen stond. De bureaucratie kan echter slechts politieke macht winnen door een strijd tegen de proletarische voorhoede en tegen proletarische democratie binnen de partij en de sovjets. Dit is de achtergrond van de strijd die in 1923 begon tussen Stalin en Trotski. De opkomst van de bureaucratie viel samen met de ernstige ziekte en gedwongen politieke inactiviteit van Lenin, die desondanks in zijn laatste geschriften (in het bijzonder in het artikel Beter Minder, Maar Beter en in het zogenaamde Testament) duidelijk het gevaar erkende en opriep voor een strijd tegen de bureaucratisering en tegen Stalin als haar voornaamste vertegenwoordiger.

* In Duitsland brak in 1923 een nieuwe revolutionaire crisis uit. De gevolgen van de (eerste imperialistische) oorlog, die op geen enkele manier waren opgelost, de economische crisis die slechts werd onderbroken door zeer beperkte perioden van groei, de bezetting van het Ruhrgebied door het Franse leger, de organisatie en mislukking van de ‘passieve weerstand’ van de Duitse burgerij tegen de bezetting, de op hol geslagen inflatie van de Duitse munt, al deze oorzaken leidden tot een buitengewone verscherping van de klassentegenstellingen. Er grepen enorme massastakingen plaats. De syndicale beweging werd een kristallisatiepunt voor de revolutionaire massa’s.

De arbeiders organiseerden zichzelf in ‘Gemeinschaften’ (compagnieën) en begonnen zich te bewapenen. In een aantal grote bonden haalden de Communisten zelfs een meerderheid. De sociaaldemocratie was in verwarring, de burgerij verdeeld. De massabeweging bereikte het kritisch punt, waarbij beslistheid en praktisch initiatief van de revolutionaire leiding om de massa’s naar de overwinning te leiden in de grootste graad vereist zijn. Maar de leiding van de Communistische Partij (Brandle, Thalheimer, Waicher, Froelich, enz.) toonden zich niet in staat hun historische taken te vervullen en bewezen daardoor dat ze slechts een sociaaldemocratische leiding was met een klein laagje communistisch vernis. Ze verbond zich tot een gemeenschappelijk front met de sociaaldemocratie zonder te beseffen dat het idee van een gemeenschappelijk front er een is om “tactisch terug te trekken, teneinde achteraf eens zo sterk vooruit te gaan”. Ook besefte ze niet dat op een bepaald ogenblik de overwinning van de massa’s slechts kan worden bereikt door een rechtstreekse strijd voor de macht. De leiding van de Komintern, die al tekenen van bureaucratische degeneratie vertoonde, bewees eveneens niet in staat te zijn de Communistische Partij van Duitsland op de correcte weg te leiden. Toen de Duitse burgerij uiteindelijk haar krachten bundelde, de staat van beleg afkondigde en zich voorbereidde om in het offensief te gaan, capituleerde de Communistische Partij van Duitsland zonder enige vorm van strijd. Het gevolg was een ernstige nederlaag voor het Duitse, evenals het Europese proletariaat, waardoor het Europese kapitalisme zich opnieuw kon stabiliseren.

Gevolgen van de nederlaag van 1923

* De nederlaag van 1923 leidde tot een ernstige interne crisis binnen de Communistische Partij van Duitsland. Een nieuwe ‘linkse’ leiding (R. Fischer-Marlow) werd gekozen. Deze nieuwe leiding erkende echter niet dat de nederlaag van oktober beslissend was van karakter. In plaats van een terugtrekking te bevelen, ging ze voort in haar avonturisme en verhoogde daardoor de omvang van de nederlaag.

In Bulgarije liet de Kominternsectie (onder leiding van Kolarov-Dimitrov) in 1923 zich eveneens een zeer voordelige revolutionaire situatie ontglippen. Ze trachtte dit vervolgens goed te maken door putchistische avonturen in september 1923, waadoor ze de fatale nederlaag van het Bulgaarse proletariaat veroorzaakte. Na de Duitse nederlaag nam de Komintern een politiek aan van avonturisme en breidde deze koers uit tot de hele Internationale, waarvan de nederlaag in Estland (opstand in Reval, december 1924) rechtstreeks het gevolg was.

* In dezelfde mate dat de Duitse nederlaag de positie van het internationale proletariaat en haar voorhoede had verzwakt, werkte het versterkend voor de neiging van de sovjetbureaucratie om een onafhankelijke macht te vormen. Dit verklaart het feit dat het Vijfde Wereldcongres van de Komintern (1924) vooral de onderwerping van de Komintern aan de Russische bureaucratie betekende. De Komintern werd zelf gebureaucratiseerd en werd volledig afhankelijk gemaakt van het bureaucratische centrum in Moskou.

* De theorie van ‘socialisme in één land’, die in de herfst van 1924 vooropgesteld werd door Stalin, het hoofd van de bureaucratie, stond in schrille tegenspraak met de hele theorie en praktijk van het marxisme-leninisme. Deze theorie werd voor de nieuwe sociale lagen die zich aan het vormen waren (bureaucratie, koelaks (welstellende boeren), ‘spetses’ (specialisten) enz.) de ideologische uitdrukking van hun nationaal-begrensde belangen. Niet het internationale proletariaat, maar de bureaucratie werd beschouwd als de drager van het socialisme. De Komintern, gecreëerd om het instrument van de wereldrevolutie te worden, werd nu het werktuig van de nationale belangen van de Sovjetbureaucratie. Deze fundamentele tegenstelling liet haar sporen na op de toekomstige politiek van de Komintern, die vanaf dan centristisch werd. Ze kwam neer op een zigzaggende, principeloze aanpassing aan de reformistische bureaucratie en burgerlijke democratie aan de ene kant en putchistisch avonturisme aan de andere kant. Al deze kenmerken werden samengebracht in haar politiek. De sociale basis van dit type van centrisme, het stabiele punt in een wereldbeweging, is de Sovjetbureaucratie

Bureaucratisch centrisme

* De twee methoden die de Komintern hanteerde ten overstaan van de massa’s — langs de ene kant de principeloze aanpassing aan de bestaande omstandigheden, de burgerlijke democratie en de kleinburgerlijke reformistische partijen, en langs de andere kant de plotse en onvoorbereide oproepen aan de revolutionaire instincten van de massa’s — vonden hun wortels in de sociale positie van de sovjetbureaucratie (de Komintern­bureaucratie is slechts haar gehoorzaam aanhangsel). Door haar sociale aard, neigt de sovjetbureaucratie zich aan te passen aan de geprivilegieerde en uitbuitende delen van de sovjetmaatschappij (koelaks, intellectuele lagen, boerenaristocratie). Toen die ontwikkeling echter een kritisch punt bereikte en deze lagen sociaal zo machtig werden dat ze de politieke privileges van de bureaucratie bedreigden, redde deze zich door een oproep te richten aan de massa’s. In werkelijkheid beroerde het slechts de proletarische massa’s (en dan nog slechts kleine delen van het proletariaat) doordat het hele staatsapparaat onbuigzaam werd ingezet (in het bijzonder de GPOe). Op internationaal vlak voelde de Sovjet- en Komintern­bureaucratie zich aangetrokken tot de kleinburgerlijke democratie. Maar wanneer door nationale oorzaken of door de logica van de gebeurtenissen de sovjetbureaucratie zich tegenover de kleinburgerlijke democratie zag geplaatst, trachtte ze plots de massa’s aan te zetten tot revolutionaire acties. Maar aangezien de Komintern de staatsmacht miste om haar ultimata kracht bij te zetten, bleven de massa’s passief.

Dit verklaart langs de ene kant de pseudo-successen van de stalinistische politiek in de Sovjet-Unie (die de filisters van alle schakeringen zo imponeerden, van de reactionaire Engelse Fabians, Webbs & Co, over de Romain Rollands tot het ‘London-bureau’ van de SAP-ILP) en langs de andere kant de catastrofale mislukkingen van de Komintern. De avonturistische koers van 1924-’25 vond haar opportunistische aanvulling in bureaucratische combines, volledig gericht tegen de belangen van de proletarische voorhoede. De vorming van de Boeren­Internationale (Kresuntern), het geflirt met de Kroatische Boeren Partij van Radick en met LaFolette in de VS (Federated Farmer-Labor Partij) zijn voorbeelden van de pogingen van de stalinistische bureaucratie om op internationale schaal de koelaktendensen te gebruiken als tegengewicht tegen de proletarische voorhoede. Het verbond met de Kwomingtang, waarbij klassenverschillen werden genegeerd, het vertrouwen in de Engelse vakbondsbureaucratie, allemaal steunpilaren van de avonturistische koers van 1924-’25, werden de meest essentiële elementen van de openlijke opportunistische koers van 1925-’27.

* In de periode van 1925 tot 1927 barstte de Chinese Revolutie in al haar hevigheid los. De eerste gebeurtenissen maakten het de Chinese burgerij en haar partij, de Kwomingtang mogelijk de leiding van de beweging te nemen. De Komintern verklaarde zich volledig solidair met de Kwomingtang en zijn militaire leiding (Tsjan-Kai-Tsjek). De Chinese Communistische Partij werd gedwongen af te zien van een onafhankelijke politiek en zich te verenigen met en volledig te onderwerpen aan de Kwomingtang. Alle lessen van het Tweede Wereldcongres werden overboord gegooid. Deze volledig mensjewistische politiek werd gerechtvaardigd door een formule uit de dagen van de revolutie van 1905 aan te halen: ‘Democratische dictatuur van het proletariaat en de arme boeren’. Voor Lenin was deze formule een elementaire uitdrukking van het idee van een strijdende alliantie tussen het proletariaat en de arme boeren tégen de aristocratie en de liberale burgerij. Het werd daarbij afhankelijk gemaakt van elke concrete revolutionaire toestand om te bepalen welke precieze vorm deze dictatuur van de onderdrukten tegen de onderdrukkers zou aannemen. Toen echter in de lente van 1917 opportunistische tendensen binnen de bolsjewistische partij zich achter deze oude bolsjewistische formule trachtten te verschuilen, legde Lenin in zijn Brieven over tactiek (april 1917) deze formule opzij als zijnde verouderd gezien de feitelijke ontwikkelingen. Maar in de handen van het stalinisme diende de slogan van Lenin, oorspronkelijke gericht tégen de liberale burgerij, om het proletariaat volledig te onderwerpen aan diezelfde liberale burgerij.

Ondanks de opportunistische politiek van de Stalin-bureaucratie, die in het stof kroop voor de militaire bureaucratie en vertrouwen miste in de revolutionaire macht van het proletariaat, keerden de Chinese proletarische massa’s en arme boeren zich tot het communisme. Ze waren vastberaden om ook in hun land een ‘Oktoberrevolutie’ door te voeren, wat de herverdeling van het land, de onteigening van de onteigenaars, de vernietiging van de burgerlijk-militaristische staatsmachine en haar onderwerping aan de sovjets zou betekenen.

De Kwomingtang-burgerij, gebonden door financiekapitaal aan de landeigenaars en de rijke boeren, werkte met alle mogelijke middelen de agrarische revolutie tegen. De Chinese communisten, die zich op aanraden van Stalin met de Kwomingtan hadden verbonden, werden aldus gehinderd om zich aan het hoofd te plaatsen van die agrarische revolutie. De boeren bleven zonder revolutionaire leiding en de Chinese revolutie werd beroofd van haar sterkste hefboom.

Ondanks deze onderwerping aan de Chinese burgerij, liet deze laatste niets aan het toeval over en bereidde zich voor definitief af te rekenen met het ‘communistische gevaar’. De militaire leiding van de Kwomingtang voerde een contrarevolutionaire staatsgreep door en op een ogenblik dat Tsjang Kai-sjek in Moskou nog steeds werd bejubeld als de held van de revolutie, beval hij de executie van duizenden Chinese proletariërs, die beroofd waren van hun macht en wapens door de stalinistische politiek. Na het ‘verraad’ van Tsjang Kai-sjek (niet tegen de klassenbelangen van de Chinese burgerij, maar tegen de stalinistische illusies), steunde de stalinistische bureaucratie de alliantie met de ‘linkse’ Kwomingtang (Wang Ching-wei) en onderging nogmaals dezelfde bittere ervaringen als. Enkel toen de nederlaag volledig was, riep de bureaucratie de proletarische massa’s, waarvan de overgrote meerderheid vermorzeld was, tot opstand op. Het resultaat was het oproer van Kanton. Deze opstand vertoonde een putchistisch karakter en stond volledig geïsoleerd. Bijgevolg kon ze niet anders dan in een nederlaag eindigen. Opnieuw was het klassenkarakter van de Chinese Revolutie, de mogelijkheid en noodzaak sovjets te vormen en een dictatuur van het proletariaat in te stellen onmiskenbaar aangetoond en werd de criminele krankzinnigheid van de hele stalinistische politiek onderstreept.

Opportunistische politiek

* In de koloniale en Oost-Europese landen (Brits India, Nederlands Oost-Indië, Indonesië Japan, Korea, enz.) steunde het stalinisme in die periode de opbouw van ‘boeren-arbeiders partijen’ (van het Kwomingtang-type) in plaats van onafhankelijke communistische partijen op te richten. Deze politiek desorganiseerde en demoraliseerde de proletarische voorhoede in die landen volledig. Samen met de catastrofale nederlaag van de Chinese Revolutie is dit de belangrijkste oorzaak van het feit dat er zich tot op vandaag de dag geen onafhankelijke proletarische partijen ontwikkelden in die landen.

* Naast de politieke alliantie met de Kwomingtang, werd tevens een politiek bondgenootschap gesloten met de Engelse vakbondsbureaucratie, het zogenaamde ‘Anglo-­Russisch Comité’ met als doel een interventie-oorlog te verhinderen. Terwijl de leninistische tactiek van het eenheidsfront tot doel had de massa’s te winnen voor het communisme, kwamen de stalinistische bureaucraten helemaal niet in contact met de Engelse massa’s. Het Anglo-Russisch Comité beperkte zich tot zuiver bureaucratische activiteiten (conferenties, banketten, enz.). Het resultaat was een versterking van de autoriteit van de reactionaire vakbondsbureaucratie en de rechtstreekse desertie door de Derde Internationale van de Minderheidsbeweging, die zich op dat ogenblik aan het ontwikkelen was binnen de Britse vakbonden. Het reactionaire karakter van het Anglo-Russisch Comité werd duidelijk aan het licht gebracht tijdens de Engelse algemene staking van 1926, die op een schandalige manier werd verraden door de vakbondsleiders (die waren gedekt door de autoriteit van Moskou). De relaties werden niet afgebroken door de Russische bureaucratie, maar door de Engelse, eens deze laatste het ogenblik geschikt vonden.

* In 1927 kwam de strijd van de bureaucratie tegen de proletarische voorhoede in de Sovjet-Unie op een hoogtepunt. Tengevolge van de catastrofale resultaten van de stalinistische politiek, die op alle punten de kritiek op de Linkse Oppositie (trotskisten) bevestigde, nam de bureaucratie samen met de koelaks en andere kleinburgerlijke secties — scherpe maatregelen tegen de Linkse Oppositie. Deze maatregelen betekenden een ontkenning van elk principe van proletarische democratie. Uitsluiting uit de partij, ontslag, gevangenneming, verbanning, deportatie, het binnenloodsen van provocateurs in de rangen van de Oppositie, valse bewijsvoering, executies, dit alles maakte de weg vrij voor de bonapartistische dictatuur van Stalin.

* Na de koelaks en de stedelijke bevolking te hebben gebruikt als steunpunt in de strijd tegen de Oppositie, werd de bureaucratie zelf geconfronteerd met het gevaar te worden verpletterd door deze lagen. Om hun eigen hachje te redden werd ze gedwongen zich tegen de koelaks te keren. Op internationaal vlak werd een verderzetting van de openlijk opportunistische koers eveneens onmogelijk tengevolge van de houding van de partners (beëindiging van de relaties door de Britse vakbondsbureaucratie, contrarevolutionaire staatsgreep van Tsjang Kai-sjek en Wang Ching-wei). Met betrekking tot de Duitse en Franse sociaaldemocratie bestonden er tegenstellingen van vooral nationale en buitenlandse politieke aard. Dit waren de oorzaken die leidden tot de ommezwaai van bureaucratische onderwerping aan sociaaldemocratische, vakbonds- en nationaal-democratische (Kwomingtang) bureaucratieën naar bureaucratisch ultimatisme en avonturisme.

Zesde Wereldcongres

* Het Zesde Wereldcongres (1928), bijeengeroepen na verloop van vier jaar, had een dubbelzinnig en contradictorisch karakter. Dit congres werd gehouden gedurende de overgangsperiode van de ultrarechtse naar de ultralinkse koers en had tot doel de uitsluiting van de rechtervleugel voor te bereiden, die de opportunistische koers van 1925-27 niet wenste te verlaten (Boecharin, Rykov, Brandler, Thalheimer, Walcher, Froelich, Kilbom, Lovestone, enz.). Het programma, aanvaard door het Zesde Wereldcongres was van het begin tot het einde gebaseerd op eclecticisme. Het verklaarde de theorie van socialisme in één land heilig, waardoor de Komintern onherstelbaar verminkt werd.

Het programma nam als vertrekbasis niet de huidige wereldsituatie van het kapitalisme als een geheel, waaruit de noodzaak voor de wereldrevolutie moest worden afgeleid, maar het onderzocht op een pedante en reactionaire manier de mogelijkheid om in elk land ‘socialisme te realiseren’, waardoor het de deur wijd openzette voor de toekomstige sociaal-patriottische degeneratie van de Komintern. Mits bepaalde beperkingen, werd voor de koloniale en de semi-koloniale landen en zelfs voor landen als Spanje, Portugal en Polen de slogan naar voren gebracht van ‘Democratische dictatuur van de arbeiders en de boeren’. Deze werd met dezelfde anti-leninistische inhoud (verbroedering van de klassen) gevuld als degene die de mislukking van de Chinese Revolutie had veroorzaakt. Over het vraagstuk van strategie en tactiek ging het programma niet verder dan enkel gemeenplaatsen. De echte ervaringen van de overwinning van Oktober, de vreselijke nederlagen van het proletariaat in Duitsland, Hongarije, China, enz. en de rol en het belang van de revolutionaire partijen en hun leiding werden niet geanalyseerd.

* In de daaropvolgende periode handelde de stalinistische bureaucratie hoofdzakelijk (maar niet uitsluitend) volgens haar andere methode, nl. het geven van bevelen aan de massa’s en het stellen van ultimata zonder enige voorbereiding. Op het hoogtepunt van de relatieve sociale vrede tijdens de toenmalige boomperiode van 1924-29, werd plots een ‘revolutionaire opstand’ bevolen op internationaal vlak (de zgn. Derde Periode). De fatale politiek van splitsing van de vakbonden (de afkondiging van de Rode Vakbonden als onafhankelijke organisaties) werd in de praktijk gebracht. Elk pact met de sociaaldemocratie, zelfs deze van louter tijdelijke of praktisch-technische aard, werd verworpen.

De theorie van sociaal-fascisme werd uitgevaardigd (“sociaaldemocratie en fascisme zijn geen antipoden, ze zijn tweelingen” stelde Stalin) en elk verschil tussen parlementaire democratie en fascistische dictatuur werd ontkend. Terwijl de “ultralinkse avonturen” (zoals Lenin ze noemde), die zich in de eerste naoorlogse jaren hadden voorgedaan veroorzaakt waren geweest door een eerlijke revolutionaire ingesteldheid, verraadde de stalinistische bureaucratie op schurkachtige wijze de belangen van de proletarische massa’s.

* De ernstige economische crisis die in Amerika begon in 1929-’30, bracht een enorme schok teweeg in de kapitalistische regimes. Vooral Duitsland werd enorm getroffen. De situatie was er te vergelijken met de toestand die Lenin beschreef over het Russisch kapitalisme in 1917 als zijnde de “zwakste schakel in de keten van het kapitalisme”. De politiek van de Duitse Sociaaldemocratische Partij, die zichzelf aanpaste aan de crisis van het kapitalisme (onder de slogan van ‘het minste kwaad’) en de bureaucratische degeneratie van de Duitse Communistische Partij, belemmerden de versterking van de beweging van de arbeidersklasse tijdens de crisis.. De kleinburgerij keerde zich tot het demagogisch fascisme, dat de burgeroorlog predikte, niet tegen de onderdrukkende burgerij, maar tegen het proletariaat. Het doel van het fascisme is de kapitalistische uitbuiting verder te zetten en te vergroten via de opheffing van alle democratische vrijheden. Maar zelfs de opkomst van deze gevaarlijke vijand van het proletariaat had gebruikt kunnen worden als hefboom voor de revolutie. De Communistische Partij van Duitsland had moeten inzien dat alle proletarische krachten moesten gebundeld worden tegen het fascisme. Maar de stalinistische bureaucratie erkende zelfs het gevaar niet, om maar te zwijgen over het in staat zijn ertegen te vechten. De absoluut krankzinnige beoordeling van de sociaaldemocratie als zijnde ‘sociaal-fascistisch’ leidde tot een toenadering tot het echte fascisme (programma van nationale en sociale bevrijding, steun voor het fascistisch referendum tegen de sociaaldemocratische regering van Pruisen in 1931, enz.). Dit programma van onderwerping aan nationalistische agitatie en de bureaucratisch lafhartige ontwijking van een militaire strijd tegen de fascistische tegenstander werd weergegeven in de buitenlandse politiek van de Sovjet-Unie, die volledig werd bepaald door de dagelijkse beschouwingen. Deze buitenlandse politiek had de bedoeling het Duits-Frans antagonisme te onderhouden, teneinde een interventie uit het Westen in de Sovjet-Unie te kunnen uitsluiten. Fundamenteel kon de buitenlandse politiek van de Sovjet-Unie, die neerkwam op het uitbuiten van de verschillen tussen imperialistische machten voor haar eigen doeleinden, uiteraard volledig worden gerechtvaardigd. Maar het is een ongehoorde misdaad de belangen van de proletarische revolutie te offeren aan de buitenlandse politiek zoals ze zich van dag op dag voordoet.

De misdadige, blinde politiek van de Duitse Communistische Partij (waarvoor de Komintern volledige verantwoordelijkheid draagt) leidde tot de beschamende nederlaag van het Duitse proletariaat. De miserabele ineenstorting van de Duitse Communistische Partij (die opnieuw werd bevestigd door het trieste resultaat van het Saar plebisciet van januari 1935) bracht het uiteindelijke bewijs dat de Komintern veranderd was van een subjectieve factor voor de wereldrevolutie in een objectief obstakel tegen de wereldrevolutie.

Principeloze combinaties

* De politiek van bureaucratisch ultimatisme vind zijn tegenpool in principeloze coalities met bankroete burgerlijke politici, pacifisten en novelisten (Lord Marley, Barbasse, Romain Rolland, Heinrich Mann, enz), evenals in de ‘Vredescongressen’ georganiseerd door de stalinisten, de Liga tegen het Imperialisme, de Vrienden van de Sovjet-Unie, enz. Het is een politiek die volledig tegenstrijdig is aan de leninistische tactiek van het eenheidsfront voor het winnen van de proletarische massa’s. Het is een politiek die de bureaucratische bewondering voor ‘mensen in hoge posities’ en de bureaucratische hoon voor de revolutionaire kracht van de massa’s weerspiegelt.

* In 1934 was een nieuwe zwenking van de Kominternpolitiek noodzakelijk geworden door enerzijds de binnenlandse politieke situatie van de Sovjet-Unie en anderzijds de buitenlandse politieke gebeurtenissen waaronder de overwinning van het fascisme in Duitsland. Terwijl de leninistische tactiek van het eenheidsfront met de sociaaldemocratie voordien werd gezien als ‘contrarevolutionair’, werd nu elke mogelijkheid om niet enkel bondgenootschappen af te sluiten met de sociaaldemocratie, maar ook met haar meesters, de liberale burgerij met beide handen aangegrepen. Deze verraderlijke capitulatie aan de burgerlijke democratie kreeg de naam ‘Volksfront’.

* Stalins verklaring aan de Franse premier Laval (mei 1935), dat “hij de politiek van nationale verdediging van Frankrijk volledig begreep en steunde”, geeft de desertie van de Komintern naar het kamp van het imperialisme aan. De Sovjet-diplomatie, die ondertussen de Volkenbond had vervoegd, verdedigde ‘collectieve veiligheid’ (d.w.z. de veiligheid van de imperialistische rovers om door te gaan met roven zonder te worden gestoord), internationale arbitrage en dergelijke meer. Op die manier maakte de Komintern zich tot de steunpilaar van de oudste en meest versleten illusies waarmee het imperialisme de massa’s ontmoedigt en voorbereidt op de massaslachting, dit op een ogenblik dat de brutale aanval van Italië op Abbesinië het betekenisloze van collectieve veiligheid aantoonde. Het Zevende Wereldcongres, dat uiteindelijk in de herfst van 1935 bijeenkwam, mondde uit in de breuk met de laatste overblijfselen van de tradities van de Komintern. ‘Volksfront’ en ‘Nationale Verdediging’, sociaal verraad en sociaal-chauvinisme, dit was het enige dat dit Congres — een holle, theatrale opvoering van bureaucratische marionetten — te bieden had aan de arbeidersklasse van de wereld.

* De stalinisten vroegen in alle landen, in ruil voor hun welwillendheid het ‘Vaderland’ te dienen, slechts één ding, nl. dat de buitenlandse politiek van het betrokken land niet zou gericht zijn tegen de Sovjet-Unie. Het militair akkoord tussen Frankrijk en de USSR alleen al was voldoende om de Franse stalinisten om te vormen tot de ergste chauvinisten, die de nationale verbroedering van alle klassen en van alle politieke en religieuze stromingen predikten. Het enige doel van de Britse stalinisten was de Britse burgerij ertoe over te halen mede-ondertekenaars te worden van het Frans-Sovjet akkoord Vandaag onderschrijft de Amerikaanse sectie van de Komintern reeds een oorlog van de VS tegen Japan ‘voor de verdediging van de Sovjet-Unie’. Hoewel een oorlog van de VS tegen Japan, indien de proletarische partij een correcte politiek zou voeren, enorme mogelijkheden zou bieden voor de proletarische wereldrevolutie, prediken de Amerikaanse stalinisten het verzaken aan de revolutionaire klassenstrijd en de steun aan de Amerikaanse burgerij, de machtigste en gevaarlijkste imperialistische burgerij van de wereld. In China zijn de stalinisten bereid het Chinese proletariaat en de arme boeren opnieuw uit te leveren in de handen van de contrarevolutionaire Tsjang Kai-sjek, wanneer deze laatste maar bereid is zijn bajonetten te richten tegen Japan en niet tegen de Sovjet-Unie.

In de kleine Europese landen verklaarden de stalinisten zichzelf eveneens tot verdedigers van de ‘nationale onafhankelijkheid’. Ze vergaten hierbij volledig dat deze landen zèlf schakels zijn in de imperialistische keten en dat ze ook oorlog voeren meteen imperialistisch doel voor ogen. Wat Tsjechoslovakije betreft, een natie die in het bijzonder gekoesterd wordt door de stalinisten, is dit helemaal geen nationale staat maar slechts een conglomeraat van nationaliteiten, bijeengehouden door het Franse imperialisme. Polen, Roemenie, België enz. zijn zelf onderdrukkers van nationale minderheden. Nederland, België, Portugal en andere landen hebben hun eigen kolonies die ze uitbuiten op een manier die niet moet onderdoen voor de grote imperialistische machten. De Oostenrijkse stalinisten verklaren dat ze bereid zijn ‘de onafhankelijkheid van Oostenrijk’ te verdedigen. Deze kunstmatige creatie die niet in staat is tot een onafhankelijk bestaan willen ze verdedigen indien de Oostenrijkse burgerij (en het Frans-Engels kapitaal) de stalinisten een zekere mate van legaliteit zou toestaan voor hun patriottische loyale propaganda. De Duitse stalinisten in emigratie werden omgekeerde sociaal-patriotten. Ze vormden zichzelf om van kampioenen tegen het Vredesverdrag van Versailles tot verdedigers van het status quo, gecreëerd door datzelfde verdrag. Uit de tegenwoordige positie van de Duitse stalinisten volgt dat ze zichzelf zullen transformeren in echte sociaal­patriotten van zodra de fascistische dictatuur in Duitsland is vervangen door een ander type van burgerlijk regime.

Tegen dit enorme verraad van de belangen van het proletariaat, verdedigen de organisaties van de Vierde Internationale de internationale slogan om de imperialistische oorlog om te zetten in een burgeroorlog. Niet de verdediging van de reactionaire nationale grenzen, die decennia geleden een rem werden op elke verdere ontwikkeling, maar hun verwijdering moet gepropageerd worden. Ons doel is de vorming van de Verenigde Sovjet-republieken van Europa en van de hele wereld!

1936


Verklarende woorden- en namenlijst

Organisaties:

Tweede internationale: De Tweede Internationale of Socialistische Internationale werd opgericht in 1889 als opvolger van de Eerste Internationale die was opgericht door Marx en Engels. In 1914 steunden vrijwel al haar nationale afdelingen hun nationale bourgeoisie in plaats van de belangen van de internationale arbeidersklasse te dienen door zich te verzetten tegen de imperialistische oorlog. Gedurende de oorlog viel de Tweede Internationale dan ook uiteen. Ze werd heropgericht als een volledig reformistische Organisatie in 1923.
Derde internationale: De Derde of Communistische Internationale werd opgericht onder leiding van Lenin als de revolutionaire opvolger van de Tweede Internationale. Ze werd opgericht in 1919. Haar eerste vier congressen ontwikkelden de ideeën van het bolsjewisme verder, maar vanaf het vijfde congres in 1924 viel ze onder controle van de stalinistische bureaucratie en bleef dit tot haar ontbinding in 1943.
Londens Bureau (of lAG): Was een verzameling van centristische groepen in de vroege jaren ‘30.
Boeren Internationale (of Krestintern): Werd opgericht door de Komintern in 1923, maar kende weinig succes en werd in alle stilte opgedoekt op het einde van de jaren ‘20 of begin van de jaren ‘30.
Rode Internationale of Arbeidersvakbonden (Profintern): Werd opgericht in Moskou in 1923 als tegenvoeter van de reformistische Internationale Vakbondsfederatie.
Linkse oppositie: Opgericht door Trotski in 1923 om de groeiende bureaucratie in de Sovjet-Unie te bestrijden. De LO werd in 1928 uit de Communistische Partij gesloten. In 1930 werd de Internationale Linkse Oppositie opgericht (ILO), die de medestanders van Trotski in een aantal landen verenigde.
SPD: Duitse Sociaal Democratische Partij.
KPD: Duitse Communistische Partij.
KAPD: Een extreem linkse groep die uit de KPD werd gesloten in 1919.
USPD: Linkse afsplitsing van de SPD in 1916. Ze splitste in het begin van de jaren ‘20, waarbij een gedeelte terugging naar de SPD en een ander deel overging naar de KP.
KPO: Communistische rechtse oppositie. Werd gevormd door uitgesloten KPD-leden in 1929.
SAP: Socialistische Arbeiderspartij. Was een linkse afsplitsing van de SPD in 1931. Ze werkte gedurende korte tijd samen met de Linkse Oppositie, maar dreef vanaf 1933 af naar rechts.
ILP (Independent Labour Party): Werd opgericht in 1893 en splitste af van de Britse Labour Party in 1931. Ze werd tijdelijk aangetrokken tot het stalinisme.
Sociaal Democraat, Sociaal Democratie: Dit waren de namen van verschillende socialistische partijen. Tot 1914, waarop de meeste sociaaldemocratische partijen de oorlog steunden, waren ze een synoniem van revolutionair socialisme of marxisme. Na 1914 werden ze de algemene termen voor reformistische partijen.

Personen

Lenin: Leider van de Russische Revolutie en stichter van de Communistische Internationale. Hij stierf in 1924.
Trotski: Samen met Lenin leider van de Russische Revolutie. Hij organiseerde het Rode Leger en leidde het naar de overwinning in de burgeroorlog. Hij werd uit de Communistische Partij gestoten in 1927 en uit de Sovjet-Unie gebannen in 1928 door de stalinisten. Hij werd vermoord door een agent van Stalin in 1940.
Zinovjev: Oud bolsjewiek. Eerste voorzitter van de Communistische Internationale. Hij werkte samen met Stalin en bestreed hem vervolgens op het einde van de jaren ‘20 alvorens te capituleren. Werd geëxecuteerd na het eerste show-proces van Moskou in 1936.
Kamenev: Oud bolsjewiek. Eens assistent van Lenin. Samen met Zinovjev werkte hij aanvankelijk mee met Stalin, om hem achtereenvolgens te bestrijden. Werd eveneens geëxecuteerd in 1936.
Beria: Oud bolsjewiek. Werd een doorwinterd stalinist
Molotov: Oud bolsjewiek. Werd een overtuigd stalinist.
Stalin: Werd in 1922 verkozen tot Algemeen Secretaris van de Communistische Partij. Al snel werd hij een kneedbare spreekbuis van de bureaucratie, die zich kon ontwikkelen door de isolatie van de revolutie.
Rykov: Oud bolsjewiek,leidde samen met Boecharin de rechtse Oppositie. Capituleerde voor Stalin in 1929. ‘Bekende’ op zijn showproces in Moskou in 1938 en werd geëxecuteerd.
Pollitt, Campbell, Palme-Dutt: Leiders van de Britse KP in de jaren ‘20; waren spreekbuizen van de stalinistische leiding van de Komintern.
Boecharin: Oud bolsjewiek, ondervoorzitter van de Komintern in 1926-29. Vormde de rechtse oppositie in 1928 en werd uitgesloten in 1929. Hij capituleerde voor Stalin maar werd toch geëxecuteerd in 1938.
Daladier. Leider van de Franse Radicale Socialistische Partij (die noch radicaal, noch socialistisch was). Was premier van Frankrijk in 1933-34 en in 1938-40.
Noske, Scheidermann: Duitse sociaaldemocratische leiders, verantwoordelijk voor het neerslaan van de Spartacus­opstand in 1919 en voor de moord op Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg.
F.D. Roosevelt: Amerikaanse president vanaf 1932. Hij introduceerde de zgn. ‘New Deal’, een programma van staatsinterventie die tot doel had de economische problemen op te lossen ten einde de radicalisering onder de arbeidersklasse tegen te gaan.
Wilson: Amerikaanse president gedurende de eerste Wereldoorlog. Belangrijkste architect van het Vredesverdrag van Versailles.
Liebknecht, Luxemburg: Leiders van de Spartacus-opstand te Berlijn van 1919. Ze werden vermoord in januari 1919 in opdracht van de sociaaldemocratische leiders van Berlijn.
Bela Kun: Leider van de neergeslagen Hongaarse Sovjet republiek van 1919. Hij week uit naar Moskou en werd functionaris bij de Komintern. Later werd hij een woordvoerder voor de theorie van klassencollaboratie, nl. het volksfront.
Jean Longuet: Kleinzoon van Karl Marx; was een leider van de ‘pacifistische’ minderheid binnen de Franse Socialistische Partij gedurende WOl. Hij was gekant tegen de oprichting van een Communistische Partij in Frankrijk.
Thalheimer. Een schier en leider van de KPD. Samen met Brandler werd hij in 1929 uitgesloten en stichtte hij de KPO.
Froelich: Een stichter van de KPD, later van de KPO en vervolgens van de SAP.
Maslow: Leidde samen met Fischer en Urbahns de KPD na de uitsluiting van de rechtse Brandler-groep in 1924. In 1926 steunde hij de Linkse Oppositie. Hij werd uit de KPD gesloten in 1927 en capituleerde voor het stalinisme in 1928. Hij weigerde zijn heropname in de KPD en vormde de Leninbond samen met Fisher en Urbahns.
Koenen: Was een lid van de linkervleugel van de KPD in de vroege jaren ‘20.
Ruth Fisher. Was een stichtend lid van de Oostenrijkse Communistische Partij en werd een leider van de Duitse partij. Werd uitgesloten uit de KPD in 1927 samen met Maslow en Urbahns. Samen vormden zij daaropvolgend de Leninbond.
Serrati: Leider van de Italiaanse Socialistische Partij. Hij woonde het Tweede Congres van de Komintern bij, waar hij zich hevig verzette tegen een onvoorwaardelijke breuk met de reformisten. Deze houding was een van de belangrijkste oorzaken van de verlamming van de Italiaanse revolutionairen gedurende de revolutionaire crisis in september 1922.
Sidney en Beatrice Webb: Waren stichters van de Fabian Society en de belangrijkste Britse theoretici van het ‘geleidelijke socialisme’. In de dertiger jaren werden de Webbs verdedigers van Stalin.
Romain Roland: Frans novelleschrijver; kantte zich tegen de Eerste Wereldoorlog en de Russische Revolutie vanuit een pacifistisch standpunt. Later ontleende hij het prestige van zijn naam aan stalinistische literaire congressen en manifesten.
Mann: Duits schrijver, leefde in ballingschap in Frankrijk in 1933-40.
Kilbom: Leider van de Zweedse KP. Hij weigerde samen met de meerderheid van de KP-leiding de politiek van Stalin, die de sociaaldemocratie vereenzelvigde met ‘sociaal-fascistisch’ te aanvaarden. Hij verliet de KP en vormde een Nationaal Communistische Partij die zich tijdelijk aansloot bij het centristische Londen Bureau, om dan over te gaan naar de sociaaldemocraten.
Lovestone: Leider van de rechtervleugel van de Amerikaanse KP. Afgezet als leider en in 1929 uitgesloten.

Andere termen

Reichsdag: Duits parlementsgebouw; werd in brand gestoken door nazi-provocateurs in 1933.
Verdrag van Versailles: Legde Duitsland zeer harde maatregelen op aan het einde van WO1.
Anglo-Russisch Comité: Comité van de ‘linkse’ bureaucratie van de Britse vakbonden en de Sovjet-afgevaardigden. Gevormd in mei 1925. Het werd gebruikt door de Britse vakbondsleiders om hun ‘progressiviteit’ aan te tonen. Het werd opgeblazen in 1927 omdat de Britse leden, die na de nederlaag van de algemene staking van 1926 geen links masker meer nodig hadden, het Comité verlieten.
Minderheidsbeweging: Een linkse groep binnen de Britse vakbonden, waarvan het initiatief uitging van de Communistische Partij in de jaren ‘20.
Moezjiek: Algemene benaming voor boeren in de S.U.
Kwomingtang: Volkspartij; een burgerlijk-nationalistische partij in China.
Centrist: een term, gebruikt door Trotski om groepen aan te duiden die zweven tussen reformisme en marxisme.
Volkenbond: Opgezet in 1919 door de overwinnaars van WOI. Ze kende een weinig glorieus einde met het uitbreken van WOII, waarna ze vervangen werd door de Verenigde Naties.
NEP of Nieuwe Economische Politiek: Deze politiek volgde op het zeer gecentraliseerde regime onder het oorlogscommunisme. Ze werd aangenomen als een tijdelijke maatregel om de economie na de burgeroorlog terug uit het slop te halen, door in beperkte mate terug vrijhandel toe te laten in de S.U.
Opstand van Estland: Een staatsgreep, een avontuur van samenzweerders achter de rug van de massa’s. Zo’n 200 gewapende communisten bestormden verschillende regeringsgebouwen. Na vier uur waren ze neergeslagen.
GPV: stalinistische geheime politie.
Mensjewisme: reformistische vleugel van de Russische arbeidersbeweging.
Revolutie van 1905: Tien maanden van revolutionaire strijd in Rusland die uitmondde in een bloederig neerslaan van de arbeidersopstand in Moskou in december 1905.
Saar Plebiciet: Door het Verdrag van Versailles werd het steenkoolrijk Saargebied aan Duitsland ontnomen en geplaatst onder de bevoegdheid van de Volkenbond. Frankrijk kreeg controle over de koolmijnen. Het plebiciet van 1935 was een referendum waarbij overweldigend gestemd werd voor een terugkeer naar Duitsland, ondanks de oppositie van de SPD en (na een aantal koerswijzigingen) de KP, die autonomie propageerden daar in Duitsland Hitler aan de macht was gekomen.


Deze tekst is overgenomen uit een brochure gepubliceerd in de jaren 1980. De taal werd lichtjes aangepast voor de online-publicatie.